Vrijdagavond was het concert van Claude in Paradiso met Luna als voorprogramma. Luna is een beginnende artiest die viraal is gegaan op sociale media. Ze stond te stralen op het podium en tijdens ‘Dat is het leven’ zong de hele zaal mee.
Daarna was het tijd voor Claude om het podium te betreden. De show werd geopend met ‘Écoutez-moi’, wat ook de openingstrack is van zijn nieuwe album ‘Parler Français’. Het publiek bestond uit verschillende soorten mensen: oudere mensen, jongere mensen, mensen die hem vanaf The Voice Kids volgen, of mensen die hem hebben gezien bij Beste Zangers.
Claude is in 2022 doorgebroken met zijn single ‘Ladada (Mon Dernier Mot)’ en veroverde meteen de eerste plek in de top 50 van Spotify. Hierna kwam ‘Layla’ uit, die meteen op internationaal niveau doorbrak. Zijn debuutalbum ‘Parler Français’ kwam op 15 november uit, waar zowel nieuwe als al oudere liedjes op staan.
Het was een speciale avond, omdat de dag ervoor bekend is gemaakt dat Claude Nederland gaat vertegenwoordigen bij het Eurovisie Songfestival. Speciaal hiervoor heeft hij een cover gemaakt die hij in Paradiso ten gehore bracht, ‘De Diepte’ van S10. Ook heeft Claude bekendgemaakt dat het songfestivalliedje tweetalig zal zijn.
Omdat dit ook de laatste Nederlandse show was van de tour, zat de show vol met verrassingen. Zo was Zoë Tauran er als surprise act. Zowel ‘Je T’aime’ werd samen gezongen, maar ook ‘Therapie’ werd gezongen. Toen ‘Vas-y’ begon, kwam Luna van achter de schermen en zong zij het deel van Suzan en Freek. Ook het bekendste liedje ‘Dat is het leven’ van Luna kwam nog een keertje voorbij, dat deze keer als duet werd gezongen.
Er was ook nog tijd om covers van Beste Zangers te zingen. Zo kwamen zowel ‘Mooi’ als ‘Ne Me Quitte Pas’ voorbij. Tijdens ‘Lelo Toko Bina’ ging Claude het publiek in om met iedereen te dansen. Ook ‘Ladada’ werd midden in de zaal gezongen. Al met al was het een waar feestje waar de hele zaal helemaal losging. Er werd gedanst, gezongen, gehuild, maar vooral hadden mensen een hele leuke avond.
Foto’s (c) Anniek Takken