Daar zit ze dan, aanstormend cabarettalent Nina de la Croix. Zichtbaar genietend van de zon in Amsterdam. Met haar debuutvoorstelling ‘Alles kan kapot’ zaten de zalen vol en kreeg ze lovende recensies. Nu komt ze met een nieuwe voorstelling. Bas. De verwachtingen zijn hoog, maar van stress is totaal geen sprake. “Er is geschreven over mijn debuutvoorstelling: “Nina de la Croix smaakt naar meer”. Dat zag ik uiteraard als steun in de rug; ik mag doorgaan en meer van mezelf laten zien de komende jaren. En doen wat ik leuk vind. “
Op haar achttiende verhuisde ze van Edam naar Amsterdam om te studeren. “Toen ik in de puberteit kwam wilde ik lang haar, mooie kleren en musicalliedjes zingen. Dat is lange tijd mijn droom geweest. Ik had Miss Saigon gezien. Ik dacht; die kan ik ook spelen. Dat dacht ik echt. Ik vond mezelf helemaal dat type. Ik was veertien en zat enorm te balen dat ze niet even wachtten tot ik oud genoeg was om auditie te mogen doen.” Vandaar haar keuze voor de Frank Sanders Academie voor Musicaltheater, maar daar ontdekte ze: “Ik zing liever liedjes van Theo Nijland en Brigitte Kaandorp dan de musicalklassiekers… Vandaar dat ik na mijn afstuderen besloot verder te studeren aan de Amsterdamse Toneelschool en Kleinkunstacademie, waar ik in 2006 mijn diploma haalde.”
Het leven is niet zo gepolijst als in de musical, ontdekte ze naarmate ze ouder werd. En die scherpe kantjes wilde ze ook op het toneel laten zien. Dat is het verraderlijke van Nina de la Croix. Als ze het podium betreedt, denk je nog: daar staat een opgeruimd meisje, een prettige verschijning. Fris en vrolijk. Tot ze gaat vertellen en zingen. Dan blijken haar teksten plotseling een donkere kant te hebben, hoe aangenaam en zuiver haar stem ook mag klinken. Dat ze in het Amsterdams Kleinkunst Festival 2007 in de finale stond was een bevestiging van haar talent. “Dat ging zo goed, van de eerste ronde tot de finale, dat ik ineens in het theater stond met mijn eigen programma. Ik wist: dit kan ik, dit vind ik leuk, dus laten we het proberen en dat is nu al vier jaar aan de gang. Als ik mijn flyers in de theaters zie liggen, dan denk ik: Jaahaa, het is niet voor niets geweest allemaal.”
En dan nu ‘Bas’. Als eerste denk je aan een man. “En als ik nou vertel dat ik klassiek cabaret maak dat bestaat uit verhalen, maar ook vooral veel grappige en mooie liedjes. Waar denk je dan aan?” Ja, dan denk je aan het basgeluid in de muziek. “Beide gedachtes komen aan bod. Maar de rode draad van het verhaal is de zoektocht naar de baslijn in je leven. De ondertoon. Dat wat leven echt belangrijk maakt.” Direct daarna vertelt Nina: “Het is gebaseerd op eigen verhalen, zo werk ik eigenlijk altijd; autobiografische verhalen zodanig uitwerken dat ze grappig, herkenbaar en dus ook universeel worden” Een rond verhaal vertellen, met een kop en een staart, herkenbaarheid, humor en muziek typeren de stijl van Nina de la Croix. “De voorstelling ‘Bas’ is muzikaler en heeft iets meer diepgang. In “Alles kan kapot” moest ik mezelf nog voorstellen; dit ben ik en dit kunnen jullie van mij verwachten. Nu kan ik alle tijd benutten om het verhaal nog meer uit te diepen en nog meer grappen te maken. Dat is het grote verschil,” legt Nina uit. “En met muzikaler bedoel ik niet dat er veel meer gezongen wordt dan voorheen, maar de liedjes zelf zijn anders. Dit keer heb ik meer samengewerkt met anderen. Mannen vooral. Die hebben net weer een andere kijk op dingen. Dus ook voor mannen is ‘Bas’ leuk om naar te kijken.”
Nina springt nog weleens van de hak op de tak. Maar met ‘Bas’ houdt ze daar rekening mee. “Er is een duidelijk overzicht. Ik ga er in de voorstelling vanuit dat de wereld vergaat op 21-12-2012, en maak daarom een ‘wat-wil-ik-nog-doen-voordat-het-over-is’-lijst. Dat zorgt voor een mooie kapstok om alle verhalen aan op te hangen; ik zal de lijst stapsgewijs met het publiek doornemen. Zo wil ik bijvoorbeeld mijn rijbewijs nog halen en mijn hoogtevrees overwinnen. En het allermooiste zou zijn als ik het publiek dat naar mij komt kijken een heel leuke avond kan bezorgen en kan inspireren. Ik denk dat dat stiekem bovenaan mijn lijst staat.” Meer informatie via www.VEtheater.nl.
Foto (c) Jeroen van Amelsfoort
Met dank aan Marjolein Seedrak en Moesson.