Het is de zomer van 1990 en de plaats is ergens in Thuringen in de voormalige DDR. Maar de grenzen staan open en het is een wereld die in het teken van verandering staat. Er wordt gesproken over de hereniging maar die wordt nog niet echt gevoeld. Eerder is er een gevoel van verbazing, verwondering soms maar ook van twijfel. Het is in deze wereld dat de 19-jarige Maria (Marlene Burow) opgroeit maar eerlijk gezegd gaat veel van die wereld aan haar voorbij.
Ze zit met haar neus vooral in boeken, het liefst in het werk van Dostejewski en de boerderij van de Brendels waar ze nu leeft lijkt ook wel een beetje aan de rand van de wereld te staan. Maria leeft op die boerderij omdat haar moeder Hannah (Jordis Triebel) niet meer voor haar kon zorgen doordat haar man haar in de steek had gelaten en dat zij haar baan verloor (een van de gevolgen van de DDR’s intreding in een vrije markt economie). Maar Maria is liefdevol opgenomen bij de Brendels. De boer en vooral zijn vrouw Marianne (Silke Bodenbender) zien Maria eigenlijk meer als hun dochter en met hun zoon Johannes (Cedric Eich) heeft Maria een relatie en deelt ze het bed.
Bij Johannes ontstaat de wens om fotograaf te worden maar Maria is niet met zulke dingen bezig. Op dit moment zijn de gebroeders Karamazow van Dostjeweski vele malen interessanter dan school en carriere. Maar Maria wordt opeens toch in de wereld gesleurd als zij zich zeer aangetrokken voelt tot Brendels buurman Henner (Felix Kramer). Ook een boer wiens boerderij onderkomen lijkt maar waar Henner kwaliteitpaarden fokt en de meeste mensen op afstand houdt door zijn norse gedrag, zijn twee agressieve Rottweilers en af en toe door zijn drankzucht. Tussen Maria en Henner ontstaat iets, ondanks het feit dat Henner twee keer zo oud is als Maria. De seks is ruw, bijna animaal en echt veel gepraat wordt er niet. Maar Henner leest, de Oostenrijkse dichter Trakl bijvoorbeeld, en kan soms ook heel teder en verzorgend zijn. De twee komen niet los van elkaar en de vraag is dan ook hoe lang de geliefdenhun relatie geheim kunnen houden.
‘Irgendwann werden wir uns alles erzählen’ (2023) is gebaseerd op de gelijknamige roman van Daniela Krien. Regisseur Emily Atef wenste dit boek te verfilmen en schreef samen met Daniele Krien het boek om tot een scenario. Atef zette vooral in op het thema verandering. Niet voor niets koppelde zij (en Daniela Krien) Maria’s herontdekking van seksualiteit aan de hereniging van Duitsland. Voor de Oost-Duitsers veranderde de wereld behoorlijk en bij die verandering hoorde ook dat naast alles wat nieuw was, er ook een heleboel verdween. Ja, hoe fijn het is om slagroom uit een spuitbus te krijgen, maar hoe pijnlijk is het dat de bedrijfsvoering binnen veel Oost-Duitse bedrijven en boerderijen volkomen achterhaald bleek. Iets dat heel duidelijk gemaakt wordt als Hartmut (Christian Erdmann) de broer van de boer terug keert naar Oost Duitsland nu grenzen weer open zijn. Hartmut is naar het Westen gevlucht al jaren eerder en heeft zich nu opgewerkt tot ingenieur. De confrontatie is ergens ook pijnlijk want Oost en West zijn twee verschillende werelden en dat houdt de twee broers ook wel op afstand. En Hartmut’s intentie om de boer te helpen betekent toch dat de boerderij moet veranderen naar Westerse normen. De suprematie en de arrogantie van het westen is een van de redenen waarom de hereniging ook wel het nodige kwaad bloed gezet heeft bij vele Ossi’s . Aan verandering zit vaak ook verlies gekoppeld en dat laatste trekt zich uiteindelijk ook door in de relatie tussen Maria en Henner.
Emily Atef laat literatuur ook een belangrijke rol spelen. De gedichten van Trakl worden meerdere malen geciteerd. De titel van de film is een regel uit de gebroeders Karamazow en van haar moeder krijgt Maria Dostejweski’s roman “Schuld en boete” (in Nederland ook uitgegeven onder de titel “Misdaad en straf”). Een titel met een voorspellende uitwerking, zoals als later zal blijken.
De film wordt gedragen door het fraaie spel van vooral Marlene Burow als Maria en Felix Kramer als Henner maar ook het acteerwerk -al zijn hun rollen veel kleiner- Silke Bodenbender’s en Jordis Triebel mag niet onvermeld blijven. Emily Atef vertelt
‘Irgendwann werden wir uns alles erzählen’ in een langzaam, soms wat meanderend tempo dat overigens nergens saai wordt. Ze houdt shots lang aan waardoor sommige spanningen nog duidelijker voelbaar zijn en waardoor een gevoel van ongemak door de vertelling heen gaat sijpelen. De film kent een aantal vrij heftige seksscenes maar Atef is vooral sterk als ze de kijker juist beelden onthoudt. Op een gegeven moment zegt Maria tegen Henner dat hij alles met haar mag doen wat hij wil, eer ze hem naar de slaapkamer voert. En dan laat Atef de camera -behoorlijk lang overigens- voor een gesloten deur staan. Dat is enerzijds respectvol en anderzijds kan verhulling spannender zijn dan vertoning.
‘Irgendwann werden wir uns alles erzählen’ wordt door regisseur Emily Atef beheerst en gekund gestuurd naar een noodlottig slot. Dat komt voor de kijker uiteindelijk dan ook niet als een verrassing maar de uitwerking is er niet minder pijnlijk om.
Regie: Emily Atef.
Acteurs: Marlene Burlow, Felix Kramer, Cedric Eich, Silke Bodenbender, Florian Panzer, Jordis Triebel, Christian Erdmann, Christine Schorn, Axel Werner, Victoria Mayer, Petra Kalkutschke, Anni Kaltwasser, Stephanie Petrowitz, Tom Quaas, Peter Rauch, Peter Schneider, German von Beug.
Waardering: 7