Vol enthousiasme kwam Jett Rebel het podium opgerend: “Yeah Hilversum! Wie heeft livemuziek gemist?” Veel handen in het publiek gingen omhoog. Ook de medewerkers van poppodium De Vorstin waren blij, want ze mochten weer werken. Iedere bezoeker kreeg persoonlijke aandacht én een hoop aanwijzingen. Bij binnenkomst kreeg je een drankje aangeboden, boven bij de zaal het verzoek om alleen voor of na het concert het toilet te bezoeken en in de zaal een plek aangewezen. Daar was een tribune opgesteld met twee, drie of vier bioscoopstoelen naast elkaar. Ook op het balkon waren stoelen geplaatst, zodat er 75 mensen in de zaal pasten.
Als het coronavirus de muzieksector niet had platgelegd, was Jelte Tuinstra (alias Jett Rebel) in maart en april op solotour door grote theaters in Nederland gegaan en had hij zich daarna klaargemaakt voor een mooie festivalzomer. Nu kon hij de afgelopen maanden gebruiken om nog meer muziek te schrijven en op te nemen dan hij normaal al deed. Maar naast dit kluizenaarsbestaan deed hij niets liever dan optreden. Op 3 april was hij dan ook alweer te zien en te horen in een ‘Nationale VrijMiBo’ livestream, vanaf zijn bank in de serre, omringd door een keyboard, twee gitaren en een knuffelteddybeer. In mei riep hij fans op tot het posten van live video’s op hun Instagram-verhaal, die hij dan weer door plaatste, zodat er elke dag een mini Jett Rebel show online verscheen. En ook op tv bleef hij zichtbaar. Hij verscheen twee keer in de talkshow M, bij gebrek aan de voorganger De Wereld Draait Door. Al kwam hij ook bij ‘De Wereld Spoelt Terug’ nog langs met een spetterende cover van ‘Purple Rain’.
En toen was daar alweer de volgende aankondiging: een reeks livestream-concerten onder de naam ‘Wild Live Sessions’. Die vonden op vrijdagavonden in juni en begin juli plaats, afwisselend elektrisch en akoestisch en steeds vanaf een andere locatie in en rondom zijn huis op de Veluwe, afhankelijk van het weer. Zo zagen we hem vanuit een boomhut, een weiland, en wederom de serre. Met die sessies was hij pas op de helft toen hij de solo ‘Face to Face Tour’ aankondigde, die hij met recht een “inhaalslag” van optreden met publiek noemt. Om voor zoveel mogelijk mensen te kunnen spelen, trad hij in de maand juli in een dozijn openluchttheaters en poppodia op, met twee of drie shows van een uur op één dag. Al kwam het erop neer dat veel mensen meerdere shows achter elkaar bezochten.
Ook in Hilversum betrad hij drie keer het podium, in het kader van De Vorstin Zomersessies. Stipt om 16:00, de aanvangstijd van de eerste show, klonk er ineens een luide stem die het publiek vertelde dat er een aantal dingen niet mochten: meezingen, mee joelen, tijdens het concert naar het toilet gaan, en staan. “Wel moedigen we jullie aan om te genieten van de muziek en mee te klappen! En dan nu een applaus voor de artiest om te laten merken dat je er weer bent!” De zaal klapte braaf, hoewel de eerste ‘woehoe’ ook was al te horen. Maar het bandje was nog niet afgelopen: “Nog een extra hard applaus!” en, na een stilte: “Ja, dat is het!” Wat gekunsteld dus, maar bij de show om 19:15 viel die laatste opmerking helemaal dood, omdat het publiek al een paar seconden gestopt was met klappen.
Gelukkig gebeurde bij Jett Rebel zelf alles live. Hij opende toepasselijk (of juist niet) met het nummer ‘Stick Together’ met de tekst “Cause every life is a life worth living / And if we stick together / You know we can’t go wrong”. Van elke show deze tour is dit het eerste nummer, maar verder is het elke keer anders, of zoals Jelte het publiek vertelde: “Ik heb geen lijst met liedjes, daar heb ik ook altijd spijt van, dan zit ik in het moment en dan heb ik helemaal geen zin in om dat te spelen. Ik laat me gewoon leiden door m’n gevoel.” En dus experimenteert hij erop los, met zowel zijn eigen nummers als covers van onder andere Al Green, Sly Stone en Funkadelic. Van veel nummers speelde hij korte versies, zodat het een afwisselende set werd. Toen hij om een verzoekje uit de zaal vroeg koos hij een nummer dat hij deze tour nog niet gespeeld had, want hij bedacht dat hij deze tour misschien wel al z’n uitgebrachte liedjes zou kunnen spelen.
Al speelt hij toch liever met een band als een schild om zich heen, hij vertelde dat hij het wel bijzonder vindt om zo’n directe connectie met het publiek te hebben, in deze uitgeklede setting met enkel een elektrische piano en één elektrische gitaar. Hij speelde nu dan ook graag wat ‘mooie’ liedjes (“het is niet dat ik ooit ook maar één lelijk nummer heb gemaakt”), oftewel subtielere en kleinere nummers, waarbij de tournaam ‘Face to Face’ echt eer aan werd gedaan (zeker als hij z’n zonnebril niet ophad). De emotie werd bij elk woord direct overgebracht, elk geluid was hoorbaar, elk woord verstaanbaar. Dat had ook nadelen, want als er iemand in de zaal ook maar even fluisterde, had hij er gelijk last van. En toen er werd mee geklapt leidde dat ook af en liet hij subtiel weten dat hij beter zelf de maat kon houden.
Het publiek reageerde begripvol dan wel lachend op alles wat Jelte zei. En hij kletste ook over serieuzere zaken, zoals het feit dat hij nu vier jaar clean is. Toen hij nog wel aan de drugs zat, heeft hij een keer een joint aan ‘Godfather of Funk’ George Clinton gegeven. “Ik ben in Baarn opgegroeid, Hilversum was voor mij de grote stad. George Clinton speelde hier gewoon op de markt basically, dat kan je je niet voorstellen hè.”
Die drugsperiode ligt ver achter hem. Nu had hij zelfs gelijk last van een beetje rook die in de zaal hing. Hij zag z’n team, bestaande uit geluidsman Joost en tourmanager Lisa, gelijk overleggen en greep de kans aan hun namen nog maar eens te noemen, omdat ze deze tour veel meer dan normaal doen. Joost was er ook verantwoordelijk voor dat Jett niet langer dan een uur speelde, terwijl hij normaal gesproken drie uur een mooie lengte voor een show vindt. Maar uit de “officieel” nog zoveel minuten concludeerde iedereen dat de tijd wel iets overschreden kon worden, dus speelde hij nog even door op z’n keyboard, met ingebouwde geluidjes, die als ‘aaah’ en ‘oooh’ klonken, en waar hij de grootste lol mee had.
Daarna speelde hij nog zijn onvermijdelijke “nummer 1 hits” ‘Tonight’ en ‘Louise’, om verstild te eindigen met een liedje van Simon en Garfunkel, die hij in de tweede show “de Amerikaanse Nick en Simon” noemde. “Al is dat misschien een beetje veel eer voor Simon en Garfunkel. Maar ze hebben wel een paar mooie nummers. Nee, allemaal gekkigheid. Dit nummer past heel goed in deze tijd. En het nummer zegt het absoluut beter dan ik het kan zeggen, maar het was een rare tijd, en voor mij staat dit nummer voor positiviteit, warmte, liefde, voor elkaar klaarstaan, vriendschap, familie, en dat kunnen we allemaal wel een beetje gebruiken toch.” ‘Bridge Over Troubled Water’ was inderdaad een prachtige afsluiting.
Het applaus hield nog lang aan, totdat het publiek, rij voor rij, weer naar buiten werd begeleid. Jelte kon zich opmaken voor de derde en laatste show van deze dag. Hopelijk kan hij binnenkort weer één lang concert geven. En hoe bijzonder, gezellig en goed dit optreden ook was, iedereen kijkt ook uit naar het moment dat er weer in een volle zaal gedanst en meegezongen mag worden.
Foto’s (c) Lisia Leurdijk