Het album ‘Identified Flying Object’ verschijnt op 8 januari bij WERF Records. Een project van de Belgische pianist Alex Koo met zijn soulmate, drummer Attila Gyárfas, en één van zijn New Yorkse leermeesters, trompettist Ralph Alessi. Alex is er zelf heel tevreden over. “Qua spontaniteit is dit het maximum dat ik tot nu toe uit een studiosessie heb kunnen krijgen.” Die spontaniteit merk je zeker ook als luisteraar. “De helft van de tracks is geheel geïmproviseerd. We spelen een noot en we weten niet wat er vervolgens gaat gebeuren. Niets is afgesproken, ook niet over de stijl.” In de andere stukken werd door het trio geïmproviseerd rond een thema.
De vele uren ruw materiaal moesten voor het album worden terug gebracht tot acht tracks. “Een proces van reflectie, steeds opnieuw beluisteren.” Vooral door de Hongaar Attila en Alex. “Wij spelen al meer dan tien jaar samen, in verschillende projecten. Zeker ook in verschillende stijlen, traditionele jazz, free jazz, van alles. Dat klikt gewoon altijd heel goed tussen ons. En we hebben ook samen gestudeerd in Den Haag en Amsterdam.
De chemie is duidelijk hoorbaar. Alex legt uit. “Attila drumt in golven; de ene golf na de andere. Wat er tussen die golven gebeurt is eigenlijk gewoon een verplaatsing van energie, een woelig iets. Ik vind dat zelf heel prettig om daarin te improviseren. Als het juist heel metronomisch in elkaar past, dan valt de essentie soms weg.”
Alex Koo’s meest recente albums zijn ‘Appleblueseagreen’ (2019) met zijn New Yorkse leermeesters Mark Turner (sax) en Ralph Alessi (trompet) en ‘Kimono Garden’ (2020), een individueel album dat veel meer elektronische invloeden kent, met ondersteuning van zijn vrouw Lorena del Mar. “Samen met het nieuwe ‘Identified Flying Object’ zijn deze drie albums tezamen representatief voor wat ik nu doe als muzikant, en waar ik voor sta.” Op ‘Appleblueseagreen’ staan ook enkele solo piano etudes, composities op de grens van klassiek piano werk en minimalisme. In het andere uiterste van het spectrum prijken de improvisaties richting free jazz. In een andere dimensie zit het gebruik van elektronica, samples, beats. Het repertoire van de dertigjarige met (van moeder kant) Japanse roots is daarmee opmerkelijk breed.
“Ik ben begonnen als klassiek pianist. Dat heeft me de technische bagage gegeven, en de kennis. Maar ik ben een heel impulsief iemand en probeer door nieuwe ervaringen een breder of wijzer individu te worden. Ik vind het moeilijk om mijzelf in een bepaalde hoek te plaatsen.“ En dat doet hij ook zeker niet. “Toen ik vond dat ik goed genoeg was om pianist te zijn, ben ik begonnen met drummen. Die kennis heb ik gebruikt om beats mee te maken. Vervolgens ben ik in de audio gestapt, mixen, productie. Daardoor kon ik ook elektronische muziek gaan maken. Maar als je zou vragen wat ik nu het meeste doe, dan zou ik zeggen moderne jazz, en ook een beetje hedendaags klassiek…, en elektronica.”
De muzikale en persoonlijke ontwikkelingen van Alex lopen langs verschillende plaatsen en verschillende individuen. “Ik ging naar Den Haag op advies van mijn leraar in België. Toen naar Amsterdam, vanwege de stad en de scene. Het vervolg in Kopenhagen was ook bewust om de plaats; Het mekka voor de Noordse muziek, waar heel veel Scandinavische muzikanten wonen. En toen New York.” Hij zocht en vond de inspiratie van de plaatsen zelf door de individuen die daar wonen. “Ik had steeds behoefte aan iets nieuws dat ik naar een andere stad ben gegaan.” Nu woont hij echter alweer vier jaar op één plek, Brussel; Een bewuste keuze voor een meer sedentair bestaan. “Voor de carrière is het moeilijk iets op te bouwen als je steeds nomadisch bezig bent. Als student was dat goed; ik wilde zoveel mogelijk leren en geïnspireerd worden. Nu ben ik op een punt dat ik ook zelf projecten heb, cd’s maak en daarmee optreed. En dan is het goed om ergens te wonen waar je door een lokale scene ondersteund wordt, wat in Brussel zeker gebeurt.”
Wat hem niet automatisch tot een Brusselaar maakt. “Ik voel me niet echt Belgisch op het vlak van de muziek die ik maak. Ik voel me meer een wereldburger die heel graag samenwerkt met internationale muzikanten, individuen die toevallig in een bepaald land wonen. Ik vind Brussel wel heel leuk als stad en het heeft een superleuke scene, maar ik probeer me niet als een puur Belgische jazzmuzikant te profileren. Ik verkoop mijn meeste cd’s trouwens nog steeds in de VS.”
De plaatsen, mensen en muziek hebben hem veel gebracht. Het leven als improvisatie? “Hmm, misschien wel. Voor mij voelt het aan alsof ik een controlefreak ben en alles tot in de puntjes plan. Aan de andere kant weet ik ook hoe impulsief ik soms ben.” Muzikaal wil Alex zoveel mogelijk voor de vrijheid gaan. “Als ik een stuk componeer, dan past het altijd op één pagina. Een simpel idee en daar iets spontaans uit zien te krijgen. Dat werkt ook het beste . Als je rekent op de vinding rijkheid van je medemuzikanten om met een simpel idee iets moois en origineels te doen.”
Om daarmee de verbeelding op te roepen, de emotie, een trance. “Ik probeer dat voor mezelf en het is mooi als ik het publiek daarin meekrijg. Misschien is het wel iets egoïstisch, iets verslavends voor mijzelf. Of misschien juist wel altruïstisch om iedereen de trip te laten mee beleven.” Hij krijgt in ieder geval veel waardering van publiek en pers, “maar het beïnvloedt me niet in mijn toekomstige keuzes. Het is de kunst zelf, de muziek, die mij altijd leidt. Maar ik ben zeker trots op wat ik heb gedaan.”
Zo is hij zeker op trots op het nieuwe album. “’Identified Flying object’ is de bandnaam. Als je in trance bent, dan voel je je eigenlijk een zwevend object. Unidentified is het dan Identified geworden. Het zijn gewoon wij die aan het vliegen zijn, een trip door de improvisatie. En hopelijk het publiek dat met ons mee kan vliegen.” Maar hij benadrukt dat hij niet wil niet klinken als de algemene free jazz. ”We proberen het toch heel filmisch en melodisch te houden, ook uitgaan van contrasten, niet alleen de noise. Een schilderij van Jackson Pollock werkt ook het beste op een witte achtergrond…”
Voor een dergelijk album, vol van improvisatie, blijkt het moeilijk om één nummer te vinden dat representatief is voor wat Alex nu doet. Het worden er twee: “’Nebula’ is voor mij als pianist een visitekaartje. Maar als muzikant, als mens, dan past ‘Aurora’ het best. Er zit elektronica in, is compleet geïmproviseerd, hij klinkt ook niet puur als free jazz.”
Duidelijk twee verschillende kanten verenigd in één persoon, Alex Koo. Voor een volgend album zou hij kiezen voor “een solo piano album. Waar ‘Identified Flying Object’ improvisaties zijn, daar zijn mijn piano etudes noot voor noot helemaal uitgeschreven. Daar word ik weer klassiek pianist en gaat het puur om de performance, om elke noot zo perfect mogelijk te krijgen.”
De eeuwige keuze tussen compositie en improvisatie. Stijlvol in evenwicht gehouden door Alex Koo.