Soms gaat het helemaal goed, soms gaat het helemaal minder. In het geval van Hunters Moon, met hun album getiteld The Serpent’s Lust gaat het eigenlijk beide kanten op.
Kwalitatief gezien is het een uitstekende plaat. Een aangename grunt (iets te ver weg in de mix, helaas). Muzikaal zitten de composities knap in elkaar, al wordt het soms iets te langdradig. Muziektechnisch gezien is het allemaal wel prima. De eerste tracks gaan naadloos in elkaar over, en het lijkt dan ook of het één nummer is – totdat Baphomet langs komt. Baphomet, nummer 4 op de cd is een aangename verrassing op de teneur van de cd tot dan toe. Er gebeuren hele leuke dingen en de cd lijkt zich muzikaal te openen. De gitaarsound (met name bij de solo’s) in de eerste tracks is ronduit slecht te noemen en klinkt als het geluid van een elektrische klavecimbel. Pas bij de track Baphomet gebeuren er erg leuke dingen. Ook is het gitaargeluid opeens een stuk beter. Om niet te zeggen: goed.
De titelsong, The Serpent’s Lust, verrast door wederom compleet anders te klinken. De drumpartij is opeens wat punky en de track dreunt lekker door. Helaas is het geluid van de gitaar opnieuw erg slecht. Het klinkt alsof het is opgenomen in een koekblik.
De laatste track, The Last Rites, is, sorry dat ik het zeg, complete tijdsverspilling. Een erg slechte, maar vooral compleet uit de toon vallende afsluiter van een cd die technisch gezien zeer aardig in elkaar zit, en op sommige momenten zelfs erg goed (mooie opnames, fijne mix – behalve een klein minpunt wat betreft de zang, dan). Het nummer Baphomet springt er positief uit. De gitaarsound in dit nummer is, in tegenstelling tot de rest van de plaat, lekker en goed. Van het hele project klinken alle tracks anders, waarvan een aantal prettige tracks, maar ook wat mindere momenten. Al met al toch nog een 7 (voor de kwaliteit). Ik koop hem niet, want de verrassing is er af. Niet slecht. Niet goed. 7/10