Neem Tiësto, Larry Levan, Frankie Knuckles, Paul Oakenfold en Ron Hardy. Voor velen pioniers op het gebied van house, dance en EDM. In de jaren ’80 en ’90 de grote supersterren als het gaat om vooruitstrevendheid. Toch wordt er door deze grote groep pioniers diep gebogen voor muzikale acts als Kraftwerk, Vangelis, Brian Eno en Jean Michel Jarre. En zeker die laatste, aangezien de Fransman al in 1968 pionierde met zijn elektronische muziek. Goed, eerlijk zijn, ook Jarre was niet de eerste, aangezien bijvoorbeeld Léon Theremin al in 1919 experimenteerde met zijn Theremin en dus elektronische muziek, maar we mogen stellen dat Jarre toch een van de eersten was die EDM tot een succes maakte. Zijn (derde) album ‘Oxygène‘ uit 1976 was een doorbraak en geldt nog steeds tot een van de meest invloedrijke albums in de muziek.
Electronica Live
Ter gelegenheid van zijn Electronica Live-tour, ter promotie van zijn dubbel-release ‘Electronica 1: The Time Machine‘ van vorig jaar en ‘Electronica 2: The Heart of Noise‘ van begin dit jaar, tourt de synthesizer-virtuoos momenteel over de wereld en natuurlijk werd de Amsterdamse Heineken Music Hall aangedaan. Natuurlijk, want, zo zei Jarre zelf al na ‘Automatic (part 2)’, dat na het complete ‘The Heart of Noise’ (1&2) de show stal: Amsterdam was de eerste stad buiten Frankrijk waar Jarre optrad toen hij in 1977 doorbrak met ‘Oxygène’. “Welkom Amsterdam” en “Dank je wel” waren dan ook in het Nederlands uitgesproken door de muzikant. Een mooie introductie voor ‘Oxygène 2’
Voorzichtig
Vergeleken met zijn oudere en bekendere werk, de Oxygène– en Equinoxe-series, lijkt zijn meer recentere werk wat donkerder te zijn geworden. ‘Circus’, dat hij op ‘Electronica 2’ opnam met Siriusmo, is daarvan een voorbeeld, als ook ‘Web Spinner’, dat heel voorzichtig de eerste lasers laat aangloeien. Nu pas, en het valt op: Jarre is tot nu wat voorzichtig van start gegaan met zijn show, die natuurlijk on stage wel de nodige visualisaties tentoonspreidt. Heel rustig aan krijgt het publiek dan toch waar men (deels) voor komt: de prachtige visualisaties en lasershows zijn een niet onbelangrijk onderdeel van de belevenis tijdens de shows van Jarre.
Samenwerking
De Electronica-serie, ‘The Time Machine’ en ‘The Heart of Noise’, zijn een samenvoeging van nummers die de Fransman opnam in collaboratie met grote namen uit de muziekgeschiedenis. Hans Zimmer, Gary Numan, Yello, Cindy Lauper, Vince Clarke, Moby, Pet Shop Boys, Massive Attack en onze eigen Armin van Buuren, om er maar een paar te noemen.
Een wat minder logische samenwerking was eerder dit jaar met klokkenluider Edward Snowden. “Because we need to know the truth!”, aldus Jean Michel Jarre. De gezamenlijke track ‘Exit’ is een van meer uptempo-nummers in de show die verder een mooi web is van nummers van nu en van weleer. “Exit’ wordt begeleid door een schouwspel van visuals die het gevoel van de klokkenluider goed weergeeft. Prikkeldraad, hoge muren, beveiligingscamera’s en het oog van Jarre dat op gepaste (of voor Snowden wellicht minder gepaste momenten) wijze, via een van de camera’s die Jarre zelf in zijn set meedraagt, gevaarlijk dichtbij komt om alles in de gaten te houden. Het is Snowden zelf die het nummer via een projectie onderbreekt en de zaal een boodschap meegeeft over het gevaar van het gebrek op privacy.
Visueel spektakel
Als na ‘Équinoxe 7’ uit 1978 ‘Conquistador’, dat hij met Gesaffelstein schreef, komt, pakt de grootmeester zelf de gitaar ter hande. Een welkome afwisseling in de verder vrij simplistische set-opbouw. Met een (elektronische) drummer op links en een 2e toetsenist op rechts is het concert niet iets voor bezoekers die een show verwachten waarbij iedereen van links naar rechts over het podium springt. Jarre moet het hebben van zijn muziek en de spectaculaire visuals, die gelukkig na ‘Oxygène 8’ eindelijk in vol ornaat naar buiten lijken te worden gereden. De lasershow, waar Jarre zo om bekend staat, maakt van ‘Zero Gravity’, in 2015 op ‘Electronica 1’ gezet in samenwerking met Tangerine Dream, een waar spektakel.
Pet Shop Boys
Na een korte introductie van zijn band pakt Jarre het publiek in met een voor hem “Very special track…”, het melancholische ‘Souvenir de Chine’, gevolgd door ‘Immortals’ geschreven met de Engelse Fuck Buttons, die hier in Nederland wellicht het best bekend zijn door hun optreden op Lowlands in 2008. Natuurlijk behoeft zo’n samenwerking wat uitleg, die Jarre dan ook met regelmaat wil delen met het publiek. Zo heeft de virtuoos het natuurlijk over zijn samenwerking met die andere elektronische giganten op de synthesizer, de Pet Show Boys. ‘Brick England’ behoefde die uitleg niet eens, aangezien het Pet Show Boys-geluid volledig in de plaat verweven zit. Het zou de Britten sieren deze track in hun uitvoering te spelen als ze aanstaande maandag in 013, Tilburg optreden. Jarre zelf voegt aan het nummer een mooi element toe door weer achter zijn stack vandaan te komen en de keytar ter hande te nemen.
Jean Michel Jarre vernieuwt
Op ‘Electronica’ lijkt het alsof Jarre nog verder wil vernieuwen. Zo ook zijn ‘The Architect’ dat door de invloed van Jeff Mills een duidelijke techno-sound krijgt. Of het bij de muzikant past, daarover zijn de meningen nog verdeeld, maar gedurfd is het wel. Opvallend is wel dat het publiek het concert tot nu toe nogal mat mee beleeft. Waar men in den lande de Amsterdam Arena vaak bestempelt als een bioscoop, lijkt ook de naastgelegen Heineken Music Hall vandaag meer op een bioscoop.
Jarre krijgt het publiek pas echt mee bij ‘Oxygène 4’ en ‘Équinoxe 4’, de grote hits uit de jaren zeventig. Jammer, want op dat moment is het concert al bijna ten einde. Bij ‘Glory’wordt eindelijk ook het publiek eens ingeschakeld, en met korte kreten wordt het publiek opgestookt mee te ‘zingen’. Had zo’n track in het begin van de set gezeten, was het optreden waarschijnlijk van een heel ander niveau geweest.
De afsluitende ‘The Time Machine’ laat het vooruitstrevende karakter van de 67-jarige zien, doordat het nummer gespeeld wordt op een Laser Harp. Goed, het effect is leuker dan het nummer virtuoos is, maar dat mag de pret niet drukken. Wederom een sterk staaltje Jarre, maar helaas ook pas aan het einde van zijn show, want hierna is de koek toch op. Wel 20 keer “Thank you”, en Jean Michel Jarre verlaat het podium, de zaal vol lasers achter latende. Wellicht zelfs zijn mooiste laser-effect tot nu toe in de Heineken Music Hall.
Oxygène 3
Na een korte onderbreking komt de muzikant terug om een uitleg te geven over de wat vreemde stellage die voor het podium staat opgesteld. Een 360-graden camera, die een opname zal maken voor de clip van zijn nieuwe ‘Oxygène 17’, van het nieuwe album ‘Oxygène 3‘, dat volgende week zal verschijnen. Niet één, maar tweemaal wordt het nummer, dat overigens met kop en schouders het beste nummer is van die nieuwe plaat, opgevoerd, om ook vanuit een andere positie een rondom-opname te kunnen maken.
Aan het verzoek alle gsm’s de lucht in te steken wordt dan ook tot tweemaal toe vol gehoor gegeven door het publiek, alvorens door te gaan met het echt laatste nummer van de avond ‘Stardust’, dat hij op ‘Electronica 1: The Time Machine’ zette, samen met Armin van Buuren. Met zoveel collaboraties had men wellicht een cameo van Van Buuren verwacht, zoals Jarre in Berlijn de daar wonende Peaches het toneel op bracht in zijn show aldaar. Van Buuren zit op het moment echter in China, en een track van de twee samen was voor Amsterdam het enige souvenir.
De Godfather of Music
Als Jarre definitief het podium verlaat, blijft een zaal overweldigd achter. Met een carrière die bijna 50 jaar beslaat, is het onmogelijk te blijven vernieuwen. Toch toont Jarre met zijn laatste twee albums aan door middel van samenwerkingen het nieuwe op te blijven zoeken. Zijn concert is helaas niet meer zo’n symfonisch spektakel als in de jaren ’70 en ’80. In plaats van tien synthesizers en modulators is Jarre met zijn tijd mee gegaan en heeft een en ander ingewisseld voor een stapeltje iPads, met hier en daar een toetsenbordje. Het mag geen vergelijk hebben; Feit is wel dat de grootmeester van de hedendaagse muziek nog steeds in staat is een volle zaal te boeien. Jean Michel Jarre mag met recht nog steeds de Godfather of Music genoemd worden.
Foto’s (c) René Obdeijn