Wanneer je iemand vraagt naar Ronnie James Dio, zal diegene zonder twijfel beamen dat het een zeldzaam lieve man was. Een hardwerkende man, een man met passie, en bovenal een man met dromen. Helaas heeft Dio inmiddels twaalf jaar geleden het aardse leven achter zich gelaten, maar zijn invloeden leven tot vandaag de dag nog voort.
Op 23 september is de documentaire ‘Dio: Dreamers Never Die’ verschenen, een viering van de warme man die een stem gaf aan de dromers en buitenbeentjes op deze wereld. Een belangrijke rol in deze documentaire is weggelegd voor zijn trouwe steun en toeverlaat, Wendy. Maxazine belde de lieftallige weduwe van Ronnie James Dio op vanuit Los Angeles. Samen spraken we over de documentaire, namen we een bitterzoete trip down memory lane, en vierden we het leven.
Ronnie zou er trots op zijn
Geanimeerd stelt Wendy zichzelf voor aan de telefoon, waarbij ze tevens aangeeft erg uit te kijken naar de naderende release van de nieuwe film. Wanneer haar gevraagd wordt of ze tevreden is met het resultaat geeft ze aan ontzettend blij te zijn met het eindresultaat.
“Ik ben zo blij dat we deze film hebben gemaakt met mensen die hetzelfde resultaat voor ogen hadden. En het duurde zo lang om te maken, dankzij de pandemie meer dan twee jaar. Maar het resultaat is geweldig, ja. Ik ben er trots op en ik weet zeker dat Ronnie er ook trots op zou zijn, waar hij ook is.
BMG benaderde mij met het idee voor deze documentaire, en ik kreeg de keuze uit verschillende regisseurs. We hebben voor deze film flink de archieven in moeten duiken voor oude beelden, en met onder andere Ronnie’s neef ‘Rock’ hebben we materiaal opgedoken van onder andere zijn doo-wop periode en andere beelden waarvan fans het bestaan waarschijnlijk niet van wisten”.
Volg je dromen
En met name die laatste uitspraak is interessant, aangezien de film ook Ronnie’s roots in de doo-wop stroming niet onderbelicht laat. Veel kijkers zullen vast niet weten dat voor hij de rock-legende werd die we vandaag de dag kennen, Dio bescheiden succes heeft geboekt met vrolijke rythm en blues.
“We willen de kijkers laten zien waar Ronnie vandaan kwam, welke weg hij heeft moeten bewandelen voor hij doorbrak als Dio. Hij was niet van de ene op de andere dag een grote ster, hij heeft er hard voor moeten werken. Iedereen moet hard werken voor zijn of haar succes. Ik wil kijkers de boodschap meegeven dat ze positief moeten blijven en zich door niemand neer moeten laten halen. Dat ze hun dromen moeten volgen.”
Naast de documentaire, verscheen er vorig jaar ook een biografie. Volgens Wendy is er echter geen sprake van een één op één adaptie, en bestaat de film nadrukkelijk naast het boek. “Het boek en de film zijn heel anders. Het boek is grotendeels door Ronnie zelf geschreven, en wij hebben het afgeschreven in zijn eigen woorden. Dat hebben we gedaan op basis van oude interviews die Ronnie destijds heeft gegeven, en op basis van beeldmateriaal.
“Dat boek verteld ook maar tot 1986, dat wilde Ronnie zo. Daarom bevat het boek ook veel verhalen die niet in de film voorkomen en vice versa. De film verteld zijn verhaal tot aan zijn dood. Dus ja, het zijn compleet andere vertellingen. Ik wilde die twee ook gescheiden houden, niet hetzelfde”.
Het misschien toch niet zo spannende leven van Ronnie James Dio
Iets waar de film niet al te veel over in detail treedt, is Dio’s leven buiten zijn werk om. Nergens krijgen we echt concreet te weten wat Dio deed om te ontspannen, op een rondleiding door zijn imposante woning na. Volgens Wendy is daar ook niet heel veel over te vertellen, Ronnie’s leven buiten werk om was niet zo heel spannend.
“Hij was graag thuis en ging niet graag uit, omdat hij normaal altijd al onderweg was op tournee enzo. Hij keek graag naar sport, maar schreef dan wel weer nieuwe nummers terwijl hij naar sport aan het kijken was. Ook hadden we een hele opvang voor dieren waar hij veel van hield en graag mee in de weer was.
We hadden ook een bar in huis, een echte bar die we destijds over hebben gekocht van een oude Engelse pub. Daar hing hij graag rond, dat was een van zijn favoriete plekken in huis. Ons huis had sowieso een hoge entertainmentwaarde. Hij nodigde ook graag goede vrienden uit, dus Glen Hughes kwam hier regelmatig over de vloer, en Vinny Apice. En al die vrienden zaten ook vaak in de bar, in ‘Ronnie’s Pub’ zoals we dat gekscherend noemden!”
Onkenbare warmte en een liefde voor het leven
“Het was gewoon een hele warme man.”, gaat Wendy verder. “Hij was gek op zijn fans en vrienden. In Ronnie’s leven stonden zijn fans en vrienden op de eerste plek. Zijn dieren krijgen de tweede plaats, en ikzelf stond als derde in die lijn. Ach… Ik had er vrede mee hoor, haha. Hij hield van het leven, hij hield van mensen om hem heen, hij hield van zijn muziek en hij hield van het optreden.
Hij had dat bijzondere talent om iedere fan het idee te geven dat hij zijn liedjes alleen voor die persoon zong. Hij had ook een geweldig geheugen, als hij een fan ontmoette luisterde hij echt naar hun verhaal. De volgende keer wanneer hij diezelfde fan tegenkwam wist hij meteen wat die persoon de vorige keer vertelde, en vroeg hij bijvoorbeeld hoe het met de vrouw en kinderen is gesteld.
Ronnie hield van mensen, en waar hij niet van hield was over zichzelf praten. Hij luisterde veel liever naar wat anderen te zeggen hadden, daar was hij oprecht geïnteresseerd in. Die eigenschap kom je niet vaak tegen in een mens. Hij luisterde echt.”
Maar was dit alles slechts een manier om te ontvluchten aan tegenslagen? Of was Dio oprecht een hele warme persoonlijkheid. “Ik denk dat het vooral komt door het milieu waarin hij is opgegroeid”, weet Wendy te vertellen. “Hij is opgegroeid in een middenklasse gezin in New York vol harde werkers van Italiaanse afkomst. Ik herinner me dat hij voor zijn moeder ooit een dure jurk kocht en dat zij hem terugstuurde met de boodschap dat zij zulke dure kleding niet zou dragen, haha.
Hij groeide op met een hele strikt moraal kompas, meegegeven door zijn familie. Hij kwam uit een zeer Italiaans en zeer katholiek gezin, zijn moeder ging twee keer per dag naar de kerk. En hij was ook gewoon een geweldig persoon. Dus dat speelt ook mee.
Maar zelf was hij niet religieus hoor, hij geloofde in een hoger wezen, maar hij vond dat iedereen mocht bepalen wie of wat dat hogere wezen was. Hij geloofde dus wel, maar hij was niet praktiserend religieus. Als kind werd hij ook gedwongen om een misdienaar te zijn en ik denk dat hij daar een afkeer aan heeft overgehouden”
(Een gebrek aan) geldzorgen
Gaandeweg de film leert de kijker Dio niet alleen kennen als een man die hard werkte voor zijn dromen, maar ook als een man met een sterke eigen wil en een ietwat perfectionistische drang. Zo verliet Dio Rainbow, de eerste band waarmee hij echt doorbrak, om een creatief meningsverschil met Ritchie Blacmore omdat Dio geen commerciële liefdesliedjes wilde zingen. Ook Black Sabbath verliet Dio uit onenigheid met de oerleden van deze band. Dit waren financieel gezien onzekere tijden, Dio en zijn vrouw: zo veel verdiende Dio niet aan zijn muziek, en zijn huis was eigendom van de platenlabels. Maar Dio maakte zich geen zorgen.
“Dat waren zonder twijfel onzekere tijden. Maar Ronnie bleef trouw aan zijn principes, in het geval van Rainbow wilde Blackmore dat hij commerciële popliedjes zou zingen, dat wilde Ronnie niet. Niemand vertelde Ronnie wat hij moest doen, hij gaf nooit toe aan zoiets. En daarna kwam hij bij Black Sabbath, waar hij ook twee keer uit is gestapt om verschillende redenen. Hij wilde zijn eigen project beginnen.
Dus we verloren ons huis. Ronnie wist wel precies wat hij wilde, maar ja… We hadden geen idee hoe we het rond zouden moeten breien. Maar zo was Ronnie gewoon, geld interesseerde hem niet. Kleren ook niet. Als het aan hem ligt liep hij gewoon de hele tijd rond in kleding van Wal-Mart, simpele shirts. Natuurlijk kleedde hij zich wel goed voor optredens en interviews, maar thuis gaf hij daar niet om. Hij gaf er echt helemaal niet om. Hij gaf om zijn muziek, hij gaf om zijn dieren en mensen… Maar niet om geld”
Dat krijg je lekker niet meer terug!
Wanneer Wendy de vraag wordt gesteld of dat niet heel geruststellend moest zijn geweest om samen te wonen met zo’n zorgeloze man, is ze stellig in haar antwoord… “Het was ronduit frustrerend! Ik ben veel materialistischer ingesteld dan hij, haha. Het zorgde ook wel eens voor ruzie hoor, want een mens moet toch een fijn huis hebben? Waarom kon Ronnie daar niet om geven?
Maar ik was gelukkig de baas over het geld. Soms vroeg Ronnie of hij ‘een paar dollar’ kon krijgen van me. Creditcards zat in huis, maar nee hij vroeg heel gewoon of hij een ‘paar dollar’ kon krijgen. Laat me een leuk verhaal vertellen… Toen Ronnie nog op tour ging regelde ik ook de geldzaken. Niet iedereen kwam bijvoorbeeld uit hetzelfde land, dus ik betaalde iedereen in zijn eigen munteenheid zodat zij daar geen kosten meer over hoefden te betalen.
Ronnie moest dus een keer naar het buitenland, het kan best Nederland zijn geweest, dat weet ik niet meer. Ik zorgde ervoor dat hij dus ook wat geld in de juiste eenheid bij zich had en ik dacht dat ik hem iets van 400 dollar had gegeven, maar hij belde me plots op en lachte ‘Hahaha, dat was dus 4000 dollar! Dat krijg je lekker niet meer terug, haha!’. Zie je, zo was hij dan ook wel weer, haha. Het sloeg trouwens helemaal nergens op, want het was gewoon zijn geld, maar ik vond het geweldig!”
Bitterzoet
“Ach”, verzucht Wendy, gepaard met melancholisch sentiment. “Ik kan zoveel over hem vertellen… Het is twaalf jaar geleden dat hij overleed, maar soms voelt het weer als gisteren”.
Op diverse momenten in de documentaire loopt de emotie ook hoog op. Zo is er een scene waar Wendy wordt geïnterviewd in de Rainbow Bar & Grill, de plek waar zijn Ronnie heeft ontmoet. Enkele tellen na het interview hoort ze Dio’s muziek op de achtergrond en springen de tranen weer in haar ogen.
“Ja, het zit me nog steeds hoog, emotioneel gezien. Het was bitterzoet om deze documentaire op te nemen. Ik heb zoveel moeten huilen, je moet echt terug in de tijd graven naar de momenten waarop we samen waren. Heel bitterzoet. Maar ik praat nog met hem. Soms deel ik de dagelijkse beslommeringen nog met Ronnie. Ik weet niet waar hij is, of waar we heen gaan na onze dood, maar ik voel zijn aanwezigheid in huis.
Ik geloof ook wel in reïncarnatie, en wat je daarvan vindt moet ieder voor zich weten. Sommige planten sterven ook af in de winter, om de volgende lente weer op te komen. Je leeft, je sterft en je komt terug tot je ‘het goed hebt gedaan’, en dan word je een hoger wezen. Ronnie heeft ‘het goed gedaan’, dat weet ik zeker. Maar ik ben ook niet bang voor de dood. Als ik sterf, dan kom ik terug, dan krijg ik de kans om te doen wat mij in dit leven niet is gelukt. Misschien kom ik wel terug als een advocaat… Hahaha! Nee ik weet het niet.
Maar het leven is iets moois. Je zou iedere dag moeten leven alsof het je laatste is. Dat deden we niet toen Ronnie ziek was. We dachten echt dat hij nog lang bij ons zou zijn, dat hij het zou overleven. Nog drie weken voor zijn overlijden nam hij nog een prijs in ontvangst en we dachten dat het goed zat. Dus leef je leven alsof het morgen niet meer kan. Wees niet bitter, wat heb je daar nou aan? Wees maar gewoon blij!”
Foto Ronnie & Wendy: (c) courtesy of Wendy Dio
Foto Ronnie live: (c) Gene Kirkland