1950 is een magistraal geboortejaar: Stevie Wonder, Billy Ocean, Peter Frampton, Tony Banks, Mike Rutherford, Steve Hackett en Peter Gabriel van Genesis. En in België Arno Hintjes en… Raymond van het Groenewoud. Twee eigenzinnige muzikanten die heden ten dage nog altijd actief zijn en zeer goed blijven componeren. Raymond werd op 14 februari 70 en om die mijlpaal heen heeft hij een verjaardgastournee gepland van 15 optredens, beginnend in het walhalla van België: de Ancienne Belgique.
De zaal was nagenoeg uitverkocht met een publiek dat je in twee kunt splitsen: de fluwelen zetelsnuivers, die vanuit een luie stoel het rustig willen aanschouwen en een staande, bierdrinkende, dansende bende vooraan het podium. Om acht uur doofden de lichten en hoorde men een jeugdkoor de tekst zingen die op een groot bannervormig scherm te lezen was: “Meisjes, zijn ’t allermooist op’t aard. Niets dat hun schoonheid evenaart. Zeg dat Van het Groenenwoud het gezegd heeft.” En het publiek zong al volop mee. Er volgde er een filmpje van Raymond op een schoolplein in Amsterdam, waar hij op school gezeten heeft. Kinderen vragen wie hij is en hij antwoord: “Ik ben zanger.” Waarop een meisje zegt: “Zing dan een liedje…”
De band kwam op en Raymond volgde, nam zijn gitaar en zei: “Awel ik zal dan maar een liedje zingen.” Ze openden met ‘Maria, Maria’, in de stijl zoals het in 1972 geschreven is. Het zou een memorabele, nostalgische avond worden. Raymond is ook bekend om zijn humor en improvisaties. Voordat ze aan ‘Ze heeft geen stijl’ van het recente album ‘Speel’ begonnen; legde hij uit dat in deze tijden van #meetoo de tekst was aangepast en hij had daarvoor het Fins gekozen en omdat het publiek met overgave moest meezingen had hij het gemakkelijk gehouden: “Lattiti Lattita”.
Van frivool naar rock en dan weer melancholisch; dat krijg je met iemand die over het leven zingt. Bij ‘Gelukkig zijn’ was het publiek muisstil, waar Raymond zelf van onder de indruk was. Alle hits passeerden de revue en toen de eerste noten van ‘Twee Meisjes’ klonken, hoorde en voelde men in de zaal dat dit het meesterwerk was. “Al 36 jaar zeg ik dat ik 10 jaar in het vak zit,” klonk het begin van ’Je Veux L’Amour’ en ook bij de afsluiter van de eerste set ‘Liefde voor Muziek’ had hij de tekst hier en daar aangepast.
Tijdens de pauze werd er gezellig gekeuveld; de fans van Raymond zijn aangenaam, sociaal en vriendelijk. Iets na negen kwamen ze terug op de bühne en trompettist Carlo Nardozza kreeg de aandacht met een mooie solo die overging in ‘Brussels By Night’, dat toch uiteindelijk een nummer van 10 minuten werd. De tweede set was weer een mengeling van stijlen: het respectvolle ‘Aan de Meet’, het speelse van ‘Het is zo fijn wanneer je nergens aan denkt’, de grote meezinger met koebel ‘Chachacha’. En de wondermooie carnavalskraker ‘Wat een fijne dag’.
Even zat Raymond verkeerd door de gitaar te pakken terwijl hij achter de piano moest zitten. Waarop iemand in de zaal grapte: “Dat is de leeftijd”, de de hele zaal “ooooooh” riep, terwijl Van het Groenewoud met een ingebeelde stok gebogen naar de piano liep.
Bij ‘Ik ben de man’ kwam nog een groep jonge danseressen het podium op en de zanger eindigde met een statement ‘Bierfeesten’, waar hij zong “Als ik dit maar heb”. Tijdens het muzikale einde van het nummer verlieten een voor een de bandleden het podium met een diepe buiging terwijl hun naam op het scherm verscheen: Rik Aerts (gitaar), Cesar Janssens (drums), Bram Weijters (piano), Wouter Berlaen (bas), Stefan Bracaval (dwarsfluit) en de eerder genoemde Carlo Nardozza (trompet); waarna als laatste Raymond bedankend met hand op zijn hart en kushandje ook achter de coulissen verdween.
Normaal zijn de optredens in de Ancienne Belgique om 22:30 gedaan vanwege connectie met het openbaar vervoer. Maar Raymond zou Van het Groenewoud niet zijn geweest, als hij daar zijn laars aan veegde. “Want”, zoals hij zelf zei, had het publiek nog een nummer te goed: “Meisjes”. Het nummer dat net zoals de hele avond volle bak werd meegezongen en natuurlijk inclusief met danseressen werd gebracht. Spijtig moesten ze stoppen, ze mochten niet doorgaan, ook al wilde het publiek en hij zelf het.
Raymond bewees om nog altijd hetzelfde te zijn: een kunstenaar in hart en nieren. Een de zijn eigen ding doet en vooral op gevoel. Daarom is elk optreden ook anders hij speelt, zingt, grapt wat er in dat moment opkomt. Alles is uniek en niet ingestudeerd. Zoals op zijn affiche van ‘Raymond 70’, waar hij keizerlijk staat afgebeeld. Een dikke vette knipoog naar zichzelf. Proficiat Raymond! Iedereen zal er met een zeer goed gevoel op terug kijken, net zoals hij zelf zei dat hij dat in 2050 ook zal doen!