Op 31 mei 1982 maakte Nederland, tijdens een matig bezocht Pinkpop festival, toentertijd nog op de heilige grond van het Burgemeester Daemenpark te Geleen kennis met Kid Creole and the Coconuts. Een band die op dat moment net twee weken vantevoren hun meest succesvolle album ‘Tropical Gangsters’ hadden gereleaset. Het bleek een van de hoogtepunten van een matig Pinkpop festival. In 2010, bij het Pinkpop Classic Festival mocht de Kid zijn kunsten wederom vertonen voor een kleine 5000 bezoekers
Kid Creole, wiens echte naam August Darnell is, bezocht op 22 september andermaal Limburg, dit keer voor een optreden in de Limburgzaal van de schouwburg in Heerlen. August is inmiddels 68 jaar, dus veel ‘Kid’ is er niet meer over. Zijn band bestond uit een internationaal gezelschap: Dave Imby (drums), ook drummend bij Soulsister, Texas en Sister Sledge, Lorne Ashley (gitaar), Oroh Angiama (basgitaar), ook spelend bij Corinne Bailey Rae, Mike Gorman (keyboard), Chris Storr (trompet) en Barnaby Dickinson (trombone). The Coconuts zijn al lang niet meer de latino Coconuts uit de jaren 80. Het leek wel of de Kid een blik Scandinavische dames had opengetrokken, maar het bleek een wat oudere Coconut uit Londen en twee jongere Amsterdamse Coconuts te betreffen. Kid Creole (vernoemt naar de Elvis song) mag dan wel de Nederlandse pensioengerechtigde leeftijd hebben overschreden, maar hij was duidelijk maar met een bedoeling naar Heerlen gekomen, en dat was een perfecte show neer te zetten.
De zaal was bijna vol met vooral mensen die ervan overtuigd waren dat 50 het nieuwe 20 is, en ze hebben geen ongelijk. Velen hadden waarschijnlijk het gedenkwaardige optreden in 1982 meegemaakt en waren in voor een reprise. Meteen vanaf het begin maakte de zeer professioneel en strak groovende spelende band duidelijk dat er hier vanavond een feestje gepland stond. De muziek bouwde op, de Coconuts heupwiegden zich naar hun microfoons toe en toen kwam the Kid zelf. In zijn mooiste pak, met hoog opgetrokken bandplooibroek en een fedora op zijn hoofd. Precies the Kid zoals we hem al 40 jaar kennen.
Met ‘Caroline was a drop-out’ werd de set afgetrapt en zonder een seconde rust namen de blazers het voortouw in een pompende en retestrak groovende versie van ‘Don’t take my Coconuts’. Het eerste blokje werd meteen maar afgesloten met een van de allergrootste hots van the Kid: ‘Stool Pigeon’. Het had the Kid met zijn Scandinavische kokosnoten en band nog geen kwartier gekost om de hele zaal aan het dansen te krijgen. De show bracht entertainment van de hoogste plank. Geen tijd voor overpeinzingen of reflectie. Hier werd een feestje gebouwd. De Coconuts, dansten in hun badpak met zonnebrillen en riepen af en toe iets in hun microfoon, dat niet echt een naam mocht hebben, maar soit, ze horen erbij .
De band speelde onverdroten voort, na ‘No Fish today’ werd the Kid’s grootste hit ‘Annie (I’m not your Daddy)’ in een lekker lange versie gespeeld. Het nummer blijft aanspreken en bevat een van de mooiste lyrics uit de geschiedenis van de popmuziek: “See, if I was in your blood, then you wouldn’t be so ugly”. Typisch voor de muziek van Kid, dansbare Caribean based disco met een vette knipoog en wat humor. Een prima mix voor een feestje.
Halverwege werd er even een intermezzo ingelast waarbij de Coconuts twee nummers mochten doen, terwijl the Kid even een glaasje water dronk en andere kleren aantrok. Ze dansten dat het een lieve lust was om te zien en ze deden hun best om ‘Clean iT up’ en een cover van Millie Small’s ‘My boy Lollipop’ te zingen. Het bleef bij een sympathieke poging, die hun al was vergeven voordat ze ermee klaar waren.
De show beleefde nog een aantal strak uitgevoerde nummers, waarbij het hitje ‘I’m a wonderfull thing baby’ er met kop en schouders bovenuit stak. The Kid met zijn 68 jaar was goed in vorm en verrassend goed bij stem, al waren de meeste nummers inmiddels wel wat naar beneden getransponeerd. Logisch. Al met al een erg vermakelijke avond met top amusement, van een zeer strak spelende band en een Kid die mij verraste met zijn stem en vitaliteit.