Dat is even slikken. Om na vijf tracks opeens hiphop op een album van The Black Keys te horen. De heren Dan Auerbach en Patrick Carney hebben voor hun nieuwe album ‘Ohio Players’ dan weliswaar een blik open getrokken met gasten, maar voor wie de band al ruim 20 jaar volgt zal het in ‘Candy And Her Friends’ na 2 minuten toch even slikken zijn om opeens een koerswijziging te horen richting hiphop beats en raps van Lil Noid. Vier nummers later, op het nummer ‘Paper Crown’, krijgen we nog eens hiphop voor onze kiezen in een track met bijdragen van Beck en Juicy J. Het is alsof het een herhaling van zetten is van de vorige hiphop track. Ook hier verandert het nummer van het vertrouwde Black Keys geluid na 2 minuten radicaal in een hiphop track.
Natuurlijk is het logisch als een band zich ontwikkeld. In het geval van The Black Keys was dat misschien ook wel nodig. Hoewel de vorige albums prima platen waren, was het misschien te veel van hetzelfde geworden. Misschien realiseerden ze zich dat zelf ook wel. Vandaar het inschakelen van de hulp van, naast de eerder genoemde namen, ook een gastrol van niemand minder dan Noel Gallagher die meeschreef aan het pakkende ‘On The Game’. Wat op één van zijn eigen albums (of zelfs op een Oasis album) ook niet had misstaan. De invloed van Beck is aardig terug te horen in het uplifting ‘Beautiful People (Say High)’.
Wat verder opvalt is dat het album voornamelijk uit een vaatje van soul- en Motown invloeden lijkt te tappen. Natuurlijk is de geslaagde William Bell cover ‘I Forgot To Be Your Lover’ daar een mooi voorbeeld van, maar ook ‘Don’t Let Me Go’ en ‘You’ll Pay’ klinken als Motown hits uit de jaren ’60. Terwijl ‘Read Em And Weep’ weer dromerige rockabilly serveert zoals Chris Isaak dat eind jaren ’80 en begin jaren ’90 weer bij een nieuw publiek introduceerde.
Al met al is ‘Ohio Players’ het meest veelzijdige album van The Black Keys in jaren. Waarop ze overigens ook de fans van het eerste uur niet vergeten, want ‘This Is Nowhere’, ‘Fever Tree’ en ‘Every Time You Leave’ klinken vertrouwd als The Black Keys ten tijden van de succesalbums ‘Brother’ en ‘El Camino’. Tja, die hiphop nummers voelen in dit geheel wel heel erg als een radicale koerswijziging en zullen waarschijnlijk niet bij alle fans in de smaak vallen. Hoewel het ook weer te prijzen is dat Auerbach en Carney deze avonturen aan durven te gaan na een carrière waarin ze op vorige albums zich leken te berusten op hun vertrouwde recept. Met ‘Ohio Players’ bewijzen ze in ieder geval nog niet uitgespeeld te zijn. Wat niet alleen een verwijzing is naar de afgebeelde bowlingbaan op de albumcover. (7/10)(Nonesuch)