Zondagavond 6 Oktober, was wederom een regenachtige herfstavond waarop de meeste mensen in Limburg toch maar hadden besloten om wederom lamlendig voor de buis te blijven hangen, een kleiner aantal vierde de verdiende overwinning van Fortuna Sittard op Feyenoord door zich laveloos te bezatten in hun supportershonk, een nog kleiner aantal muziekliefhebbers hadden de weg gevonden naar de Maastrichtse muziekgieterij waar Thomas Azier, het liefdeskind van Nederlandse recalcitrante eigenzinnigheid en Europese eenwording die avond acte de présence zou geven.
Voordat het echter zover kwam, werd als voorprogramma aan ‘Lars and the magic Mountain’ de mogelijkheid geboden haar kunnen aan het publiek te vertonen en wellicht de stemming er vast goed in te brengen.
Dat mislukte jammerlijk. Hoe goed ze ook hun best deden, Lars en zijn kompanen wisten nauwelijks enige reactie uit het toch als bourgondisch bekend staande Limburgse publiek te krijgen. Eerlijk is eerlijk, qua optreden stelde het ook niet veel voor. Wat vooral bij zal blijven, zij het vluchtig, is de kinderlijke blijheid waarmee ze de verkleedkist op zolder bij hun moeder nog eens geplunderd hadden. Ze sloten af met hun single ‘Come Running’, die terugluisterend op Spotify al als een goede vervanger van Temazepam gezien kan worden, maar live zelfs nog slaapverwekkender was. Exit Lars en zijn magische berg.
Thomas Azier pakte dat heel anders aan. Hij trapte de show bijzonder sterk af met ‘Hymn’ van zijn laatste album ‘Stray’. De hypnotiserende ritmes, gecombineerd met prachtige zang, die Azier ook live volledig weet waar te maken trokken de aanwezigen letterlijk naar het podium toe.
Azier, gekleed in een soort van licht gebreid kostuum bewoog zich over het podium als een combinatie van een slangenmens en een balletdanser. Duidelijk in zijn element.
Azier werd begeleid door een bassdrum loze drummer, een bassist en gitarist. De band ging meteen door met het eveneens prachtige ‘Vertigo’ gedreven door tango achtige elektro ritmes leek Azier er vanavond plezier in te hebben. Zijn stage presence was sterk, hij wist het publiek te pakken en vast te houden. Zonder ook maar een woord tot het publiek te richten denderde de band door. Azier kent zijn gelijke niet in de Nederlandse muziekscene. Intelligente electropop met klassieke elementen die compositorisch bijzonder vernuftig in elkaar steken en die, zo blijkt thuis op de bank met gesloten ogen en een koptelefoon net zo goed tot hun recht komen als in een halfgevulde concertzaal.
Azier speelde voornamelijk werk van zijn twee laatste albums ‘Stray’en ‘Rouge’, het gevierde debuutalbum was vertegenwoordigd met ‘Angelene’ en het betoverend mooie ‘Red Eyes’ dat badend in het rode licht werd gebracht. Bij tijd en wijle doet de stem van Azier, zeker als hij falset zingt denken aan die van Mika, al ligt de muziek niet echt in elkaars verlengde.
De band had duidelijk plezier in het samenspel , en Azier’s gitarist viel op door bijzonder smakelijk gedoseerd spel, waarin de grenzen van de mogelijkheden van traditioneel gitaarspel werden opgezocht. Hij maakte gebruik van de podiumvloer als resonator , schuurde de gitaar langs zijn jas en wat al niet meer. Leuk om te zien en bovendien dienstbaar aan de muziek. De man had mee mogen zoeken in de verkleedkist van het voorprogramma, maar was net wat te laat. Voor hem waren alleen nog een broek van zwart polyurethaan over en een gek jaren 80 hoedje. Het deed hem enorm lijken op Klaus ‘Major’ Heuser, in de jaren tachtig leadgitarist van de Keulse rockband BAP, maar dan met een verkeerde broek. Daar waar Heuser het op blues gebaseerde gitaar idioom tot op heden trouw is gebleven wist Azier’s gitarist het instrument tot next level te tillen. ‘Chapeau’ ( no pun intended).
Met de toegiften ‘Angelene’, ‘Babylon’ en ‘Sandglass’ kwam een einde aan een bijzonder goed en mooi optreden. Azier heeft nog wel wat harten te veroveren in het bourgondische Limburg, maar een volgende keer zal de zaal zeker vol staan.
Foto’s Perry Hermans