Vinylverzamelaars hadden tijdens Record Store Day op 29 november jongstleden
geluk: zij konden toen al de dubbel-lp bemachtigen met de registratie van het concert
dat Bill Evans op 26 juni 1970 gaf in het Noorse Kongsberg; een stukje jazz-
geschiedenis waarvan tot voor kort werd aangenomen dat er geen geluidsopnames
van bestonden. Het concert dat onderdeel was van het Kongsberg Jazz Festival, was
echter wel degelijk vastgelegd en naar nu blijkt, met een Bill Evans op zijn best. Dat
hoor je direct al in de opening ‘Come Rain or Come Shine’: de handen van Evans
glijden over de toetsen, virtuoos en vreugdevol. De pianist was overduidelijk in zijn
element.
Daar was niets vanzelfsprekends aan. Evans was juist op de terugweg van een
lange verslaving aan heroïne waar hij met behulp van intensieve methadon-
behandeling van afkickte. Die verslaving zou hem zijn hele verdere leven
achtervolgen, maar in de zomer van 1970 geeft hij precies wat het Noorse publiek wil
horen. Hij voelt feilloos aan dat dit publiek in de zomer vooral op zoek is naar wat
luchtiger materiaal, als tegenwicht voor de deprimerende duisternis waar de
Scandinavische volken gedurende de wintermaanden in verkeren.
Hoe anders is dat in juni van 1970: de Noorse zomer is buitengewoon warm en loom:
geen atmosfeer om somber in te worden. Om die reden geeft Evans een lichtere toon
aan oorspronkelijk wat meer melancholieke, zelfs zwaarmoedige nummers
waaronder ‘What Are You Doing the Rest of Your Life?’ en ‘Quiet Now’. Het publiek
reageert enthousiast en het ontlokt bij de pianist zelfs een compliment over de goede
smaak van de Noren. Kongsberg en specifiek het jazzfestival betekende veel voor
hem. ‘Het is een prachtige plek en ik voelde mij er erg op mijn gemak,’ zo liet hij later
optekenen.
Het is te horen. Het spel van Evans is ontspannen en brengt daarmee ook het beste
boven in het combo met bassist Eddie Gomez en drummer Marty Morell, de vaste
grootheden die hem jarenlang zouden begeleiden.
Kenners zullen ongetwijfeld opmerken dat veel composities in een iets hoger tempo
worden gespeeld, met meer nadrukkelijk ritme waardoor de stukken als vanzelf
opgeruimder, zelfs opgewekter gaan klinken. Een goed voorbeeld daarvan is ‘Some
Other Time’, een compositie van Leonard Bernstein die het schreef voor de musical
‘On the Town’ dat in het laatste oorlogsjaar uitkwam. De tekst vertelt over matrozen
die nog een laatste avond met hun meisjes doorbrengen voordat ze weer scheeps
gaan richting de oorlog. Dit gegeven, gecombineerd met een klassiek blues-schema,
levert in het originele arrangement een wat weemoedige sfeer op. Niet dat Evans er
een feestnummer van maakt, maar hij speelt het wel lichtvoetiger, krachtiger,
waardoor het in het tweede gedeelte zowaar bijna gaat swingen.
Een ander, meer dan bekend jazz-thema dat Evans live onder handen neemt, is ‘So
What’. Het is de opening van Miles Davis’ ‘Kind of Blue’, het album waarop Evans
zelf meespeelt en misschien nog wel meer als Davis zelf, de kleur bepaalt. Luister
eens naar het origineel op die plaat en dan naar de versie zoals Evans die speelde in
Kongsberg. Het tempo is flink opgeschroefd, met niet alleen een glansrol voor de
piano, maar zeker ook voor de contrabas en drums. Of iedereen dit kan bekoren,
mag een best tot enige twijfel leiden. ‘So What’ klinkt in dit arrangement spannender,
maar tegelijkerijd ook gejaagder. Het Noorse publiek vindt het evenwel prachtig, naar
het applaus te oordelen.
En dat publiek heeft altijd gelijk. Dat hoorde in die zomer van 1970 een pianist op de
toppen van zijn kunnen. Die hoorden een gelukkige Bill Evans en een combo die dat
perfect aanvoelde. Het moet een prachtige zomer zijn geweest, daar in dat kleine Noorse stadje.
(8/10)(Elemental Music)