Op 82-jarige leeftijd is Rob de Nijs overleden. De zanger is niet meer.
De zanger die ook Parkinson had. Ook, net als ondergetekende. Zo’n ziekte schept een zekere band. Rob de Nijs was de zanger die Parkinson in Nederland als geen ander een gezicht heeft gegeven. Een broos gezicht. Bevend. Met nauwelijks nog een stem die in de verste verte nog herinnerde aan de zanger die hij was en tot zijn dood wilde zijn.
Een flink aantal van zijn platen staan in mijn platenkast. De eerste die ik kocht was ‘Vrije Val’, een album uit 1986. Niet nieuw, maar een tweedehands exemplaar, ergens eind jaren negentig. Ik kocht het vanwege het nummer ‘Open Einde’ en eigenlijk vanwege die ene regel die alleen hij op die wijze kon vertolken: ‘God, ik hou zo van jou.’ Dat was mijn eerste kennismaking met Rob de Nijs. Zijn eerste nummer één-hit had hij toen net gescoord met ‘Banger Hart’, dat ik echt verschrikkelijk vond.
Gelukkig, want het was bepaald niet cool om Rob goed te vinden, als man aan het begin van zijn derde levensdecennium. De grunge was hip. Seattle ruled. En Rob was een soort Nederlandse schlager. Zelfs als guilty pleasure was het eigenlijk een no go-area.
Toch was die ene, prachtig gezongen regel de sleutel naar zijn oeuvre. De passie die Rob in zijn zang legde, was ongeëvenaard. En dus begon ik voorzichtig te verzamelen. Heel voorzichtig. Zoals elke verzameling begint dat bij mij met de aanschaf van een debuutalbum. ‘In de Uren van de Middag’ gold voor mij als het debuutalbum, in elk geval van de Rob de Nijs die ik beter wilde leren kennen. In de eerste plaats kocht ik de plaat vanwege de hoes: Rob die onderuit gezakt in een huiskamer zit, voor een boekenkast zoals een boekenkast moest zijn: rommelig, boeken schots en scheef, op elkaar gestapeld, schuin tegen elkaar aan vallend. Een witte papegaai en een grote kamerplant gaven de zanger een intellectuele laag. Dat kon niet verkeerd zijn.
De grote hits ‘Jan Klaassen De Trompetter’, ‘Malle Babbe’ en ‘Dag Zuster Ursula’ stonden op die plaat. Maar het mooiste was toch wel ‘Als Je Niet Meer Verder Kunt’, geschreven door Boudewijn de Groot op tekst van Lennaert Nijgh. Dit was gewoon prachtige muziek, bovendien gezongen door een zanger die precies wist waar en hoe hij emotie moest vertolken in een lied en daardoor precies op het juiste moment wist te raken. Vol, met overgave, nog seconden nadreunend op de golven van het kippenvel dat zich meester maakte van het lijf dat naar meer verlangde en het kreeg in de vorm van volgende platen, waaronder ‘Tussen Zomer en Winter’. In ‘Het Werd Zomer’ zingt De Nijs de mooiste regel uit de Nederlandse popgeschiedenis: ‘Toen zag ik jou, je riep me met je ogen’.
In de platenkast staan inmiddels diverse lp’s van Rob de Nijs. Ze worden regelmatig gedraaid. Rob de Nijs is … was… nee, is voor mij de zanger.
Totdat bekend werd dat hij aan Parkinson leed. De zanger werd als gevolg daarvan ook en misschien zelfs vooral het gezicht van Parkinson in Nederland. Het grote publiek zag wat de ziekte met hem deed, wat het met iemand doet. De zanger werd patient: bevend, broos, breekbaar. Parkinson gumt je uit, totdat alleen een contour overblijft, je blijft altijd iets zien van de mens die iemand ooit was. De rest wordt langzaam maar zeker gewist en er komen symptomen voor terug. De tremors, het gebroken en gebogen lijf, de bijna zielloze blik in een strak gelaat.
Dat was Parkinson. Maar het maakt van veel mensen ook strijders met onvermoede krachten. De wil om de zanger te blijven was sterker dan Parkinson. In 2022 gaf hij zijn laatste concert. Ook al had Parkinson hem vrijwel alles afgenomen, zijn stem deed het nog en dus kon hij nog steeds de zanger zijn.
Met het overlijden van Rob de Nijs verliest de ziekte een gezicht dat hij misschien een beetje tegen wil en dank is geworden, maar waarvoor ik hem wel dankbaar ben. Omdat de ziekte op die manier ‘iemand’ wordt, een ongenode gast die je eigenlijk zo snel mogelijk je huis uit wilt schoppen, maar die letterlijk blijft kleven.
En toch… voor mij zal Rob altijd in de eerste plaats de zanger zijn en blijven.
Doof nu het licht en sluit je ogen.
En vergeet de strijd.