Jan Bunel bracht onlangs onder de naam Jean Lucas zijn debuutalbum uit: ‘The Beauty Seems Close, But Is So Far Away’. De melancholieke pianoklanken zweefden al eens door de fraai belichte Paterskerk, en wereldwijd wisten ze al vele luisteraars te bekoren… Begonnen als muziek voor zichzelf, met een begenadigde producer op plaat gezet en uitgebracht bij een toplabel. Jan Bunel blijft bescheiden, maar het lijkt een jongensboek. Het bescheiden jongensboek van Jean Lucas.
“Ik ben vooral dankbaar en blij. Ik ben jaren bezig geweest met het project: met componeren, schrijven, ideeën uitwerken. Het is een fijn gevoel dat ook andere mensen het mooi vinden.” Jan Bunel, alias Jean Lucas, oogt enerzijds zelfverzekerd, maar is vooral ook bescheiden. Een mooie combinatie. “Natuurlijk hoop je op dit resultaat, je wilt altijd het maximale eruit halen. En of ik verrast ben? Je moet ook wel redelijk bescheiden erin gaan. Dan is iedere overwinning echt een overwinning.”
Jan Bunel, midden twintig, geboren in Parijs met een Franse vader en Nederlandse moeder, groeide op in het Limburgse Weert. “Na drie jaar Utrecht woon ik nu ruim anderhalf jaar in Amsterdam.” Hij begon op zijn negende met piano. “Maar mijn vriend ging drummen. Dat vond ik als kleine jongen natuurlijk veel stoerder. Dus ik zei: “Mam, ik wil ook drummen.“ Jan switchte inderdaad. ”Maar daarmee heb ik de piano nooit echt los gelaten. Ik had wel drumlessen maar ben altijd piano blijven spelen.” Ook toen hij naar de Herman Brood Academie ging, “om drums te gaan studeren.” Piano en drums: welhaast twee parallelle werelden voor Jan Bunel. “Er is in mijn muziek ook geen directe link tussen beide instrumenten te ontdekken. Ik ben ook een jongen die van alles kan beluisteren, van stoner rock tot aan klassieke muziek. Dus of ik nu echt aan het beuken ben achter een drumstel of ingetogen pianostukken speel… Ik vind het allebei fantastisch om te doen.”
Het uitbrengen van een piano album was dan ook geen abrupte keuze. “Ik studeerde drums, en thuis was ik met mijn pianostukken bezig. Ik had altijd de ambitie om die stukken op te nemen en uit te brengen. Het was dus nooit een echte keuze, meer een flow.” Jan lijkt het beeld weer zichtbaar op zijn netvlies te krijgen… “Vorig jaar kreeg ik het moment: nu moet ik het doen, nu ben ik echt ready ervoor, het is af. Niet uit te leggen: dit is het moment, dit is mijn call of zo. Ik ben de studio ingegaan en zo is alles op zijn plaats gevallen, met platendeal en al.
Het moment, die call, heeft geleid tot het verstillend mooie, neoklassieke ‘The Beauty Seems Close, But Is So Far Away’. Een debuutalbum met elf nummers, en selectie uit de vele die hij de afgelopen jaren had gecomponeerd. “Ik wilde een heel overkoepelende sfeer. En deze elf konden die perfect neerzetten.” Een sfeer waarbij melancholie de leidraad vormt. “En die zit natuurlijk ook in de albumtitel.” Jan beschouwt zijn eigen muziek, zijn eigen gevoel: “Sommige dingen lijken zo mooi, maar zijn toch zo ver weg. Dat kan heel klein en persoonlijk zijn, maar ook maatschappelijk zoals homofobie en racisme, wat misschien opgelost lijkt te zijn, maar dat lang nog niet is… Al die kleine sferen, die kleine relaties tot elkaar, dat was mijn inspiratie.”
Het kan opmerkelijk worden genoemd dat slechts weinigen wisten waar Jan feitelijk mee bezig was. “Tot ik naar de studio ging was er één die er vanaf wist, een docent op de Herman Brood Academie. Die heb ik wel eens wat liedjes doorgestuurd. En natuurlijk heeft mijn moeder het honderd keer gehoord, omdat mijn piano bij haar stond… En mijn broer en zus.” Maar het was Jan die puur uit zichzelf de sfeer, zíjn sfeer, wist te vertalen naar een album. “Nee, ik kreeg eigenlijk nooit een spiegel voorgehouden. Tot ik met mijn producer in de studio zat. Toen zijn we er echt dieper op ingegaan.” Het siert Jan dat hij tot nu toe de naam van de producer nog niet heeft genoemd. Bescheidenheid? Ingehouden trots? Want met Gijs van Klooster had hij niet de minste binnen gehaald. “Ik kende hem natuurlijk al als producer, maar heb hem eigenlijk gewoon een mail gestuurd met mijn doel, mijn ambitie.” Van het één kwam het ander. “We zijn samen het proces ingegaan en daar ben ik heel blij mee. Hij heeft het echt naar een hoger level kunnen tillen.” Dat Jan juist hem benaderde was natuurlijk geen toeval. “De intimiteit die hij weet te creëren met geluid. Zoals hij al deed met Joep Beving. Vooral die tweede plaat, die zit zo goed in elkaar. Joep is natuurlijk ook een geweldige componist en pianospeler, maar dat hele gevoel daarbij…”
Met Gijs van Klooster lijkt het jongensboek van Jan Bunel zijn ontknoping te hebben bereikt. Maar nee, er volgen nog hoofdstukken en waarschijnlijk zullen er binnenkort nog meerdere verschijnen. Omdat de persoon Jan Bunel meer is dan alleen een artiest, kiest hij ervoor om het album als ‘Jean Lucas’ uit te brengen. Een bruggetje naar het volgende hoofdstuk: het platenlabel. Niet de minste: Warner! “Dat komt uit mijn netwerk.” Alsof hij er zelf niet te veel aandacht aan wil schenken: “Men wist daar wat ik in petto had. Ze hadden al wat dingen gehoord. Ja, zodoende eigenlijk.” Dan is er het contact…. en het contract… “Ik voel me vereerd dat mijn muziek zo gelanceerd kan worden.” Met succes: zijn eerste vijf singles werden in vijf maanden tijd al bijna een miljoen keer gestreamd.
Wereldwijde aandacht voor een jongen die opgroeide in het landelijke Weert. Juist daar plande hij zijn releaseshow. “Ik wilde het met de mensen om mij heen die ik er echt bij wilde hebben. Het was voor mij meer een feestavond dan een showavond.” Hij koos voor de intieme locatie van de Paterskerk. “Het was uitverkocht en het ging fantastisch. In die zin is het zeker een kleine droom die is uitgekomen. Ik heb dat ook na mijn show gezegd om het publiek te bedanken: “Ik ben een jongen met heel veel dromen, en deze avond is er één uitgekomen.” Dankzij hen, dankzij het publiek.”
Jan weet de sfeer nog goed voor de geest te halen. “Heel raar.” Hij had als bandlid van The Hillbilly Moonshiners al op grote podia gestaan als Sziget, Zwarte Cross en Paaspop. “Maar nu was ik solo. Ik was eigenlijk op een punt gekomen dat ik nooit meer zenuwachtig was… Maar in die kerk…” Voor aanvang kon hij de kerkbanken zien volstromen, ergens onder een donker gewelf. “En dan kom ik het podium op, alleen. Het is alleen ik met mijn handen… Maar dat gevoel daarbij is bijzonder, heel bijzonder.”
Een bijzondere release voor een bijzonder album: ‘The Beauty Seems Close, But Is So Far Away’. En Jean Lucas is nog niet klaar. Er komen nog nieuwe hoofstukken in zijn jongensboek. “Na het album ben ik gewoon verder gaan schrijven. Echt nieuwe nummers die niet op het album hadden kunnen staan. Het is echt een nieuw hoofdstuk.” Net als zijn live dromen. “Bij wijze van spreken met mijn piano het land doorreizen, het circuit in. Net als in de Paterskerk , maar ook met intiemere sets op festivals. Dat lijkt me fantastisch.”
Met in het nieuwe jaar hopelijk ook een optreden op het project ‘Piano & Fairy Tales’ onder de paraplu van AMP ‘Alternative Music & Art Performances’. Waar Jean Lucas’ pianoklanken zullen worden afgewisseld met stemmig voorgedragen verhalen. Een unieke, beeldende combinatie. Misschien geen fairy tale, maar zeker wel een jongensboek. Het bescheiden jongensboek van Jean Lucas.
Foto’s achter ontbijt en kop (c) Toon Bunel
Foto’s concert (c) Yara Verstappen