Na mijn jas ingeleverd te hebben bij de juffrouw van de garderobe struin ik de Oude Zaal van de Melkweg in en kijk eens goed om me heen. Een handjevol mensen staat in groepjes wat met elkaar te kletsen onder het genot van een biertje. Het is een vrij gemengd publiek valt me op; Ik spot hier en daar een jeugdig gezichtje tussen de 40-ers en 50+ers. Terwijl het podium leeg blijft schallen de bekende en minder bekende hits van weleer uit de speakers; met een half oor kan ik Charles Bradley (gecamoufleerd als hit van weleer, maar eigenlijk pas net uit) ontdekken waarna Ray Charles voorbijkomt, Screaming Jay Hawkins een liedje blért en ook ‘Smokestack Lightning’ van Howling Wolf de revue passeert. Ik heb mijzelf intussen ook van een biertje voorzien waarna ik een beetje aan de toog hang, wachtend tot iemand het podium betreed. Een half uur en twee biertjes later hang ik daar nog steeds. Volgens mij ben ik een beetje vroeg.
Eindelijk wandelt er dan iemand het podium op. Zijn peper-en-zout-kapsel past goed bij zijn witte T- shirt en grijze pantalon. De man neemt plaats achter een verscheidenheid aan keukengerei terwijl een evenzo geklede man een gitaar oppakt en een jonge vrouw met een grote bos bruine krullen het podium oploopt. De band begint te spelen, en ook al is het niet de artiest waarvoor iedereen is gekomen, het publiek knikt al snel mee op de maat van de muziek en een enkeling probeert de liedjes mee te neurieën. Na een paar jazzy liedjes die, gecombineerd met haar stem, lichtjes doen denken aan Nina Simone en een jonge Ella Fitzgerald stelt de dame zich voor als Kris Berry. Hierna schuifelt een derde man het podium op; deze is gewapend met een trompet. Het volgende nummer heeft dan ook een trompetsolo waarin Ms. Berry, al heupwiegend, de zaal in zich op neemt. Wanneer de band uitgespeeld is nodigt Kris Berry ons uit om op 27 april in de kleine zaal van Paradiso te zijn alwaar hun volgende concert zal plaatsvinden.
Wederom is het podium leeg. De gitaar en trompet zijn verdwenen en de percussionist heeft zijn potten en pannen ook bijeengeraapt en weer meegenomen. Gelukkig verschijnen The True Loves niet lang daarna tentonele en het publiek begint spontaan te klappen. En dan, eindelijk, voegt Eli “Paperboy” Reed zich bij zijn band. Hij mag dan niet de meest imposante bijnaam hebben, maar met zijn 26 jaar staat hij zelfverzekerd op het podium alsof hij dagelijks optreed en jaren podiumervaring heeft. Hij schenkt het publiek een korte grijns, verwelkomt hen en laat weten dat het veel te lang geleden is dat hij in Amsterdam was. Dan pakt hij zijn gitaar, bestickert met de letters E L I, en begint te spelen. Na enkele nummers wordt het intro van ‘It’s Easier’ ingestart, maar in plaats van het nummer te beginnen adresseert Eli het publiek. Hij kijkt ons diep in de ogen en legt uit dat het soms erg moeilijk is om maanden te touren en degene waarvan je houdt moet missen. Als een echte gospel dominee houdt hij zijn preek waarna de rest van de band bijvalt en hij zijn hart uitstort.
Soms is het lastig de aandacht bij Eli te houden omdat de band een soort van stiekem spelletje speelt als ze denken dat niemand het ziet. Telkens als de drummer een flesje water opendraait gooit hij het dopje naar de bas- en gitarist terwijl hij in zichzelf zit te gniffelen. En als het flesje leeg is gaat die er zelfs achteraan! Gelukkig kunnen de beide gitaristen de grap blijkbaar wel waarderen want, ondanks hun onmacht, grijnzen ze breed terug. Samen met The True Loves speelt Eli “Paperboy” Reed de sterren van de hemel terwijl alle bekende nummers voorbij komen: onder andere ‘Young Girl’, ‘Name Calling’, ‘Come and Get It’ van de nieuwste langspeler (en debuut op een groot label) Come and Get It, ‘Stake Your Claim’, ‘The Satisfier’, ‘I’m gonna Getcha Back’ van Roll with You en een enkele track van zijn eerste album Sings Walkin’ and Talkin’ and Other Smash Hits.
Uiteindelijk zijn de heren dan toch echt klaar met spelen en vertrekken onder luid gejuich en geklap de coulissen in. Gelukkig is er altijd nog de toegift waar ze toch weer voor op komen. Een oplettende luisteraar en kenner van het reportoire gilt uit het publiek “We’re doin’ the Boom Boom!!” waar Eli om moet lachen en een paar tellen later dat nummer instart. Pas tijdens deze encore valt me de lichtshow pas op. Zoals Eli daar zo staat in zijn tenue dat zo bij zijn muziek past en de gele, rode en blauwe lichten op hem schijnen lijkt het net alsof ik in een soort van Prom-night scene uit een ‘70s film ben beland.
Na de toegift van vijf songs is het toch echt uit met de pret en wandelen Eli “Paperboy” Reed en zijn True Loves van het podium om deze avond niet terug te keren. De band kan terugkijken op een mooie show terwijl het publiek volop meezong en danste. Niet slecht voor een artiest waar de platenlabels zich eerder niet aan wilden branden omdat ze vonden dat Eli ‘te retro’ was. Fortuinlijk genoeg kan hij nu meevaren op de golf van retro artiesten waarmee we tegenwoordig overspoeld worden, maar Mr. Reed hoeft zich geen zorgen te maken dat hij in de vergetelheid raakt.