Al eerder deze maand was Noah and the Whale in Nederland, de Londense Indy groep deed toen Utrecht aan, maar maandagavond was het tijd voor Amsterdam, kleine zaal Melkweg die dan ook helemaal uitverkocht was.
Als de zaal vol staat is het tijd voor het voorprogramma, Exlovers, dit bandje, ook uit Londen, bestaat uit vier heren en een dame, alle leden hebben ergens wel een zichtbare tatoeage zitten en ze maken dan ook de muziek die je bij deze stoere mensen verwacht, rock. Hoewel ze goed spelen en leuke catchy liedjes hebben die niet te lang duren, krijgen ze het publiek niet enthousiast en kan na elk nummer maar een matig applausje af. Zelfs als er een gratis mp3 wordt weg gegeven reageert het publiek flauwtjes, er worden nog wat grapjes gemaakt door de band maar ook deze komen niet aan. Als de set is afgelopen probeert het publiek nog een keer te laten zien dat ze niet de kwaadste zijn en applaudisseren met iets meer enthousiasme. En als er wordt afgebouwd blijkt er toch nog een fan te zijn, deze wordt dan ook met alle aandacht en liefde behandeld, hem wordt een setlist en een plectrum toegestoken, welke meteen in een tas verdwijnen, niemand die ze nog kan afpakken. Zo is de avond van Exlovers misschien toch nog een beetje goed afgelopen.
Maar waar is het publiek dan voor gekomen? Duidelijk voor Noah and the Whale, als het intro muziekje aankondigt dat de mannen er aan komen, schuift het publiek de laatste centimeters naar voren, alles om zo veel mogelijk te kunnen zien. Als de heren, gekleed als echte dandy’s, op het podium staan laat het publiek horen dat ze over stembanden beschikken en heten de band op deze manier luidkeels welkom.
Zanger Charlie Fink zet het eerste nummer, ‘Blue Skies’, in en durft het publiek geen geluid meer te maken, aandachtig wordt er geluisterd. “We are Noah and the Whale” kondigt de band zich na afloop van het nummer aan, de zaal durft weer te ademen. Als dan ‘Tonight’s the kind of Night’ wordt ingezet durft het publiek het aan om voorzichtig mee te zingen, iets wat de band aanmoedigt en dan gaat het dak eraf, na het mee zingen wordt er ook voorzichtig mee gedanst en, je zou het bijna niet geloven, er wordt mee gesprongen.
Heel even stort de set een beetje in, “we’re now at our Romantic part of the set” een tekst die het publiek begrijpt als; tijd om bier te halen en met elkaar te kletsen. Gelukkig duurt het niet te lang, met tien minuten zijn we het romantische deel gepasseerd en over gegaan in, zoals Charlie zelf zegt, “the up beat part”. Dit is wat het publiek leuk vind, waarvoor ze komen, snel wordt het bier vergeten en komen de voetjes weer in beweging.
Het enthousiasme van de band, en dan vooral violist Tom Hobden die met zijn roze wangetjes een zeer schattige en kinderlijke uitstraling heeft, werkt aanstekelijk op het publiek en menig meisje heeft een grote glimlach op het gezicht. Na meer dan een uur spelen gaat de band van het podium af, in de zaal overstemt het applaus de muziek en al snel is de band terug. Nog een half uur wordt vol gespeeld met als afsluiter, single, ‘L.I.F.E.G.O.E.S.O.N.’ een nummer dat de zaal goed bevalt en mee zingt, al is het niet uit volle borst. Nog een maal worden we bedankt voor het luisteren, en aan de glunderende gezichtjes te zien menen ze het. De band gaat af en terwijl ik de uitgang zoek vang ik een gesprek op; “dit is een perfecte combinatie van Indy en poppy!” Ik ben het er helemaal mee eens!
Foto’s (c) 2011 Nathalie Bauland