In de wereld van elektronische muziek staat Underworld al decennialang synoniem voor innovatie en evolutie. De Britse formatie, die haar roots heeft in de vroege jaren ’80, heeft zich door de jaren heen steeds opnieuw weten uit te vinden. Van new wave band Freur tot de techno-revolutionairen die ze later werden, hebben Karl Hyde en Rick Smith een onuitwisbare stempel gedrukt op de elektronische muziekscene. Met hun nieuwe album ‘Strawberry Hotel’, hun eerste release in vijf jaar tijd, keert het duo terug naar een klankenpalet dat zowel vooruit als achteruit kijkt.
De productie, in handen van Underworld oprichter Rick Smith, draagt de ervaring van jaren vakmanschap. Smith, die zijn sporen verdiende met onder meer de soundtrack van Trainspotting 2 en zijn rol als musical director bij de openingsceremonie van de Olympische Spelen 2012, brengt deze cinematografische flair nadrukkelijk naar ‘Strawberry Hotel’. Maar waar deze theatrale aanpak in het verleden vaak tot memorabele hoogtepunten leidde, lijkt het op dit nieuwe werk soms door te slaan naar het overdadige. Neem bijvoorbeeld ‘Denver Luna’, een track die weliswaar imposant uit de speakers knalt en onmiskenbaar dansvloergericht is, maar tegelijkertijd worstelt met een bijna overdreven kathedraalachtige grandeur. Het nummer typeert de tweestrijd waar het hele album mee kampt: technisch impressionant, maar soms ten koste van subtiliteit en nuance.
‘Techno Shinkansen’ vormt mogelijk het hoogtepunt van het album, waarin moderne productiemethoden fuseren met een ‘Pleasure Dome’-achtige nostalgie die direct refereert aan Underworld’s rijke historie. Toch sluipt ook hier een zekere voorspelbaarheid in de compositie die het nummer uiteindelijk tekort doet. Wat opvalt is het hoge ‘camp’-gehalte dat door het hele album waart. Bij nummers als ‘And the Colour Red’ en de Nederland-refererende track ‘King of Haarlem’ rijst de vraag of we te maken hebben met tongue-in-cheek humor of een onbedoelde tijdreis naar de late jaren ’80. Deze retro-esthetiek werkt soms verfrissend, maar vaker verwarrend.
De vijftien tracks tellende plaat heeft zijn sterkste momenten in de kortere, meer gefocuste composities. Vooral in de eerste helft weet het album te boeien met zijn dynamische opbouw. Helaas verzandt de tweede helft in meanderend klankenbehang, waar een paar strategisch geplaatste intensieve tracks welkom waren geweest. ‘Strawberry Hotel’ is een album dat bij eerste beluistering intrigeert, maar bij herhaalde exposure steeds meer haar zwaktes blootgeeft. De productie is onmiskenbaar vakkundig en de eighties-vibe zal bij velen een snaar van nostalgie raken, maar als artistieke statement blijft het te inconsistent. Wat overblijft is een plezierige maar niet bijzondere toevoeging aan Underworld’s anders zo indrukwekkende discografie.
Hoewel het album mogelijk met meerdere luisterbeurten nog wat terrein kan winnen, mist het de urgentie en innovatieve spirit die Underworld’s beste werk kenmerkt. Voor liefhebbers van het genre is er genoeg te genieten, maar wie op zoek is naar de baanbrekende elektronische muziek waar de groep haar reputatie aan dankt, kan beter teruggrijpen naar hun eerdere werk. Met die constatering blijft er een goede voldoende, een zes, over als waardering voor dit album. Geen hoogvlieger dus. (6/10) (Underworld/Virgin music)