De Muziekgieterij heeft met haar de Transformer-formule goud in handen: door de week spelen relatief onbekende bands in de intieme setting van de kleine zaal van deze onlangs verbouwde en uitgebreide Maastrichtse muziektempel. Zo ook ergens in maart 2019. Tijdens de naweeën van een kille en vochtige winter brak de muzikale lente aan met de opzwepende klanken van Evil Empire Orchestra (EEO), een achtmansformatie uit België. Nou ja, ’mans’…. De enige vrouw, Kimberly Dhondt trekt juist, waarschijnlijk onbedoeld maar toch, veel aandacht naar haar toe met haar prachtige zang en geweldige podium performance. Maxazine was verpletterd en geroerd.
Dat zagen en hoorden ook de organisatoren van het eveneens Maastrichtse Bruis festival, die meteen de kans grepen om de band ook hiervoor te contracteren. Voor Maxazine dé gelegenheid om met EEO terug te kijken op dat gedenkwaardige optreden in maart en ook maar meteen allerlei andere zaken te bespreken.
Dat gebeurde in een relaxte ambiance, backstage. Met op de achtergrond soms diepe bastonen en snerende gitaarflarden, die echter geen enkele inbreuk deden op het amicale gesprek. EEO oogt op het podium een goed op elkaar ingespeelde formatie; elkaar de ruimte gevend en met veel speelplezier, dat snel overslaat op het publiek. Dat zouden ze later op de dag ook weer gaan bevestigen, op een zonnige weide, aan de voet van de langzaam iconisch wordende groene gashouder, alwaar ook een pakkende groepsfoto (toch nog wat onwennig) werd genomen.
Nieuwsgierig naar wat er tussen Transformer (toevallig ook de titel van een nummer op hun nieuwe album) en Bruis is gebeurd, werd er eerst nog wat onwennig een korte opsomming gegeven: een tournee, een nieuwe plaat uitgekomen (‘Start a fire’, red), festivals, optredens in Zwitserland. Maar al snel schakelde Kimberly door naar het voor de band heel belangrijke gevoelsniveau: “We hebben ervan genoten en lekker veel gespeeld. Het is ook altijd fijn om het verschil te voelen tussen het begin van de tour en nu, bijna aan het einde. Je raakt meer ingespeeld, nummers evolueren. Je merkt dat er meer vrijheid komt en er meer ruimte is voor improvisatie. Meer vertrouwen, meer loslaten.”
EEO speelt in de huidige bezetting zo’n vier jaar samen. Ooit begonnen als een bigband van zestien muzikanten “en gaandeweg geëvolueerd tot een band van acht”. Ieder lid heeft zijn eigen ervaring en inspiratie meegebracht. Daarmee is EEO duidelijk geen voorgedrukt project, maar een organisch gegroeid ensemble van muzikale vrienden. Op de manier waarop drummer Thomas Deckx de geboorte van EEO beschrijft druipt gewoon het plezier van het samen spelen: “Dat is gewoon supertof”, breed lachend ingestemd door de rest van het vijftal. Vijf, want de drie overige leden komen ‘gewoon’ wat later binnendruppelen en schuiven aan op de bank, of op de schoot van leden, wat de setting alleen maar nog intiemer en relaxter maakt. “We zijn toffe mensen samen…, die toffe muziek maken”.
De sfeer werd iets minder relaxt toen er werd gevraagd om zelf een stickertje te plakken op hun eigenzinnige sound. “Bij welk genre horen jullie?” Dat ontlokte, terecht, een levendige discussie waarbij al snel duidelijk werd dat EEO niet bestickerd wenste te worden. Ook een mogelijke vergelijking met een andere band werd vriendelijk maar kordaat weggewuifd. ”Je kunt een link leggen naar misschien twintig andere bands en dan nog dekt het de lading niet “. Kimberly is het meest stellig: “Ik heb geen zin om het uit te leggen, in alle eerlijkheid”. En door te weigeren om te antwoorden geeft ze onbewust een heel duidelijk antwoord. Voor diegenen die nu nóg nieuwsgieriger zijn geworden, dit schrijft EEO zelf op hun website: ‘A wild crossover of psychedelic, soul jazz and garage funk’. Om dit meteen weer te vergeten, want EEO vindt eigenlijk dat hun sound “gewoon uniek is”. Mee eens…
Iedereen wil in dit verband wél graag zijn of haar invloeden delen: “De oude soul uit de jaren ’60”, “De ‘Woodstockmannen’ (‘Het vuile’)”, “veel oude muziek… of door oude muziek geïnspireerd”. Vervolgens smelten deze invloeden (ook weer) heel organisch samen tot EEO-songs: ”Ideeën van eenieder worden opgepikt en met jammen verder uitgewerkt.”
De teksten zijn van Kimberly, die ze zelf ook vertolkt met een prachtige stem, met lekker rauw randje, en een aanstekelijke, open, maar ook ietwat mystieke performance. “De vorige plaat was wat meer maatschappij gerelateerd, nu haal ik meer inspiratie uit de dingen die me dagelijks raken; soms is dat helemaal non-fictie, soms meng ik er nog een beetje fictie in. Het is persoonlijk uit mijzelf, maar ik hoop ook een snaar te raken met mijn boodschap”. Dat moedigt aan om dieper op haar performance in te gaan. “Ik creëer daar een persoon, een beetje ‘larger dan life’, waarin ik mijn (vrouwelijke) sterktes naar buiten kan brengen… Een stuk mezelf zijn en dat dan uitvergroten. En ik ben altijd op zoek naar iets dat energie geeft aan het publiek.” Dat ze daarbij vaak wordt beschreven als ‘oud-zangeres van Hooverphonic.’, deert haar duidelijk niet.
We refereren nog even aan het optreden in de Muziekgieterij: Kimberly droeg toen een opvallende cape en voegde daarmee een mysterieuze eyecatcher toe aan haar optreden. “Ik moet toegeven dat dat nu een beetje begint te shiften, en ik nu weer ‘gewoon’ wil optreden. Terug in mijn jogging, bij wijze van spreken. ” Die belofte kwam ze die middag op Bruis gelukkig niet na. De cape bleef ook achterwege. Niet dat we deze misten. Daar waar in de kleine ruimte van Muziekgieterij meer plaats was voor een intieme set, was hun optreden op Bruis juist uitbundig. EEO lijkt vlekkeloos aan te voelen hoe ruimte en tijd optimaal te benutten. Knap …
De ruimte van óns gesprek was fysiek heel klein, in de kleedkamer van Bruis, maar daardoor emotioneel gezien juist heel open, intiem en amicaal. De bandleden waren zichzelf, vulden elkaar aan; ook weer heel organisch natuurlijk. Zo ook bij hun gezamenlijke blik op de toekomst. Door ieders inbreng ontstond stap voor stap een impressionistisch beeld aan de horizon; als een vergezicht waarvan de verf nooit echt zal opdrogen en altijd nog iemand iets kleins zal kunnen en mogen toevoegen aan de compositie of het kleurenpalet: “Je moet niet in een band gaan zitten om populariteit na te streven.” “Nee, veel spelen, wel, hé … en amuseren!” ”En evolueren, altijd nieuwe dingen vinden, en merken dat je dat na verloop van tijd steeds beter gaat lukken… dat is ons streven!” “En natuurlijk eerlijk zijn in wat je doet; en als dat wordt opgepikt, dan is dat super”.
En wij geloofden hen natuurlijk meteen. Wijze woorden van een volwassen band waarbij het geheel (veel) groter is dan de som der delen. En dat is extra knap bij een band met zeven muzikanten en een zeer inspirerende en ietwat mystieke zangeres. En we blijven hen natuurlijk organisch volgen….
Foto’s (c) Anita Martin / Maxazine