Aangekomen bij Bitterzoet, ongeveer tien minuten nadat de deuren open zijn gegaan, staat er al een rij. Gelukkig stroomt het redelijk snel door en wanneer ik bij de dame terecht kom die de gastenlijst beheert noem ik mijn naam en wil eigenlijk al direct doorlopen. Helaas was er blijkbaar iets misgegaan met de communicatie en heb ik de lijst niet gehaald. Is dat even balen. Weer red mijn betrouwbare hoofd me van een reis terug naar Leiden want ze schrijft me er gewoon bij en ik mag doorlopen. Doorlopen is wat overdreven want na twee stappen sta ik alweer in de rij voor de garderobe.
Nadat mijn jas is opgehangen en mijn glas is gevuld is het wachten op Ze Mannschaft. Ik loop een beetje het kleine zaaltje rond en zie Jesse “The Devil” Hughes oftewel Boots Electric bij de merchandise met wat fans babbelen. De zaal stroomt snel vol en ik schuifel zo goed en zo kwaad als het gaat naar voren. Een paar gasten hebben de plek voor aan het podium al ingenomen en helaas torenen ze minstens een halve meter boven mij uit. Dan klimmen er vier mannen het podium op, allen gekleed in een shirt en trainingsbroek. “Hallo, wij zijn Ze Mannschaft.” meldt de frontman en de band start met spelen. Direct valt op dat Queens of the Stone Age een grote inspiratiebron voor de heren moet zijn omdat het eerste rifje doet denken aan ‘No one Knows’. Achter de zanger trekt de drummer enig bijkijks met zijn T-shirt wat is bedrukt met “More Cowbell” en een bekken waar hij schijnbaar eens een stuk uit heeft geslagen.
Het tweede nummer heet ‘Body Sweat’. Heel toepasselijk aangezien een van de mannen voor mij zijn deodorant is vergeten. En natuurlijk is zijn oksel voor mij op neushoogte. De strakke drums en ritmische gitaargeluiden lijken ook een knipoog te zijn naar collegarockers ‘De Staat’ en tempowisselingen zijn ook een terugkerend fenomeen. Naarmate de set vordert lijkt ieder liedje ervan vergeven te zijn en ook de oeh’s en aah’s klinken alsof Josh Homme ze heeft ingezongen. Ondanks de duidelijke vergelijkingen hebben de mannen een goed en catchy, zelfgeschreven repertoire en krijgen enkelen in de zaal wel aan het dansen. Tussen het af- en opbouwen van de instrumenten hoor ik een onmiskenbaar Amerikaans accent heel hard door de wachtmuziek heen bléren. Voor de lange mannen heeft zich blijkbaar een chick verschanst. Ze is constant aan het woord en gebaart intussen wild met haar glaasje rode wijn. Ik hoor verschillende mensen achter me verzuchten dat ze eens haar mond moet houden als opeens, met een doffe knal het geluid stokt.
Even later is er wat gescheld te horen en wordt duidelijk dat diezelfde irritante meid haar wijn over een stekkerdoos heeft gegoten. Even later is er een nieuwe aangesloten en is het tijd voor Boots en band om het podium te betreden. Een laatste trekje van zijn joint nemend springt Jesse Hughes tevoorschijn en zijn brede glimlach is nog net te zien onder zijn dikke snor. Het volgende dat opvalt is de bassiste die de spots in wandelt. Ze komt niet boven de 1 meter 70 uit en is gekleed in een schoolmeisjes outfit waardoor alleen maar te gissen is naar haar leeftijd. Onder luid gejuich beginnen ze te spelen en Boots vertelt dat hij zo blij is dat hij weer in Amsterdam optreed. Na ‘Love You All the Thyme’ ijsbeert hij over het podium allerlei wilde verhalen spuiend als het geluid wederom wegvalt. En ja hoor, diezelfde jongedame kon haar drankje niet in haar glas houden. Ze houdt zich van de domme terwijl haar de huid volgescholden wordt door de roadie maar Boots sust de boel en neemt haar niets kwalijk.
De stekkerdoos is weer vervangen en het concert gaat vrolijk verder. Na een paar songs van zijn solo album ‘Honkey Kong’ stuurt Boots de rest van de band van het podium en zet in zijn eentje een maar al te bekend intro in: ‘Cherry Cola’ van de Eagles of Death Metal. Gejuich van herkenning vult de zaal en terwijl Jesse af en toe een steekje in zijn gitaarspel laat vallen zingt de zaal uitbundig mee. Maar daar blijft het niet bij: hij speelt ook nog een verzoek nummer (‘Miss Alissa’ van het album EoDM album ‘Peace Love Death Metal’), ‘Stuck in the Metal With You’ (de Stealers Wheel cover bekend uit Reservoir Dogs) en ‘Whorehoppin’ voordat de band weer terugkomt. Hierna is het tijd om iedereen voor te stellen en naast zijn band vergeet Jesse ook de geluidsman en de merchandiseman niet te noemen. Dan wordt de roadie het podium opgesleept en achter de keyboards geplaatst. Het is namelijk tijd voor ‘Complexity’. Tijdens dit nummer is te merken dat er wat gerommel onder het publiek ontstaat en, net als bij onweer, is het nu wachten op de donderslag. Die komt tijdens het EoDM nummer ‘I Only Want You’ als de pit gestart wordt.
De muziek vervaagt tot een waas en een gevecht om me staande te houden begint. Schurende lichamen, schorre kelen en rondvliegende zweetdruppels zijn nu mijn belevingswereld. Dit stopt tijdens een gitaar battle tussen Boots en zijn gitarist. In deze relatieve rust trekt Boots het irritante Amerikaanse meisje het podium op en haar ogen glimmen. Het lijkt erop dat ze eindelijk haar minute of fame krijgt. Helaas voor haar wordt ze meteen het podium afgeloodsd en Boots haalt met een glimlach zijn schouders op. Hij heeft het publiek aan het podium een fijne gunst bewezen. Even later komt einde van het concert in zicht en terwijl de band al de aftocht blaast kan Jesse het niet laten om in zijn eentje toch nog even een nummer te spelen. Een bekend du du du du du dum bereikt onze oren en iedereen weet hoe laat het is: “I want you so hard, I want you so good!” klinken onze raspende stemmen. Daarna vertrekt ook de besnorde frontman van het podium maar het geheel komt even later terug voor een korte toegift van één nummer waarna de drummer zijn stokken het publiek in gooit en ik er uit puur toeval een vang.
In Bitterzoet is het zo dat als je direct na een concert vertrekt je gedoemd bent om een uur in de rij te staan voor je jas. Hier heb ik van geleerd en drink eerst even een biertje voordat ik aanstalten maak om te vertrekken. Gewapend met een drumstok en bezweet over mijn hele lichaam begeef ik me naar de uitgang om nog net op tijd de trein terug naar huis te pakken.