Als frontman van de rockband Blur en later ook als initiator en producer van de fictieve electro band Gorillaz hielp Damon Albarn de Britse mainstream popmuziek zijn huidige vorm aan te nemen in de jaren ‘90. Tegenwoordig is het multitalent Albarn actief in hiphop, opera, elektronica en wereldmuziek. Albarn is een naam die nog te vaak over het hoofd wordt gezien als het gaat om het duiden van de hedendaagse popcultuur. Of daar nu verandering in gaat komen met zijn tweede solo-album ‘The Nearer The Fountain, More Pure The Stream Flows’ is nog maar zeer de vraag. Aan de kwaliteit van het werk zal het niet liggen, maar het is een album dat niet makkelijk is. Een album dat haar diepste geheimen slechts prijs wenst te geven aan luisteraars die de moeite nemen er zich serieus in te verdiepen. De beloning als je dat daadwerkelijk doet blijkt onmetelijk groot te zijn.
Het album is een conceptuele ode van Albarn aan zijn tweede thuisland, IJsland. Al het materiaal op het album werd al voor de pandemie geschreven op IJsland en is nu dan opgenomen met de hulp van een groot aantal IJslandse muzikanten en een aantal oude getrouwen waarmee Albarn al samenwerkte op albums van zijn bands Blur en de Gorillaz.
Een speciale vermelding verdient voor dit album mixer Stephen Sedgwick. De man is ook een oude bekende van Albarn en mixte al eerder albums van Blur en de Gorillaz, maar ook bijvoorbeeld het laatste soloalbum van Paul McCartney. Zijn ervaring in het mixen van filmmuziek (Jawbone) komt goed van pas op dit Albarn-album, dat enorm sferisch en cinematografisch breed klinkt. Na een eerste kennismakingsdraaibeurt blijft de luisteraar vooral verward en ook geïntrigeerd achter, nog zoekende naar wat je ermee aan moet. wat echter wel meteen blijft hangen is de werkelijk fenomenale mix. Dit album klinkt zoals muziek moet klinken. Wat een prestatie.
Het album tilt de muziek, de arrangementen naar de voorgrond. Het gevoel overheerst en neemt je mee op ontdekkingsreis. De teksten zijn daaraan ondergeschikt, en het kost echt moeite van de luisteraar om je op de teksten te concentreren. Ze zijn mooi, maar ondergeschikt aan de muziek. Albarn’s interpretatie werkt hieraan mee, door timide en niet opdringerig te zijn.
Een nummer als ‘The Coromorant’ is exemplarisch voor het album. In het begin hoor je zacht maar duidelijk in de mix een veldopname van een kabbelend beekje. Een troostende beat op de achtergrond, samen met een hypnotiserende bas ligt als basis onder een soundscape van piano, synths en gitaren. Geen eenvoudig arrangement, maar sluit je ogen en laat je meevoeren op de schoonheid. Albarn’s stem en voordracht roept in dit nummer soms parallellen op aan de stem van Elvis Costello.
‘The Tower of Montevideo’ is een andere parel die ik wat extra aandacht wil geven. De hoofdrol is weggelegd voor prachtige jazzy saxofoonlijn van niemand minder dan Mike Smith, een van de originele leden van de de Dave Clarke Five! Een tegen latin aanhangend ritme houdt een zichzelf als een bergbeek door het arrangement slingerende piano in bedwang. Prachtig.
De welhaast dadaïstisch aandoende compositie ‘Giraffe, Trumpet, Sea’, die naadloos overgaat in ‘Polaris’ vertegenwoordigd de meer abstracte kant van dit album. Audio zoekplaatjes waarin je jezelf heerlijk kan verliezen. Maar eerst zal je jezelf erover verbazen.
Albarn heeft een mystiek, magnifiek album gemaakt dat zichzelf pas na de mogelijke moeite prijs geeft aan de luisteraar, maar dan wel een bron blijkt te zijn, die blijft geven. Het muziekjaar 2021 was er tot nu toe een die niet tot de beste wijnjaren van de popmuziek zou gaan behoren, maar met ‘The Nearer The Fountain, More Pure The Stream Flows’ maakt Damon Albarn heel veel goed. Het is een meesterwerk. (9/10) (Transgressive)