De volle kleine zaal van Patronaat gonst verwachtingsvol als het introfilmpje van Bettie Serveert begint. Na een geslaagd voorprogramma van indieband Reiger kan het publiek niet wachten om de Amsterdamse band, die onlangs hun 25 jarig bestaan vierde, weer in zijn armen te sluiten. Het wordt niet teleurgesteld.
De Betties, die afgelopen oktober hun elfde album ‘Damaged Good’ uitbrachten, zijn op dreef. Nummers van de nieuwe plaat, aanstekelijk en ruig, worden goed ontvangen. Daarnaast speelt de band een dwarsdoorsnede van hun oude werk, waarbij vooral de nummers van de eerste albums ‘Palomine’ en ‘Lamprey’ met gejuich worden onthaald.
De stem van Carol van Dyk is in 25 jaar alleen maar beter geworden, persoonlijk en innemend. Toonkunstenaar Peter Visser weeft wonderschone gitaartapijtjes die zingen en zweven, rocken en gieren. Nu eens subtiel melodieus, dan weer op het randje dissonant, maar nooit wordt het gefreak. De kracht van Bettie Serveert wordt in Patronaat weer duidelijk: de band is tijdloos tegendraads, even sprankelend als 25 jaar geleden, met nieuwe drummer Joppe Molenaar zelfs hechter.
Na de nieuwe single ‘Unsane’ en het dreigende, psychedelische ‘Digital Sin (Nr7)’, komt de band terug voor een toegift. De grijns op het gezicht van bassist Herman Bunskoeke tijdens ‘Palomine’ spreekt boekdelen. Intens tevreden zingt hij zonder microfoon de tekst mee. “Jullie zijn een geweldig publiek” roept Peter Visser de zaal toe. Het antwoord komt onmiddellijk: “Jullie zijn fan-TAS-tisch!” roept iemand terug. En zo is het.
Foto’s (c) Frank Dijkgraaf