Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt ervoor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we vandaag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.
Crippled Black Phoenix – The Wolf Changes Its Fur But Not Its Nature
De (gothic) rockband Crippled Black Phoenix viert hun twintig jarig bestaan met ‘The Wolf Changes Its Fur But Not Its Nature’. Op CD 1 staan nummers die de band eerder uitbracht. Het eigenzinnige ‘Forgotten Who We Are’ is het eerste nummer. De sfeer in ‘You Put The Devil In Me’ is totaal anders. Die variatie is er zowel tussen de nummers onderling, als binnen de nummers zelf. Crippled Black Phoenix heeft een eigen, ruwe en bijzondere stijl. Dat geldt zowel instrumentaal als vocaal. De meeste nummers zijn gezongen door Justin Storms en/of Belinda Kordic. De teksten zijn niet altijd makkelijk te doorgronden. Maar in combinatie met de muziek, geluidseffecten en sampling raken ze je wel. Dat geldt zeker voor ‘Goodnight, Europe’. Het kalme, instrumentale ‘(-)’ is net zo merkwaardig als de titel, maar ook nu blijft het boeien. Dit wordt prima opgevolgd door de epic ‘Song For The Unloved’, een duet tussen Ryan Patterson en Belinda. Deze acht nummers geven een fantastisch overzicht van de zeer gevarieerde nummers die ze uit hebben gebracht. CD 2 bestaat uit covers, natuurlijk in geheel eigen stijl. Soms is het even wennen, maar verrassend is het zeker. Het fysieke album is uitverkocht, geen wonder, want het is erg goed! (Esther Kessel-Tamerus) (9/10) (Season of Mist)
Yannis & the Yaw, Tony Allen – Lagos Paris London
Een teleurstellende samenwerking die de legacy van Tony Allen niet helemaal waardig is. Als meester-drummer en architect van de Afrobeat wekt Allen’s betrokkenheid bij een nieuw project altijd hoge verwachtingen. Helaas levert deze EP van vijf nummers, die gezamenlijk geen dertig minuten vullen, niet wat je zou hopen. De traditionele Afrobeat-elementen zijn weliswaar aanwezig in Allen’s karakteristieke drumwerk, maar worden overschaduwd door vlakke synthesizer-arrangementen die zich beperken tot simpele drieakkoordenschema’s. Dit doet afbreuk aan de rijke textuur die het genre normaal kenmerkt. Het nummer ‘Night Green, Heavy Love’ illustreert de belangrijkste tekortkoming van het album – een te traag tempo dat de essentiële groove ondermijnt waar Afrobeat om draait. De magische energie en spirituele diepgang die het genre zo bijzonder maken, lijken hier ver te zoeken. Hoewel Allen’s drumpartijen hun kwaliteit behouden, mist het totaalplaatje de complexiteit en levendigheid die Afrobeat zo karakteristiek maken. Het resultaat is een wat uitgeklede versie van het genre die de rijke traditie niet volledig recht doet. (Jan Vranken) (6/10) (Transgressive)
Tom Misch – Six Songs
In de laatste dagen van 2024 presenteert Tom Misch ons ‘Six Songs’, een EP die meer aanvoelt als een losse verzameling creatieve invallen dan een zorgvuldig samengesteld manifest. Toch weet Misch binnen dit informele kader, met zijn kenmerkende mengeling van neo-soul warmte en verfijnde productie, momenten van oprechte bekoring te creëren. De openingstrack ‘Insecure’ pulseert met een bescheiden zelfvertrouwen dat zijn titel tegenspreekt, het ritme als zonlicht dat door jaloezieën valt. Er is een onmiskenbare verwantschap met Jack Johnson’s ontspannen groove, hoewel Misch’s productionele verfijning – gescherpt door jaren van beatmaking en J Dilla-verering – extra lagen van sophisticatie toevoegt aan de ogenschijnlijk eenvoudige arrangementen. Door de EP heen demonstreert Misch zijn evolutie van slaapkamerproducer naar Blue Note-artiest voor kortere tijd, zonder ooit ver af te dwalen van de soulvolle toegankelijkheid die zijn vroege werk zoals ‘Beat Tape 1’ kenmerkte. De verzameling vormt een interessante tegenhanger van zijn recente elektronische verkenningen als Supershy, waarbij hij de digitale experimenten inruilt voor organische, pop-georiënteerde arrangementen die aanvoelen als vertrouwde gesprekken tussen oude vrienden. Hoewel ‘Six Songs’ niet dezelfde artistieke grenzen verlegt als zijn samenwerking met Yussef Dayes, vangt het iets even waardevols – het pure plezier van een getalenteerd muzikant in zijn element. Als een ervaren chef die een lichte amuse bereidt in plaats van een volledig diner, herinnert Misch ons eraan dat soms de meest bevredigende muzikale momenten voortkomen uit hun ogenschijnlijke moeiteloosheid. Deze EP voelt inderdaad aan als een muzikaal voorgerecht: smaakvol, licht verteerbaar, en met genoeg finesse om je nieuwsgierig te maken naar de hoofdgang. In een tijd waarin veel artiesten het jaar afsluiten met haastig uitgebrachte verzamelingen, onderscheidt Misch zich door zijn ongedwongen elegantie en vakmanschap, hoe bescheiden de portie ook mag zijn. (Jan. Vranken) (7/10) (Awal Recordings)
Visions of Atlantis – Live over Europe, Part 1
Tussen de golven van bombast en theatrale zeemansverhalen dobbert ‘Armada – Live Over Europe Part 1′ van Visions of Atlantis – een curieuze reis door Europa’s concertzalen die meer glans dan diepgang biedt. De Oostenrijks-Frans-Italiaanse formatie, met het vocale duet van Clémentine Delauney en Michele Guaitoli aan het roer, presenteert een live-ervaring die zo gepolijst is dat de ruwe charme van een echt concert bijna verloren gaat. In de opnames, waaronder een memorabel moment in Haarlem, ontvouwt zich een theatraal spektakel dat balanceert tussen symfonische metal en maritiem variété. De band, gehuld in piratengarderobe, creëert een klanklandschap dat doet denken aan een volwassen versie van jeugdtheater – technisch bekwaam maar vaak voorspelbaar in zijn uitvoering. De productie is, zelfs voor een live album, opvallend gestileerd en nagenoeg klinisch perfect. Waar authentieke live-energie zou moeten bruisen, horen we een strak geregisseerde voorstelling die meer gemeen heeft met een broadway musical dan met een metal concert. Het is vakmanschap, dat staat buiten kijf, maar de spontaniteit die progressive rock zo boeiend maakt, blijft achter in de haven. Voor liefhebbers van het genre biedt deze reis ongetwijfeld momenten van vervoering, maar de overproductie en voorspelbaarheid maken dit meer tot een gesimuleerde zeereis dan een echt avontuur op woeste muzikale wateren. (Jan Vranken) (5/10) (Napalm Records)
Olive – Brianna Fout
In het hedendaagse landschap van elektronische muziek, waar de grens tussen mens en machine steeds vager wordt, presenteert Olive ons ‘Brianna Fout’ – een album dat meer vragen oproept dan antwoorden geeft. Deze verzameling van 14 tracks komt in een verdacht snelle stroom van creativiteit – één van drie albums uitgebracht binnen een enkele maand. Voor een groep die ooit bekend stond om hun zorgvuldige productieproces, doet dit de wenkbrauwen fronsen. Waar hun werk uit 1996 glinsterde met organische texturen en Ruth-Ann Boyle’s karakteristieke vocalen, biedt ‘Brianna Fout’ ons stemmen die onnatuurlijk verwerkt klinken, ontdaan van de menselijke imperfecties die Olive’s muziek ooit haar ziel gaven. De productie, hoewel technisch bekwaam, draagt de onmiskenbare kenmerken van AI-generatie – té perfect, met arrangementen die eerder algoritmisch dan emotioneel geconstrueerd lijken. Dit is bijzonder verontrustend van producers Tim Kellett en Robin Taylor-Firth, wier werk met Simply Red en Nightmares on Wax juist blijk gaf van een diep begrip van organisch geluidsontwerp. Wanneer je deze vocalen vergelijkt met de iconische opnames uit de jaren ’90, wordt een disconnect zichtbaar die moeilijk te negeren valt. Waar Boyle’s originele uitvoeringen de zwaarte van geleefde ervaring droegen, zweven deze nieuwe tracks in een uncanny valley van perfecte imperfectie, wat wijst op zware AI-interventie, zo niet volledige generatie. Als dit daadwerkelijk een menselijke productie is, vertegenwoordigt het een zorgwekkende overgave aan AI-esthetiek – een keuze die de essentie van wat Olive’s vroege werk zo meeslepend maakte, ondermijnt. In beide gevallen staat ‘Brianna Fout’ als een waarschuwend verhaal over de kruising van kunstmatige intelligentie en artistieke integriteit in hedendaagse elektronische muziek. Dit is op zijn best een magere voldoende, een schim van wat Olive ooit was. De snelheid van productie en de klinische perfectie suggereren een creatief proces dat meer vertrouwt op algoritmes dan op artistieke visie. Voor fans van het originele Olive-geluid is dit een teleurstellende wending in hun muzikale reis. (Jan Vranken) (4/10) (Captain Music Group)