My Baby heeft de afgelopen 2 jaar door veel te toeren vele liefhebbers bereikt. De Voodoo Electrique toer is ontzettend lang doorgegaan; Het is bijna het verhaal van een never ending tour, een feest voor alle concertliefhebbers want gisteren waren er veel die er in het beginstadium ook al waren. My Baby is nu bezig met de laatste etappe ‘Last chance to dance the Voodoo Electrique’.
Live is de band op zijn best. Het Burgerweeshuis kon het bordje uitverkocht dan ook in top hangen. Eén jaar geleden traden ze ook al met nagenoeg dezelfde show op in Deventer. Dit jaar met een voorprogramma John Fairhurst die ook blues gedreven gitaarspel speelt zodat het publiek in de mood komt.
Het toverwoord in Voodoo Electrique is de vibe. Het concert was een grote roes waarin je wordt meegezogen in de sound van My Baby. Een heerlijke beat geslagen door Joost van Dijck. Subliem hypnotiserend blues gitaarspel door Daniel Johnston en de dansende en zingende Cato van Dijck zorgen voor opzwepende ritmes die heerlijk verleiden tot bewegen/dansen.
Er leken in vergelijking met vorig jaar een aantal nieuwe nummers te zijn toegevoegd aan de setlist, die er voor zorgden dat er een versnelling langzamer werd gespeeld zodat een ieder even op adem kon komen. My Baby is zo goed ingespeeld dat een setlist niet is te vinden op het podium. Ze weten door de honderden shows die ze de afgelopen 2 jaar hebben gespeeld precies welke swingende beat op welke opzwepende song volgt.
De succesnummers ‘Remedy’ en ‘Money man’ zijn vaste waardes, zo ook de cover van Bob Dylan ‘Masters of war’. Het is ook het enige nummer dat ze aankondigen en dat is maar goed ook want dit nummer gaat geheel door de blues/voodoo blender van My Baby en klinkt gewoon geheel in lijn met de rest van de set. Je herkent er geen Bob Dylan-nummer in.
De afsluiters van de set ‘Seeing Red’ en ‘Leave for good’ met daarin verwerkt Sly Stone’s nummer ‘Every day people’ zijn de hoogtepunten van de show. Daniel weet uit zijn arsenaal gitaren blues, funk, voodoo en disco licks (chic) te halen. Daniel is dan ook de tovenaar van de groep. In het laatste nummer klinken de drums luider en harder dan het gehele concert zodat het concert naar een prachtige climax toewerkt voordat het doek dicht ging.
Foto’s (c) René Obdeijn