Afgelopen zondag stond in het teken van de 30e verjaardag van het inmiddels 32-jarige Queensrÿche album ‘Empire’. Dit werd door de originele leadzanger van dat album Geoff Tate gedaan in de Limburgse Bosuil. Als kers op de taart werd aangekondigd dat niet alleen de jarige job integraal zou worden gespeeld. Ook het tweede album van de band ‘Rage For Order’ werd in zijn totaliteit gespeeld.
Voor dat Tate het podium zou betreden kreeg het publiek twee voorprogramma’s te zien. De opening werd verzorgd door de Australische formatie Demonhead. De band mixt een hoop invloeden bij elkaar tot een eigen sound. Van thrash tot punk. Volgens de site van de band is het thrash en traditional metal gemixt met stoner rock en death punk. Een hoop stijlen dus, maar live werkt het als een trein. Ondanks dat de Bosuil nog maar amper gevuld is met mensen zet de groep een erg goed half uur neer. Dat de zaal nog vol moest lopen, leek Demonhead daar geen moeite mee te hebben. Ze speelden strak en met overgave. Afgesloten werd met ‘Leprechauns’ waarvan de gitaar lick mij deed denken aan een versnelde Thin Lizzy. Het publiek wat al vroeg aanwezig was heeft zich prima vermaakt en Demonhead heeft hier wel wat fans voor zich weten te winnen.
Na een kleine twintig minuten ombouwen, kwam daar band twee op: Sons Of Sounds. Het doek van deze band hing al tijdens Demonhead en dat zorgde voor wat lichte verwarring in de zaal. Deze band stond namelijk helemaal niet op het schema. C.O.P. U.K. zou de tweede band zijn. Er werd niet vermeld waarom deze switch gemaakt was. Eerlijk moeten we ook zeggen dat deze band de zaal beduidend minder, lees eigenlijk totaal niet, meekreeg. De nummers zijn minder strak en kwamen wat rommeliger de zaal in voor mijn idee. De ritmesectie was op zich prima en de gitarist verdient een eervolle vermelding, want hij stal met zijn solo’s duidelijk de show tijdens hun half uur. De zanger moet nog flink aan zijn podiumpresentatie werken, want die werkte bij een deel van het publiek aardig op de zenuwen. Ook kwam hij niet goed boven de rest uit en was dus amper te verstaan. Neem daarbij dat hij niet de beste vocals heeft, maakte dit tot een stil publiek. Achteraf is het makkelijk lullen, maar het zou beter uit hebben gepakt, waren de twee voorprogramma’s omgewisseld.
Voor aanvang van hoofdact Geoff Tate is de Bosuil inmiddels goed gevuld en vol verwachting wacht het publiek op de ex-Queensrÿche frontman. Je afvragen wat de setlist zou worden hoefde we niet te doen. Er zou begonnen worden met ‘Rage For Order’ en jawel ze band kwam wat stilletjes op, maar toen Tate het podium betrad kon dat rekenen op een luid applaus en werd direct ‘Walk In The Shadows’ ingezet. Vanaf moment één is te merken dat Tate geweldig bij stem is. Dat is in het verleden wel eens anders geweest. Hij lijkt zijn stem weer gevonden te hebben en dat vindt het publiek heerlijk. Ook de band die hij om zich heen heeft verzameld is van goede kwaliteit en de hele groep heeft het duidelijk naar zijn zin. Het album wordt vlot achter elkaar gespeeld. Alleen na het openingsnummer en voorafgaand aan ‘Surgical Strike’, wat Tate opdraagt aan Oekraïne, praat hij even. Hierdoor duurt set een net iets langer dan het 45 minuten durende ‘Rage For Order’. Na het slotnummer kan dit dan ook rekenen op gejuich en flink applaus. Dan kondigt de zanger een korte pauze aan voor ze beginnen aan het jarige ‘Empire’.
Hoe soepel het ging tijdens ‘Rage For Order’, zo lastig ging het tijdens ‘Empire’. Aan het begin leek er geen vuiltje aan de lucht. De band speelde ‘Best I Can’ en ‘The Thin Line’, maar daarna hoorde je iets springen en viel de mic van Tate weg waarop de band het podium verliet. Na een paar minuten was het technisch mankement verholpen door de crew en konden ze door met de dikke hit ‘Jet City Woman’. Helaas bleef de crew continu over het podium rennen, het zat nog allemaal niet helemaal lekker. Na het vijfde ‘Another Rainy Night’ ging de band opnieuw het podium af. Geoff gaf uitleg aan het publiek, de band hoorde zichzelf niet en dat is natuurlijk wel een groot probleem. Hij kondigde aan dat we ondertussen de glazen konden vullen aan de bar. Op dat verzoek gingen best wat mensen in, andere gingen even snel roken of naar het toilet. Na best een tijdje kwamen de heren opnieuw het podium weer op. Tate was even van de wap. ‘’I’m not even sure where we are at’’ waarop het publiek scandeerde EMPIRE!!. Die werd dan ook snel ingezet en vanaf dat moment ging het zonder onderbrekingen weer verder. Gelukkig deden deze momenten niets aan het humeur van de muzikanten want nog altijd was daar een grote glimlach. ‘Silent Lucidity’ werd natuurlijk uit volle borst meegezongen en als er dan een eind komt aan ‘Empire’ met ‘Anybody Listening?’ is nog iedereen in de zaal wel degelijk nog altijd aandachtig aan het luisteren, althans bijna iedereen. Ik hoop dat de vier heren achteraan tegen de merchstand hangend, schreeuwend tegen elkaar al vrijwel de hele set bezig waren dit lezen en zich diep gaan schamen. Blijf thuis als je alleen maar komt om te praten, uh schreeuwen, met elkaar.
Na de al ruim twee uur durende show was er toch nog tijd voor een toegift, niemand wilde al naar huis en dus kwamen ze nog maar een keer terug op het podium. ‘Last Time In Paris’ werd wederom zeer strak gebracht. ‘’One more?’’ Ja, graag Geoff. Met het geweldige, heavy, classic ‘Queen Of The Reich’ zette Tate en de zijne de Bosuil nog één keer op zijn kop.
Het publiek bedankte de band voor de geweldige show. Jammer van de technische problemen, maar heel veel van de pret hebben we daardoor niet moeten inleveren, het haalde alleen de vaart er wat uit. Voor de Queensrÿche fans zijn deze ‘’albumshows’’ echt de moeite waard. Tate is weer als vanouds en dat hebben we geweten.