In de intieme ruimte van De Amor, de kleinere satelliet van De Roma in Borgerhout, kwamen afgelopen maandag twee bijzondere talenten samen die onder de vleugels van producer John Parish tot bloei zijn gekomen. Nadine Khouri en Adrian Crowley, beiden met recente albums die getuigen van een uitzonderlijke muzikale rijkdom, stonden voor de uitdaging om de gelaagde studiomagie te vertalen naar een sobere podiumervaring.
Kwetsbare schoonheid in een halfvolle zaal
Er hing een merkwaardige spanning in de lucht wanneer Nadine Khouri het podium betrad. De ruimte, bij aanvang teleurstellend onderbevolkt met slechts een vijftigtal toehoorders, bood een wrang contrast met de rijkdom van haar muziek. Haar album ‘Another Life’ uit 2023 – een juweel van hedendaagse popmuziek – verdient eigenlijk een overvolle zaal met ademloze stilte. Khouri, geboren in het door oorlog getekende Beiroet en nu gevestigd in Marseille, presenteerde zich met slechts een elektrische gitaar, loopmachine en beatbox. Het was een moedige keuze die tegelijkertijd de kwetsbaarheid van haar composities blootlegde. Zoals Virginia Woolf ooit schreef dat ‘de ziel eigenlijk een schaduw is die oprijst uit het zichtbare’, zo leek Khouri’s muziek in deze setting het tastbare bewijs dat sommige kunst haar volledige dimensie pas krijgt in de juiste context.
‘Vertigo’, op het album een adembenemende synthese van de prachtigste muziek en emotionele diepgang, verloor hier helaas het meest van zijn kracht. De song, in samenwerking met de Libanese filmmaker Tariq Keblaoui tot een prachtige videoclip verwerkt, leek nu ontworteld, een staalkaart geworden van wat het had kunnen zijn. Khouri zelf leek zich hiervan bewust, haar blik gefixeerd op haar spel, wellicht uit concentratie of uit een zekere nervositeit die het contact met het publiek bemoeilijkt. Toch bleven ‘Keep on Pushing These Walls’ en het titelstuk ‘Another Life’ beter overeind in deze uitgeklede vorm. Ze getuigden van Khouri’s onmiskenbare talent als songwriter, wiens composities, zelfs in hun meest elementaire vorm, een betoverende kwaliteit behouden – als ijskristallen die in een door zonlicht beschenen winterochtend breken.
De poëet en zijn schaduw
Na een korte pauze, waarin de ruimte zich vulde tot een comfortabele bezetting, verscheen Adrian Crowley. Met zijn recente album ‘Measure of Joy’ (februari 2025) heeft de Ierse songwriter opnieuw bewezen dat hij een meester is in het creëren van sfeer. Net als Khouri’s werk werd zijn album geproduceerd door John Parish, waardoor er een muzikale verwantschap ontstaat die deze dubbelaffiche logisch maakt. Crowley’s bariton, die onvermijdelijk vergelijkingen met Leonard Cohen oproept, vulde de ruimte terwijl hij zichzelf begeleide op gitaar, mellotron en een bescheiden beatbox. Af en toe verscheen Khouri op het podium om hem te ondersteunen met achtergrondvocalen en gitaarspel, waaronder een intrigerend gebruik van de Gizmotron – dat bijna vergeten effectapparaat uit de jaren ’70, ooit uitgevonden door 10cc-leden Godley en Creme.
Toch werd hier een vergelijkbaar patroon zichtbaar als bij Khouri’s optreden. De rijke gelaagdheid van de studioversies, waar Parish’ productiekunst elk detail tot leven brengt, maakte plaats voor een kaalheid die de compositorische eenvoud van sommige nummers blootlegde. Waar Khouri’s songs ook in uitgeklede vorm hun intrinsieke kwaliteit behielden, leken Crowley’s composities meer afhankelijk van de productionele context. ‘Swimming in the Quarry’, op plaat een fascinerend klanklandschap met een betoverende vocale performance, behield live het meest van zijn zeggingskracht. In de live-uitvoering is die kwaliteit nog steeds voelbaar, als een echo van een diepere ervaring.
‘Cherry Blossom Soft Confetti’ functioneert als uitsmijter, maar onthulde in deze setting een bijna oubollige bossa nova-achtige kwaliteit die op de plaat werd gemaskeerd door de ingenieuze productie. Het illustreerde hoe studio-alchemie soms fundamenteel is voor de artistieke identiteit van een nummer.
De productie als onzichtbare hoofdrolspeler
Deze avond in De Amor was uiteindelijk een studie in het contrast tussen studiokunst en livebeleving. Beide artiesten, hoe talentvol ook, worstelen met de uitdaging om muziek die in de studio tot leven is gebracht door de vaardige hand van John Parish, te vertalen naar een podiumsetting. Het deed denken aan wat W.G. Sebald ooit schreef over het verschil tussen herinnering en ervaring: “Wat we herinneren is niet wat we hebben ervaren, maar wat we ons hebben verbeeld.” Op vergelijkbare wijze leek het alsof het publiek deze avond niet zozeer de werkelijke songs ervaarde, maar een herinnering aan wat ze op plaat hebben beluisterd. Voor Nadine Khouri, wiens composities een inherente kracht bezitten, leek de oplossing te liggen in een volledige band die de nuances van haar werk tot hun recht kan laten komen. Voor Adrian Crowley is het vraagstuk complexer, aangezien zijn werk zo verweven is met de productionele omkadering dat een volledige vertaling naar het podium wellicht een grotere uitdaging blijft.
Desondanks bleef de avond een waardevolle kennismaking met twee bijzondere stemmen in het moderne muzieklandschap. Het liet zien dat zelfs in hun meest kwetsbare vorm, beide artiesten een authenticiteit en oprechtheid uitstralen die uiteindelijk overtuigt – niet ondanks, maar juist dankzij hun onvolmaaktheden.