Talking Heads was een Amerikaanse New Wave en avant-garde band die is opgericht in 1975 te New York City en tot 1991 zeer actief was. De band bestond uit David Byrne (zang en gitaar), Chris Frantz (drums), Tina Weymouth (bass) en Jerry Harrison (keyboards en gitaar). Tijdens hun concerten en album opnames werden er regelmatig extra musici aangetrokken. De New Wave stijl van Talking Heads combineerde elementen van punk, art rock, avant-garde, pop, funk, world music en Americana. Frontman en tekstschrijver David Byrne creeerde grillige, diepe teksten voor de band’s nummers, en benadrukte hun vakmanschap met diverse multimedia projecten en optredens. Critici beschrijven Talking Heads als een van de meest veelgeprezen bands van de 80’s.
David Byrne, Chris Frantz en Tina Weymouth waren alle drie oud-studenten van de Rhode Island School of Design in Providence, Rhode Island. Het was daar dat Byrne en Frantz in 1974 hun eerste bandje oprichtten onder de naam ‘The Artistics’. Weymouth was Frantz’s vriendin en zorgde vaak voor vervoer van en naar optredens. Binnen een jaar stopte het bandje ermee en verhuisden ze naar New York, alwaar ze af en toe een gemeenschappelijke woning deelden. Omdat het maar niet lukte om een bassist te vinden, moedigde Frantz zijn vriendin aan om bass te gaan leren spelen, met behulp van het luisteren naar de albums van Suzi Quatro. Als ‘The Talking Heads’ traden ze op 20 juni 1975 voor het eerst op als openingsact voor The Ramones in het CBGB, een New Yorkse hardcore en punk rock club.
http://www.youtube.com/watch?v=I1wg1DNHbNU
Weymouth vertelde tijdens een interview hoe ze aan de naam Talking Heads waren gekomen. Een vriend vond de naam in een TV-gids, waarin stond dat die term in TV studios gebruikt werd om een zogeheten “head-and-shoulder” shot van een persoon die aan het praten was. Later in 1975 nam het trio voor CBS een aantal demos op, maar het lukte niet om een platencontract te krijgen. Al snel namen ze er nog meer op en tekenden ze in 1977 een contract bij Sire Records. Talking Heads bracht later dat jaar hun debuutsingle uit, getiteld ‘Love → Building on Fire’. Begin 1977 kwam Jerry Harrison (gitaar, keyboards, zang) – voormalig lid van Jonathan Richman’s band The Modern Lovers – de groep versterken. Hun debuutalbum, ‘Talking Heads: 77’, waarop hun eerste single niet stond, kwam kort daarna uit.
Het was met hun tweede album getiteld ‘More Songs About Buildings and Food’ (1978) dat hun langlopende samenwerking met producer Brian Eno startte. Eno werkte al eerder samen met Roxy Music, David Bowie, John Cale en Robert Fripp; de titel van Eno’s nummer ‘King’s Lead Hat’ (1977) is een anagram van de band’s naam. Eno’s ongebruikelijke stijl liet zich makkelijk mixen met de band’s artistieke gevoelens, en ze begonnen een steeds groter wordende gebied van muzikale richtingen te verkennen, dit van post-punk naar New Wave naar psychedelic funk. Deze opname zorged ook voor een lange termijn relatie met de beroemde Compass Point Studios in Nassau, Bahamas.
http://www.youtube.com/watch?v=cPQcnjlwtE4
‘Psycho Killer’, komend van hun debuutalbum ‘Talking Heads: 77′, was een middelmatig hitje. De cover van Al Green’s ‘Take Me to the River’ zorgde ervoor dat de band bekendheid vergaarde, en met dit nummer hadden ze hun eerste Billboard Top 30 hit. Het Eno-Talking Heads experiment kreeg een vervolg met het uit 1979 daterende ‘Fear of Music’. ‘Fear of Music’ was een mix van post-punk rock, met blanke funkadelia en subliminale verwijzingen naar de geopolitieke instabiliteit van de late jaren ’70. Uit de single ‘Life During Wartime’ komt de zin “”This ain’t no party, this ain’t no disco”. Het nummer verwijst naar de Mudd Club en CBGB, toendertijd twee zeer populaire New Yorkse nachtclubs.
‘Remain in Light’ (1980) was zeer zwaar beinvloed door de afrobeat van de Nigeriaanse bandleider Fela Kuti, wiens muziek door Eno was geintroduceerd aan de band. Kuti’s muziek bestaat uit West Afrikaanse polyritmes, deze mixende met de Noord Afrikaanse Arabische muziek, disco, funk, en “gevonden” stemmen. Deze combinatie zorgde voor Byrne’s latere intresse in de world music. Om deze complexe arrangementen te kunnen spelen, tourde de band met een uitgebreide groep met onder andere Adrian Belew en Bernie Worrell; voor het eerst tijdens het Heatwave festival en later tijdens hun concertfilm ‘Stop Making Sense’. Gedurende deze periode vormden Tina Weymouth en Chris Frantz een bandje; de door hiphop beinvloedde Tom Tom Club, en brachten ze hun eerste solo album uit getiteld ‘The Red and the Black’. Byrne – samen met Eno – bracht ‘My Life in the Bush of Ghosts’ uit, met daarop world music, en een aantal prominente internationale post-punk artiesten.
http://www.youtube.com/watch?v=pA1oFSMwRDU
De single ‘Once in a Lifetime’ – van het album ‘Remain in Light’ – werd in het Verenigd Koningkrijk een top 20 hit, doch in de Verenigde Staten maakte het nummer geen indruk. Desondanks groeide ‘Once in a Lifetime’, vanwege de sterke videoclip, uit tot een populair nummer. Na de release van vier albums in vier jaar besloot de band om een pauze in te lassen, het duurde bijna drie jaar eer er weer nieuw werk op de markt kwam. Gedurende deze pauze bleven Frantz en Weymouth wel actief met hun band de Tom Tom Club. Daarna kwam er nog wel een live album uit van de Talking Heads, getiteld ‘The Name of This Band Is Talking Heads’ en tourden ze als acht-koppige band door de V.S. en Europa. De band en producer Eno be-eindigden hun samenwerking, en Eno ging verder als producer van U2.
In 1983 kwam het album ‘Speaking in Tongues’ uit, daarmee hadden ze eindelijk hun commerciële doorbraak te pakken. De voortkomende single ‘Burning Down the House’ werd wereldwijd een grote hit. Wederom vergezeld door een sterke videoclip was het nummer talloze keren te zien op de muziekzender MTV. Er volgden nog drie albums, ‘Little Creatures’ (1985) – met daarop de hits ‘And She Was’ en ‘Road to Nowhere’ – ‘True Stories’ (1986) en ‘Naked’ (1988). De muziek van ‘Little Creatures and True Stories’ bestond hoofdzakelijk uit Amerikaanse pop-rock; ‘Naked’ liet – zwaar beïnvloed door – Afrikaanse muziek horen in de trend van hun album ‘Remain in Light’. Gedurende die periode kwam de band steeds meer onder het regime van Byrne te staan, en na hun album ‘Naked’ namen ze wederom een pauze.
http://www.youtube.com/watch?v=cZAyxUMfBvA
Het duurde tot december 1991 eer er officieel bekend werd gemaakt dat de Talking Heads uit elkaar waren gegaan. Later dat jaar kwamen ze nog evenkort bij elkaar voor de single ‘Sax and Violins’ (van de soundtrack van Wim Wenders’ film ‘Until the End of the World’). In de clip van ‘Sax and Violins’ waren allen Byrne en Harrison te zien, dit leidde tot enige twijfel of Frantz en Weymouth uberhoupt wel iets met het nummer te maken hebben gehad. Gedurende de tijd dat de band uit elkaar ging, vervolgde Byrne zijn solo carriere met de release van ‘Rei Momo’ (1989) en ‘The Forest’ (1991). Ook kwam er nieuw werk uit van zowel de Tom Tom Club (‘Boom Boom Chi Boom Boom’ en ‘Dark Sneak Love Action’) alsmede van Harrison (‘Casual Gods’ en ‘Walk on Water’).
Ondanks het feit dat Byrne geen interesse had om een album uit te brangen, kwamen Tina Weymouth, Chris Frantz, en Jerry Harrison bij elkaar voor het album ‘No Talking, Just Head’ (1996), dit onder de bandnaam The Heads. Op dit album zijn een groot antal zangers en zangeressen te horen, incusief Debbie Harry (Blondie), Johnette Napolitano (Concrete Blonde), Andy Partridge (XTC), Gordon Gano (Violent Femmes), Michael Hutchence (INXS), Ed Kowalczyk (Live), Shaun Ryder (Happy Mondays), Richard Hell en Maria McKee. Het album werd gevolgd door een tournee met Johnette Napolitano als zangeres. Byrne nam gerechtelijke stappen om ervoor te zorgen dat de rest van de band de naam “Talking Heads” zou gaan gebruiken, hij zag het gebruik als een duidelijke poging om geld te verdienen.
Ondertussen werd Harrison een bekende producer van onder andere de albums ‘The Blind Leading the Naked’ (Violent Femmes), ‘The Raw and the Cooked’ (Fine Young Cannibals), ‘Rub It Better’ (General Public), ‘God Shuffled His Feet’ (Crash Test Dummies), ‘Throwing Copper’ (Live), de single ‘New’ (van No Doubt’s album ‘Return of Saturn’) en in 2010 voor het werk van The Black and White Years en Kenny Wayne Shepherd. Frantz en Weymouth traden in 1977 in het huwelijk, en bleven – buiten de Talking Heads – (sinds 1981) nummers en albums releasen als de Tom Tom Club. Het self titled debuut album van de Tom Tom club verkocht bijna net zo goed als de albums van de Talking Heads, waardoor de band te zien was in de film ‘Stop Making Sense’.
Ze hadden een aantal pop/rap hits gedurende het dance-club tijdperk van de vroege jaren ’80. Dit hoofdzakelijk in de U.K. alwaar ze hedentendage nog een grote schare trouwe fans hebben. In Nederland hadden ze hun grootste hit met ‘Wordy Rappinghood’, hun single ‘Genius of Love’ is meerdere keren gesampled, dit voor de single ‘It’s Nasty (Genius of Love)’ van Grandmaster Flash en op Mariah Carey’s hit ‘Fantasy’ (1995). Ook produceerden ze voor diverse artiesten waaronder Happy Mondays en Ziggy Marley. De Tom Tom Club bellf touren en opnemen, ookal is er sinds 1991 weinig meer van hun vernomen, dit op commercieel gebied dan. De band speelden de hits ‘Life During Wartime’, ‘Psycho Killer’ en ‘Burning Down the House’ in 2002 tijdens hun introductie tot de Rock and Roll Hall of Fame. Een reunie voor een concert van de Talking Heads is hoogst onwaarschijnlijk. Byrne liet weten dat er veel kwaad bloed was gezet. “Dat is de ene reden, de andere is dat we muzikaal gezien mijlenver uitelkaar staan”.