Afgelopen maand presenteerden de postpunkers van Whispering Sons hun derde album, ‘The Great Calm’. Het indrukwekkende debuut ‘Image’ uit 2018 leverde het Vlaamse vijftal een lange lijst shows in binnen- en buitenland op. Dit schiep torenhoge verwachtingen voor tweede plaat ‘Several Others’, die daar helaas niet helemaal aan kon voldoen. Gelukkig werd ‘The Great Calm’ overwegend positief ontvangen. De band laat op dit album een nieuw geluid horen: minder dreigend, maar eerder mysterieus. De eighties sound met echoënde gitaren is meer naar een rockgeluid verschoven, met gitaarriffs die hier en daar zelfs vrolijk te noemen zijn.
Bij een nieuw album hoort natuurlijk een tour. Donderdagavond speelde Whispering Sons in de grote zaal van de Maastrichtse Muziekgieterij. Het concert was bijna uitverkocht. Zowel jonge twintigers als zestigplussers – en alles ertussenin – waren goed vertegenwoordigd. Zoals gewoonlijk bij Vlaamse bands in de Muziekgieterij was zeker de helft van de toeschouwers Belg. Voorprogramma Lo-Lee-Ta mocht openen met een half uur aan relaxte, sfeervolle muziek met twee mooie stemmen. Zeker niet slecht, maar schijnbaar te rustig voor velen in de zaal aangezien er luidkeels door de set heen werd gekletst.
Zangeres Fenne Kuppens en consorten trapten ook rustig af met ‘Balm (After Violence)’ en pakten vervolgens steviger door met album-opener ‘Standstill’. Een fijn liedje met synths, een rockend refrein en een intense finale. Na vier nummers van het nieuwste album volgde een blokje met ouder werk. Dit bood meteen een van de hoogtepunten van het concert in de vorm van ‘Heat’, waarschijnlijk het beste nummer van de tweede plaat. Ook met ‘Poor Girl’ wist Whispering Sons te overtuigen. Na een rustig stuk met onheilspellend gefluister van Fenne kwam het nummer tot een heftige climax. Gitarist Kobe Lijnen ging volledig op in zijn schreeuwende gitaargeluid en de furieuze lichtshow ondersteunde de muziek perfect.
Na al dat geweld was het tijd voor een rustmoment in de vorm van twee ingetogen songs van ‘The Great Calm’: het traag voortkabbelende, bijna serene ‘Cold City’ en pianoballad ‘Still, Disappearing’, die werd ondersteund door de subtiele saxofoonklanken van bassist Bert Vliegen. Deze twee nummers sloegen minder aan, getuige het vele gepraat in het publiek. Gelukkig bleek de setlist van vanavond goed doordacht: dansbare leadsingle ‘The Talker’ met zijn springerige gitaarriff en het frisse rocknummer ‘Walking, Flying’ boden de nodige uptempo afwisseling. Vooral dit laatste liedje werd zeer goed ontvangen door de zaal en beloond met het luidste applaus van de avond. Na het sterke ‘Surface’ en album-afsluiter ‘Try Me Again’, die live nog meer knalde dan op het album, verliet het vijftal het podium, om terug te keren voor nog drie nummers.
De show stond in het teken van het nieuwste album, dat vrijwel helemaal werd gespeeld. Als toegift speelde de band echter ‘Flood’, gevolgd door twee nummers van de debuutplaat: grootste hit ‘Alone’ en vaste afsluiter ‘Waste’. Een indrukwekkende song waarin Fenne nog een laatste keer het beste van haar kunnen liet horen. Met haar theatrale poses en overstuurde zang aan het eind pakte ze het publiek in. In een concert van 75 minuten bewees Whispering Sons helemaal terug te zijn. Los van de uptempo singles kwam het nieuwe album bij een deel van het publiek nog niet helemaal binnen, maar dit lijkt een kwestie van tijd.
Foto’s :Nadne Gijzen