Jazzliefhebbers zullen zijn naam misschien kennen, maar de meeste mensen kennen hem waarschijnlijk niet; Gregory Page. Hij speelde eerder al in Nederland op het North Sea Jazzfestival, en vorige maand speelde hij ook voor een aantal uitverkochte zalen in Nederland. Daarnaast was hij in diverse radio- en tv-programma’s te zien waar hij zijn Europese debuutalbum ‘Promise of a Dream’ promootte. Eén van die programma’s was ‘Vrije Geluiden’ waar hij 26 september optrad en een interview gaf. Daar werd terecht opgemerkt dat zijn muziek optimistisch melancholisch is, melancholie met een glimlach. Dit klinkt heel cheesy, maar bij hem is het oprecht, een zelfde oprechtheid die ik ook bij Eels zo waardeer.
‘Sleeping Dogs’, waarmee ‘Promise of a Dream’ opent is hiervoor illustrerend. Het intro met een akoestische gitaar voelt eenzaam aan, niet vreemd, Gregory Page heeft dit nummer immers geschreven toen hij eenzaam op een koude kamer zat in Melbourne en hij heimwee had naar zijn thuisstad San Diego. Zijn hele leven is hij al erg op zichzelf; de gitaar noemt hij zijn beste vriend. Deze melancholie weet hij ook in zijn stem te uiten, maar zijn hoge uithalen waarin hij zich helemaal over lijkt te geven, voelen aan als een opluchting, waardoor de luisteraar niet met de zware last zit opgescheept (en hij evenmin). Zijn stem is overigens zeer typisch en daardoor lastig te omschrijven; soms half fluisterend alsof hij een brok in zijn keel heeft, tegen een verkoudheid aan en soms een beetje doorrookt, maar wel zuiver en toonvast, dus zonder de negatieve lading van de omschrijving. In het slechts twee minuten durende ‘Bumble Bees & Me’ vind ik het heel mooi hoe hij zich mee laat slepen door de melodie. Dit doet hij met rustige uithalen, die in vrijwel alle nummers voorkomen en mede verantwoordelijk zijn voor de melancholie. ‘Saturday Night Blues’ zou ik eerder jazz dan blues noemen, maar de titel geeft voor de rest wel goed de sfeer van het nummer aan.
{slide=Gregory Page – Sleeping Dogs}http://www.youtube.com/watch?v=yD8eNN46IoY{/slide}
Zowel zijn vader als moeder waren muzikant. Zijn moeder heeft zelfs in 1965 (toen Page twee jaar oud was) met The Beatles opgetreden in Spanje. Zijn vader kende hij toen nog niet, die ontmoette hij pas een paar jaar geleden voor het eerst. Dat was in Parijs, een stad waar hij graag komt om inspiratie op te doen. Daarom is het ook niet vreemd dat één van zijn nummers een Franse titel heeft; ‘Bon Voyage Mon Cheri’. Dit zijn overigens de enige Franse woorden in een nummer dat het Parijselijk sfeertje goed weet te vertolken. De overgave waarmee hij dit nummer zingt, doet vermoeden dat het zijn ‘favoriete nummer’ is.
Het titelnummer had net zo goed uit de jaren ’40 of zelfs eerder kunnen komen. De instrumenten, het geluid, het subtiele pianospel en de tekst van dit onschuldige liefdesliedje; in alles komt het overeen met de muziek die doorgaans was in die tijd. Ook ‘Love Made Me Drunk’ doet ‘oud’ aan. Hierin valt de accordeon op, maar nog veel meer de vrouwelijke stem die werkelijk uit het verleden lijkt te komen, alsof het een sample is van een nummer uit die tijd. ‘Everyone’s Happy’ is wederom een melancholisch nummer, maar dit nummer klinkt wel vrolijk waardoor de luisteraar die toch een beetje somber is geworden van dit album, wordt opgevrolijkt.
Het merendeel van de nummers is goed tot heel sterk, daar is geen enkele twijfel over. Wat verder van belang is voor een doorbraak, is of het zich onderscheid van de massa. De nummers an sich zijn niet vernieuwend, maar Gregory Page valt op door zijn unieke stem en de oprechte manier waarop hij zijn muziek brengt. Dit maakt niet alleen de muziek en zanger geloofwaardiger, maar weet het gevoel veel meer aan te spreken dan hoe melancholische muziek dit doorgaans doet. Promise of a Dream bevat enkele langdradige nummers, maar dit is niet storend voor het geheel. (8.5/10) (AG Music)