Zaterdag speelde Thrice in 013 in het kader van hun ‘The Artist in the Ambulance’ 20th anniversary tour. Voor veel lezers van Maxazine is Thrice waarschijnlijk een onbekende naam, maar in de alternatieve jeugdsubculturen van de jaren ’00 was het album ‘The Artist in the Ambulance’ een ware soundtrack voor het leven. Hoewel Thrice begon als post-hardcore band, is hun sound steeds verder geëvolueerd in de richting van alternatieve rock. De energieke, melodieuze riffjes en punky zang hebben plaatsgemaakt voor een meer volwassen en sfeervol geluid.
Fans waren dan ook verrast toen de band vorig jaar plotseling een ‘revisited’ versie van het album uit 2003 uitbracht. Niet zomaar een geremixte en geremasterde versie, maar een volledig opnieuw opgenomen plaat. Met dezelfde muzikanten, nu 20 jaar ouder en een bak ervaring rijker. Het grootste verschil is de stem van zanger Dustin Kensrue, die dieper, voller en rauwer klinkt. Tijdens de huidige tour speelt het viertal dit volledige album integraal, aangevuld met het beste van de andere tien albums.
De grote zaal van 013 was lang niet uitverkocht, maar dankzij de afsluiting van het achterste deel van de ruimte toch goed gevuld. Er waren opvallend veel jonge mensen aanwezig, die de release van het album dat deze avond centraal stond niet bewust hebben meegemaakt. De oude fans ontbraken ook niet, gekleed in verwassen bandshirts die voor deze gelegenheid achter uit de kast waren gevist. Support act was Town Portal, een experimentele rockband uit Kopenhagen. Het drietal maakt complexe, instrumentale nummers die het beste te vangen zijn onder de noemers postrock en mathrock. Hoewel de muzikanten erg sterk waren en er een aantal pakkende songs tussen zat, leken veel nummers op elkaar wat betreft tempo, ritmes en melodie. Town Portal kreeg het publiek helaas maar gedeeltelijk mee.
Even voor 21 uur was de zaal goed volgelopen. Uit de verwachtingsvolle gezichten viel op te maken dat velen reikhalzend hadden uitgekeken naar deze show. Thrice betrad het podium en trapte direct af met ‘Cold Cash and Colder Hearts’, opener van het album. In de zaal was een duidelijk verschil te zien tussen de fans van het eerste uur en degenen die de band pas later ontdekten; terwijl een deel van de bezoekers in elk nummer opging, waren voor een ander deel enkel de hits bekend. Al na de eerste paar nummers ontstond er een moshpit, die vrijwel het hele optreden bleef. Nummers als ‘Stare at the Sun’, ‘The Melting Point of Wax’ en titelnummer ‘The Artist in the Ambulance’ werden massaal meegebruld. De lichtshow afwisselend diep paars, roze en geel en dan weer hysterisch knipperend, droeg goed bij aan de sfeer. Hoewel de nummers in een nieuw jasje zijn gestoken, was de oude energie nog steeds aanwezig.
Het eerste deel van de setlist was natuurlijk geen verrassing. Nadat het hele album integraal was gespeeld, gooide de band er een B-kantje in: ‘Motion Isn’t Meaning’. Dit nummer was duidelijk minder bekend, zelfs bij de fans die tot dusver alles hadden meegezongen. Er werd doorgepakt met fanfavoriet ‘Deadbolt’, waarop de voorste rijen volledig losgingen. Ook de moshpit keerde weer terug. Na zo veel muzikaal geweld was een rustpunt voor de band welkom. Dit werd ingezet in de vorm van ‘The Dreamer’, een vrij onopvallend nummer van het meest recente album ‘Horizons/East’. Geen voor de hand liggende keuze. Het bleef redelijk overeind, maar er waren wellicht betere opties te bedenken.
Ook van de meeste andere albums werden daarna één of twee nummers gespeeld, waardoor dit deel van de set een fijne ‘best of’ show werd. Het bluesy ‘Yellow Belly’ en het intense ‘Firebreather’ vormden twee van de hoogtepunten voor het tot dusver minder betrokken deel van het publiek. Er waren steeds meer vuisten en minder mobieltjes in de lucht te zien; mensen genoten in het moment. Mooi als een band dat voor elkaar krijgt. De ritmesectie, bestaande uit broers Eddie (bas) en Riley (drums) Breckenridge had tot dusver geen steekje laten vallen, maar tegen het einde van de show leek de vermoeidheid toch enigszins toe te slaan. Zelfs meestergitarist Teppei Teranishi was hier en daar op een zeldzaam foutje te betrappen. Het zal niemand gedeerd hebben. Dustin nam wat gas terug om zijn stem te sparen voor de laatste paar nummers.
Na ‘The Long Defeat’, dat aan het einde luidkeels werd meegezongen, verliet het viertal het podium. Ze keerden terug voor een toegift van drie nummers. Als eerste werd het populaire ‘Black Honey’ gespeeld, onder luidkeels gejuich tijdens de eerste noten. Dit werd gevolgd door twee nummers van het album ‘Vheissu’, namelijk ‘Of Dust and Nations’ en het geweldige ‘The Earth Will Shake’. Dustins stem leek weer helemaal in orde te zijn en hij pauzeerde terwijl het publiek hem bijviel in het a capella refrein, voordat het nummer tot zijn heftige climax kwam. Thrice staat bekend als een sterke live band, die opvallend strak maar toch zeker niet zielloos speelt. Deze reputatie werd vanavond waargemaakt, op een aantal schoonheidsfoutjes na. Aan publieksinteractie werd zoals gewoonlijk geen tijd verspild. Niemand zal dat erg hebben gevonden; hierdoor kwamen er in totaal 22 nummers voorbij in een concert van anderhalf uur. Thrice zorgde voor een gedenkwaardige avond die veel meer bood dan enkel jeugdsentiment.
Foto’s (c) Nadine Gijzen