Voor vier uur ’s middags stond de Oosterpoort al vol met ongeduldige enthousiastelingen voor de Rhythm & Blues Night: in tegenstelling tot de vorige jaren begon het minifestival in Groningen in de middag, zodat het programma ditmaal niet doorliep tot laat in de nacht.
Om iets over vieren kwam Sven Hammond het podium in de Grote Zaal op – toetsenist Sven Figee bedankte het publiek voor de vroege opkomst, vertelde dat de band graag de spits afbeet en kondigde aan te beginnen met een paar instrumentele nummers. Hoewel het volkomen begrijpelijk is dat een band met zulke instrumentele mogelijkheden een dusdanige intro speelde en de uitgebreide hammond- en gitaarsolo’s duidelijk gewaardeerd werden, werd het feest pas echt uitbundig bij nummers als ‘Hero’ en ‘The Usual Suspect’ die met fantastische zang ondersteund werden.
Na het bulderende optreden van Sven Hammond was het tijd voor een andere grote naam in het Nederlandse blueswereldje: Erwin Java speelde in de foyer voor een toegewijd publiek dat rijen dik stond te wachten voor het podium. De ervaren gitarist stond er ontspannen bij: dat hij er nog altijd plezier in had, bleek uit de interactie met zowel het publiek als zijn band. Door de ijzersterke formatie op het podium en de kleurrijke, krachtige verschijning van zangeres Kat Riggins uit Miami, Florida was het optreden van begin tot het eind puur bluesgenot. Niet alleen nummers van de nieuwe cd kwamen langs: het publiek kon meezingen met covers zoals het bekende ‘Ain’t No Love In The Heart Of The City’ van Bobby Bland en ‘Don’t Give Up On Me’ van Solomon Burke.
Young Gun Silver Fox speelde ondertussen in de kleine zaal voor een publiek dat uitbundig danste op de wat poppy nummers waar de disco-achtige lichtshow in de zaal perfect op aansloot.
Wat later speelde blueslegende Tony Joe White in de grote zaal – met niets gewapend dan een gitaar en een mondharmonica en met een hoed diep over zijn ogen getrokken nam hij plaats op zijn stoel midden op het podium. Na het eerste nummer kwam er een drummer bij om zijn gitaarspel en kenmerkende zang te versterken, wat zorgde voor een optreden met iets meer afwisseling en dynamiek. In de entreehal speelde ook een duo, maar dat was dan ook de enige overeenkomst: bij KOLARS draaide het om het spektakel, de glitters en Lauren Brown als ‘tap dancing drummer’.
Net na etenstijd kon het publiek weer helemaal opgeladen losgaan bij de show van Dana Fuchs. De bluesdiva kwam met een zonnebril het podium op: ze vertelde dat ze net te horen had gekregen dat een dierbaar familielid was overleden, en dat ze juist op dat moment wilde focussen op het vieren van het leven. Het verdriet deed allesbehalve afbreuk aan haar optreden – de zangeres stond woest zingend, headbangend en dansend op het podium en leek krachtiger dan ooit.
Ian Siegal speelde intussen in de kleine zaal zijn bluesrock die perfect paste bij zijn ruige, rauwe stem. Tijdens het nummer ‘She Got The Devil In Her’ knapten er twee snaren, maar Siegal liet zich nergens door tegenhouden. Tijdens een snelle gitaarswitch grapte hij: “That’s the work of the devil right there!”. Kort daarna was Michelle David & The Gospel Sessions aan de beurt om het publiek in de grote zaal aan het bewegen te krijgen. Hoewel Michelle David met haar energieke optreden en indrukwekkende zang de perfecte frontvrouw was, werd er ook gefocust op de rest van de band door middel van uitgebreide gitaar- en blaassolo’s.
Een groot contrast met veelkoppige bands als deze vormde Lewis Floyd Henry, die even later in de binnenzaal speelde; de gitarist begeleidde zichzelf door op drums te stampen en gebruik te maken van een looppedaal, wat zijn optreden tot een verrassend dynamisch en veelzijdig geheel maakte. Hoewel zijn nummers bijzonder origineel waren, kon de Britse artiest niet ontsnappen aan een vergelijking met Jimi Hendrix: Lewis’ stem, gitaarspel en zelfs uiterlijk leken op die van de blueslegende, waardoor er vanuit het publiek soms enthousiast ‘Jimi!’ werd geschreeuwd. Tegelijkertijd stond Hannah Williams & The Affirmations in de kleine zaal nummers te spelen van het nieuwe (en eerste) album van de band, afgewisseld met covers zoals de indrukwekkende, minutenlange blues-uitvoering van de Led Zeppelin-klassieker ‘Dazed And Confused’. Als afsluiter van de avond speelden er weer drie bands tegelijkertijd: Barrence Whitfield & The Savages vulden de kleine zaal, waar mensen die eerst zaten uiteindelijk toch op de dansvloer belandden om voor de laatste keer los te kunnen gaan op de aanstekelijke bluesrock.
Laurence Jones speelde voor een volgepakte foyer, terwijl hij zich breed lachend helemaal uitleefde op een cover van de Jimi Hendrix-versie van ‘All Along The Watchtower’ en eigen stampende nummers als ‘What’s It Gonna Be’. Om half een was de avond al afgelopen – in vergelijking met de vorige jaren was het vroeg, maar het publiek had tegen die tijd in de Oosterpoort genoten van ruim achtenhalf uur muziek uit elke hoek van het Rhythm & Blues-spectrum. Ervaren publiekslievelingen en aanstormend talent maakten samen van de Rhythm & Blues Night wederom een weergaloos succes.
Foto’s (c) Anneke Klungers