Ook voor Paul McCartney viel een volgepland jaar in het water door de coronacrisis. Er stond een Europese tournee gepland die hem zou brengen in het Goffertpark in Nijmegen en op het Glastonbury festival. Corona gooide roet in het eten. Maar als iemand altijd het positieve van een situatie in kan zien dan is het McCartney. De tijd waarin hij noodgedwongen thuis kwam te zitten besteedde hij door creatief te zijn in zijn eigen thuisstudio. Waarin hij oude ideeën van nummers, waarvan hij sommige schetsen in zijn telefoon had staan, begon uit te werken en af te maken. Het leverde onverwachts na 40 jaar een vervolg op twee andere albums op waarop hij alle instrumenten zelf had ingespeeld: zijn debuutalbum ‘McCartney’ dat in 1970 vlak na het uiteenvallen van The Beatles verscheen, en ‘McCartney II’ uit 1980 (dat weer volgde op het einde van zijn band Wings). Net als die albums ontstond ook het nieuwe album ‘McCartney III’ spontaan door wat te experimenteren in zijn studio.
Ook op ‘McCartney III’ gaat hij het experiment niet uit de weg. Dat begint al bij de openingstrack ‘Long Tailed Winter Bird’ van 5 minuten. Het is vergelijkbaar met de instrumental ‘Momma Miss America’ van zijn solodebuut uit 1970. Ook experimenteel is het 8 minuten durende ‘Deep Deep Feeling’, maar dat had wel de helft korter gemogen. Nog een andere lange track op het album, ‘Deep Down’, heeft de echo van een funky jaren ’70 track als ‘Letting Go’ uit 1975.
Maar McCartney is juist het best in kortere, bondigere en pakkende songs op het album. Zoals de pakkende rocktracks als ‘Find My Way’, ‘Lavatory Lil’ en ‘Slidin’. ‘Find My Way’ had zo een uitstekende radiosingle kunnen zijn. Ook dit album bevat typische McCartney ballads. ‘Pretty Boys’ en ‘The Kiss Of Venus’, passend bij zijn ouder wordende stem, passen zo in het rijtje van klassiekers als ‘Put It There’ of ‘Calico Skies’. ‘Women And Wines’ had zo op het meesterwerk ‘Chaos & Creation in the Backyard’ uit 2005.
Aan het einde van het album keert de gitaarriff van de openingstrack terug, maar gaat over in ‘When Winter Comes’. Naar verluidt een overblijfsel van ‘Flaming Pie’ uit 1997 dat afgelopen jaar opnieuw verscheen. Het zou ook een bonustrack zijn op de heruitgave, maar nadat McCartney het nummer weer tegenkwam besloot hij het opnieuw op te nemen, omdat hij het te goed vond om als bonustrack uit te brengen. Het levert een optimistisch slotstuk op.
Het mocht dan de actuele situatie zijn die Sir Paul tot dit album bracht, maar na de wat te veel geproduceerde albums ‘New’ uit 2013 en ‘Egypt Station’ uit 2018 is het een verademing om hem weer in een meest pure vorm te horen. 78 jaar is hij inmiddels, maar wat is het fijn dat hij er nog is. En dat hij voortzet wat hij al sinds zijn tijd bij The Beatles doet; met muziek verlichting geven in donkere tijden. (8/10)(Capital)