Het instrument is goed te zien op de hoes van ‘Live in Europe’: onder de bezwete, kletsnatte haren van de gitarist, in een rode gloed, is de gitaar te bewonderen. En een wonder is het. Er zit nauwelijks nog verf op de body, slechts aan de rand is nog te zien dat dit ooit de kleurstelling sunburst moet hebben gehad. Boven de slagplaat zie je alleen het kale hout. Deze gitaar heeft geleefd en geleden. Zoals het hoort in de blues. Vanaf september is deze gitaar officieel een museumstuk.
Rory Gallagher: de Ierse bluesgitarist die bekend stond om zijn rauwe sound, zowel vocaal als gitaartechnisch. De man overleed in 1995 maar niet zonder een geweldige erfenis achter te laten. Om te beginnen en vooral zijn muziek, maar ook zijn iconische gitaar: een Sunburst Fender Stratocaster uit 1961. De gitaar waar bijna geen lik verf meer opzit, werd vorig jaar oktober door veilinghuis Bonham geveild voor bijna negenhonderdduizend pond. Er hadden rijen gestaan op de dag van de veiling: vooral van mensen die de gitaar nog eens live wilden zien. De nieuwe eigenaar, concertpromotor Live Nation, deed vervolgens het enige juiste met de gitaar: vanaf september wordt de gitaar van Rory toegevoegd aan de collectie van het National Museum of Ireland.
De gitaar van Rory is een uniek instrument. Natuurlijk vanwege het uiterlijk: alsof hij het instrument door de shredder heeft gehaald. Op diverse plaatsen op de body is alleen het kale hout nog te zien. De gitaar zag er al snel zo gehavend uit, volgens familie omdat het zweet van Gallagher de verf letterlijk deed oplossen. Maar het uiterlijk is niet het enige dat deze gitaar uniek maakt.
De gitarist uit het Ierse Cork wijzigde zo’n beetje alles wat er aan een gitaar gewijzigd kan worden, om dat specifieke, rauwe geluid te krijgen. Luister naar het album ‘Tattoo’ uit 1973 en dan specifiek naar de tracks ‘Tattoo’d Lady’ en ‘A Million Miles Away’. Dat geluid. Dat is geen standaard Stratocaster-sound, niet het geluid dat de gitaar had toen Gallagher het instrument voor honderd Ierse ponden kocht in 1963.
Om dat geluid te krijgen verving Gallagher de pick-ups. Alleen het middelste van de drie single coil-elementen was nog origineel. Bovendien wijzigde Gallagher de bedrading: de onderste knop op de gitaar die de toon bepaalt, werd verbonden met de volumeknop, direct onder de snaren, zodat hij met één knop volume en toon kon veranderen. De driewegschakelaar voor de pick-ups verving hij voor een schakelaar met vijf standen wat hem meer mogelijkheden gaf om elementen uit of in te schakelen.
Natuurlijk is Gallagher niet de enige gitarist die een gitaar flink modificeert. Vooral de Fender Stratocaster – inmiddels is het basismodel 72 jaar oud – leent zich voor ingrijpende wijzigingen. Supershredder Yngwie Malmsteen veranderde zijn Olympic White-Stratocasters ook aanzienlijk. De meest opvallende verandering bij Malmsteen is de hals van de gitaar: de ruimtes tussen de frets – jumbo frets – zijn uitgehold. Het effect van dit ‘scalloping’ is dat de gitarist met heel weinig druk van de vinger al de noot kan laten klinken, de gitaar krijgt een snellere actie – al vergt dit wel een techniek die maar weinig gitaristen echt goed beheersen.
Het is blijkbaar een ding om de Stratocaster aan te pakken en deze volledig naar eigen inzicht om te bouwen, veel meer dan het geval is bij een Gibson Les Paul, die doorgaans in de originele staat worden gehouden. David Gilmour verbouwde het nodige aan zijn zwarte Stratocaster uit 1968. Pick-ups, bedrading, tremolo, zelfs de aansluiting voor de versterkerkabel: de Pink Floyd-gitarist pakte alles aan. In 2019 verkocht Gilmour de gitaar voor een kleine vierhonderdduizend dollar.
En dan de Stratocasters van Clapton: blackie en brownie waren regelrechte bouwpakketten. Slowhand kocht in Nashville ooit eens zes gitaren, haalde ze uit elkaar en stelde er drie samen die precies waren zoals hij ze wilde hebben.
Het beroemdste bouwpakket zal echter de Frankenstrat zijn van Eddie van Halen, hoewel dat eigenlijk geen gewijzigde Stratocaster is. De beroemde gitaar van Van Halen heeft onderdelen van een Stratocaster, waaronder een afgekeurde body en de brug van een strat uit ‘58.
Al die modificaties zijn een markt op zich geworden. Duizenden fans die dromen van een gitaar zoals die van hun helden. En dus brengen gitaarfabrikanten al een tijdje zelf zogenaamde signaturemodellen op de markt, feitelijk ‘verminkingen’ van de fabrieksmodellen. De Van Halen-fans zijn het goedkoopst uit: voor nog geen veertienhonderd euro speel je op een Frankenstrat-replica. Voor zo’n 2600,- koop je een Malmsteen, een ‘Vintage White’ met uitgehold fretboard. Een replica van Clapton’s Blackie kost iets meer, voor ruim vierduizend euro waan je jezelf Slowhand.
Maar er is een gitaar die de kroon spant: de Gallagher Relic Strat, een exacte kopie van de gitaar van Rory. Voor ruim zesduizend euro heb je een gitaar zoals de Ierse bluesgigant die had: met verschillende stemmechanieken (vijf Sperzel en één Gotoh), aangepaste pick-ups en tremolo. En natuurlijk met de finish die de afgebladderde staat van Gallagher’s gitaar nabootst. Voor zesduizend euro koop je dus een gitaar die doet alsof hij heeft geleefd.
Maar al die gitaren missen één element: de gitarist zelf. Er is maar één persoon die de specifieke sound uit zo’n instrument kan halen, die precies weet hoe hij een snaar moet aanslaan, hoeveel druk hij moet uitoefenen op de fret, welke eigenaardigheden de stemmechanieken hebben en hoe ze daarmee bepaalde effecten kunnen bereiken, hoe ze de noten kunnen laten zingen, brullen, schreeuwen, fluiten en gieren.
De gitaar van Rory klonk zo omdat Rory erop speelde. Ruig en hard, soms heel ingetogen, maar altijd met het juiste gevoel zodat de gitaar precies deed wat Gallagher wilde, klonk zoals hij dat wilde. Op veel live-opnames hoor je hem even kort een paar snaren aanraken voordat hij een nummer echt inzet: even aftasten, proeven, luisteren: geeft de gitaar de gewenste feedback? De gitaar was veel meer dan gewoon een instrument. Gallagher zelf noemde de gitaar ‘zijn beste vriend’, een persoon, iemand die leeft.
Aan Jimi Hendrix werd eens gevraagd hoe het voelde om ‘s werelds beste gitarist te zijn. ,,Geen idee,” zei Hendrix volgens de overlevering: ,,Dat moet je aan Rory Gallagher vragen.”
Er is maar één gitaar die daadwerkelijk ruikt naar het zweet van zijn meester. Waarvan het kale hout het verhaal vertelt van een Ierse jongen die voor een godsvermogen een gitaar kocht. Een gitaar die hem wereldberoemd maakte. Die gitaar geeft zichzelf pas bloot als hij wordt bespeeld door zijn werkelijke eigenaar, al deed Joe Bonamassa een verdienstelijke poging toen hij van broer Donal Gallagher de gitaar in 2011 twee avonden mocht lenen om zijn Hammersmith Odeon-shows te openen met ‘Cradle Rock’. Een song van Gallagher, op de gitaar van Gallagher, maar het was niet Gallagher. Dat probeerde Bonamassa ook niet te zijn: hij weet aan wie hij schatplichtig is en speelde met eerbied op het instrument. Ook hij wist dat er maar één man was die de Strat werkelijk kon laten janken, kermen en spugen.
Er is tenslotte maar één gitaar van Rory. En die staat vanaf september in een vitrine, in een museum in Dublin. De gitaar zal niet meer worden bespeeld, maar wie voor de vitrine staat en de ogen sluit, zal de snaren horen trillen alsof ze door een onzichtbare hand worden aangeraakt. Blijf dan staan en luister. Hoor hoe de gitaar kort wordt gestemd en dan het aftellen. Hoor ‘Laundramat’, ‘Moonchild’, ‘Bad Penny’ of ‘Shadow Play’.
De gitaar zal het verhaal vertellen. Rory on.
Naschrift: Joe Bonamassa geeft op 1,2 en 3 juli drie Gallagher Tribute-shows in het Ierse Cork, de geboorteplaats van Rory. Er schijnen nog kaarten te zijn voor 3 juli.