De in 1951 in New York geboren Eric Bibb is al enkele decennia Europeaan. Hij woont al die tijd al in Finland en Zweden, maar als geboren Amerikaan houdt hij van het land waar hij geboren is. Dat, ondanks alle problemen waarmee men daar worstelt. Zijn nieuw album ‘Dear America’ is in feite een kritische liefdesbrief aan dit land. Bibb komt zelf uit een muzikaal nest. Zijn vader Leon Bibb maakte deel uit van de folkrevival. Pete Seeger en Paul Robeson waren huisvrienden, laatstgenoemde zelfs Erics peetvader, en John Lewis van het Modern Jazz Quartet is zijn oom. Als geen ander is Bibb in staat zijn ideeën en meningen muzikaal te vertolken.
Op het album staan dertien zelfgeschreven nummers. De productie is in handen van Glen Scott, waarmee Bibb al eerder heeft samengewerkt en die ook aan de knoppen stond bij albums van Mary J. Blige, de Backstreet Boys, James Blunt en onlangs nog bij Big Daddy Wilson. Hulp krijgt Bibb van een aantal grote namen, zoals bassist Ron Carter, zangeres Shaneeka Simon, gitarist Eric Gales en mondharmonicablazer Billy Branch. De muzikale basis is uiteraard de blues met het virtuoze gitaarspel en de baritonzang van Bibb. De productie van Scott zorgt voor het moderne jasje.
Het album begint met de lieflijke folkblues ‘Whole Lotta Lovin’, dat overgaat in het samen met Shaneeka Simon gezongen ‘Born Of A Woman’. Het felle gitaarwerk van Eric Gales zorgt voor het rockende geluid in ‘Whole World’s Got The Blues’. Andere nummers die een bijzondere vermelding verdienen zijn ‘Emmett’s Ghost’ over de in 1955 gelynchte jongeman Emmett Till en de twee versies van ‘Talkin’ ‘Bout A Train’, de eerste een onmiskenbare blues met de harmonica van Billy Branch, gevolgd door een heel andere uitvoering met een moderne, swingende drumbeat. Met ‘Dear America’ bewijst Eric Bibb een gedegen bluesman en songwriter te zijn, die niet bang is zijn meningen en ideeën te uiten en dit in een modern muzikaal jasje te verpakken. Klasse. (8/10) (Provogue)