Soms, heel soms, doen we dingen die eigenlijk niet zijn afgesproken, maar waar we toch geen spijt van krijgen. Omdat die dingen heel mooi zijn, voldoening geven of… omdat we gewoon niet anders kunnen, gedwongen worden door ons instinct. Zo ook op Bruis, op een snikhete laatste augustusdag. We hadden aan muzieksite Maxazine.nl beloofd om een verslag te maken van dit driedaagse festival. En voor die dag hadden we simpelweg besloten om alle bands van stage 2 ‘te doen’. Om zo tussendoor nog sfeer te kunnen proeven of interviews af te kunnen nemen. Maar ja, lopend langs stage 1, ‘het podium dat we (letterlijk) links zouden laten liggen’, bereikte ons het geluid, nee de energie, die ons aantrok, nieuwsgierig maakte, ons dwong om te blijven luisteren, en … ons liet besluiten om juist dat te doen wat eigenlijk niet was afgesproken: deze band, Solomon, ook gewoon op te nemen in ons verslag.
Sterker nog : We werden zo nieuwsgierig dat we niet veel later een gesprek regelden met deze ‘On-Nederlands klinkende Maastrichtenaren’ (Hoezo, pleonasme?)
Drie weken later zitten we in het Landbouwbelang Maastricht. De locatie is uitgezocht door zanger Koen de Witte himself. Een symbolisch gekozen plek, aan de oever van de Maas, op een steenworp afstand van de Muziekgieterij. Het enorme pand, nu deels vervallen, deels gerenoveerd, was voorheen een graanoverslagplaats en is nu een culturele vrijplaats. “Wij proberen in de muziek ook vrij te zijn en geen ideeën opzij te schuiven omdat die niet in een bepaald muziekgenre zouden passen.” Door de vintage inrichting en de rijkelijk met graffiti aangeklede wanden biedt de ‘bar’ van het Landbouwbelang een relaxte atmosfeer om met Koen en mede-Solomon Ido Ulmer (toetsen) te filosoferen over hun muziek. Dat doen we dan ook meteen namens de afwezige leden Erik Steegh, Jolien van Geffen en Kees Houx.
Koen spreekt rustig, is laidback, flesje bier erbij. Hij wordt meteen heel enthousiast als het woord Bruis valt. “Dat was fantastisch. En we zijn pas een jaar bezig…” In dat jaar sleutelde Solomon aan een sound waarmee alle leden zich konden identificeren. “En toen we klaar waren ‘om ons te laten zien’, werden we via Pop in Limburg gevraagd om op Bruis te spelen, ook met hulp van de Muziekgieterij. En waar kun je je beter aan Maastricht laten zien dan op mainstage Bruis?” Zo word je dus groot in Maastricht …
Het weekend na het interview gaat Solomon internationaal, op het Dvers Showcasefestival in Sittard; met zestig acts uit Nederland, België en Duitsland. “We hebben onze demo opgestuurd en zijn geselecteerd”. Terechte trots bij beiden. Maar een Maastrichtse, Limburgse of Euregionale scene? Nee, die is er eigenlijk niet. “Met de Muziekgieterij begint het wel steeds meer te komen.”
“Het zou gewoon supertof zijn om langzaam verder te groeien en meer internationaal te gaan spelen”, maar Koen speelt even zo graag op het open podium van het plaatselijke Café De Pieter, “Alsof je in een Ierse pub bent, waar lekker muziek gemaakt wordt door amateurs en professionals.”
De band presenteert zich in hun bio heel bewust als een gevoel dat je krijgt als je hen beluistert: melancholie, in het diepe duiken, eenzaam, donker en koud, maar ook het licht als de hoop die er altijd is. Als een soort golf die je omarmt… .” Zowel de muziek als de teksten bieden die golf, misschien zelfs wel een draaikolk. Eén echte tekstschrijver is er niet. “Een song begint bij mooie klanken die iemand inbrengt en met een ritme dat erbij hoort. En dan gaan we creatief brainstormen met teksten.” Meestal neemt bassiste Jolien hierin het voortouw. “Er liggen dan letterlijk van allerlei teksten op tafel en daaruit selecteren wat de kern het meeste raakt.” Er is daarbij geen specifiek bericht dat Solomon wil uitdragen, maar In veel nummers zit wel iets van hoop verwerkt. Maar een song blijkt eigenlijk nooit echt af… Hoewel er nu wel deadlines aankomen om een album te gaan opnemen. Een spannend traject: “Je gaat dan met andere oren naar je eigen muziek luisteren. En wat we nu live brengen hoeft op de plaat niet persé ook te werken”, aldus de band. Er is nog geen producer, maar Koen vindt het wel belangrijk dat er iemand is die het ook vanuit een andere hoek bekijkt, “Maar het moet wel blijven klinken zoals wij dat zelf willen”.
Op de vraag waar ze over pakweg een jaar willen staan, zijn ze lekker duidelijk onduidelijk: ”Als je je hoop op één plek gaat baseren, dan hecht je te veel waarde aan dat specifieke podium zoals Transformer, Bruis of Pinkpop, of liever; festivalletjes en veel spelen. “Slowly, but steady”, is dan ook een uitspraak die prima past in hun niet bestaande beleidsstuk.
Dat past ook bij hun optreden op de Global Climate March. Een politieke daad? “Is klimaat politiek dan? Iedereen moet daar gewoon meer bij stil staan.” Nee, Solomon is geen politiek geëngageerde band. Maar zijn ze dan toch, gedwongen maar ongewild, in een hokje te stoppen? Ido vindt het moeilijk: “Tsja, Indie misschien, maar dat is gewoon heel breed.” Koen heeft echter een briljante tip voor alle hokjesdenkers: ”Je moet gewoon even naar een optreden komen luisteren en dan weet je het!”. Een vergelijking met ‘de vroegere Coldplay’ zou Ido echter moeiteloos met grote trots aanvaarden. Koen beaamt dit, maar vindt een verdere vergelijking heel moeilijk. ‘Klinkt on-Nederlands goed’ is dan wel weer een groot compliment. “We willen ook internationaal klinken en spreken ook Engels tijdens de set.” Inspiratie is er echter genoeg, met name bij Elbow en Radiohead. Namens de andere leden wordt nog the Killers genoemd (Kees) en Americana folk (Jolien).
Als een soort afsluitende conclusie tracht Ido ‘het Solomon geluid’ te analyseren: “We zijn wel toegankelijk en poppy, maar we hebben wel dat extra, dat speciale. Er is wel een bepaalde kern, maar er liggen ook weer allerlei laagjes overheen.”
We kijken nog éénmaal naar buiten, naar de kade met hun oude hijskranen die als verstarde wajangpoppen hun schaduw werpen op het met graffiti gedecoreerde oude pand, waarin we een geanimeerd gesprek hadden met en over een Maastrichtse band in opkomst, over hun kern en hun gelaagdheid. Koen zakt nog een keer relaxt achterover in de vintage fauteuil, nipt aan het bier en komt met zijn eigen kern: “Ja, muziek maken die we zelf leuk vinden natuurlijk, weet je wel…”, De wereld van Solomon in een letterlijke zucht, langzaam opgaand in de inspirerende atmosfeer van deze culturele vrijplaats.
Foto’s (c) Anita Martin / Maxazine