Het Congolese collectief Mbongwana Star, met een stille ‘M’, bracht in 2015 hun debuutalbum ‘From Kinshasa’ uit. De twee frontmannen zijn echter verre van debutanten. Coco Yakala Ngambali en Théo Nsituvuidi Nzonza (beiden in een rolstoel doordat ze als kind aan polio leden) zijn namelijk ook twee van de oprichters van straatmuzikanten-tot-rocksterrenband Staff Benda Belili, waarmee zij de wereld lieten dansen op hun Congolese soukous-ritmes. De muziek van hun nieuwe band is, met behulp van de Iers/Franse producer Doctor L, net zo dansbaar maar combineert de Afrikaanse sound met andere muzikale invloeden zoals punkrock en electro. En dan krijg je, zoals de band het zelf omschrijft: space-ipno-afro-punk-rock-electro.
Er stond voor een keer eens geen rij voor de openslaande deuren van het Paard van Troje. Ook wel eens fijn. Geen rij voor de kassa of de garderobe. Prima, je kon gewoon doorlopen. Celebrity spotting: aan haar grote bos krullen kon je Dinaira Scheffers herkennen, de zangeres van het nieuwe talent van Nederlandse bodem AapNootMies, die naar de show van Bertolf in de kleine zaal ging. Verder waren er geen gasten te bekennen die naar de grote zaal gingen. Dat was dan wel weer zorgwekkend. Er stond ook geen rij bij de bar van de grote zaal waar het optreden plaats zou vinden. Sterker nog, de zaal was gevuld met een handjevol mensen. Gelukkig druppelden er naarmate de minuten verstreken steeds wat meer mensen binnen, onder wie de bassist van Project Bongo, een ander Nederlands bandje in de lift. Toch was de zaal nog niet halfvol toen de artiesten het podium opkwamen en het nummer ‘Kinshasa to the Moon’ inzetten.
En dat is zonde, want de zevenkoppige band wist er ondanks de taalbarrière een show van te maken. Vooral de met een Yoda-muts en dito vacht uitgedoste Nzonza probeerde het publiek op te hitsen door rolstoeltrucjes te doen en met hevige, weidse gebaren te dansen als een James-Brown-on-wheels. ‘Malukayi’ was het tweede nummer en mensen waagden voorzichtig wat danspasjes. De hypnotiserende gitaarloopjes en het extreem strakke gedrum waar menig indiebandje jaloers op zal zijn, waren leidend voor alle tracks van de band. De nummers leken in elkaar over te lopen tot het besef dat het eerste rifje weer de kop op stak en het een twaalf minuten durende jamsessie bleek die organisch terugvibede naar het originele nummer. De band leek vastbesloten om alles uit de kast te halen, ondanks de ietwat teleurstellende opkomst.
Doordat de zangers niet verstaan te verstaan waren, tenzij je Congolees sprak, was het moeilijk om bij te houden welk nummer er gespeeld werd. Tot je opeens ‘Suzanna’ kon ontwaren tussen de uitheemse woorden. Intussen dansten de meeste mensen vrolijk mee wat een tevreden grijns op de gezichten van de muzikanten bracht. Wat de sfeer nog meer ten goede kwam was het kleine dametje ver over middelbare leeftijd dat, met enig duwen en trekken, het podium opklauterde en als een dolle begon te dansen. En dan niet zomaar dansen. Billen schudden, twerken, alles. Na ongeveer vijf kwartier van hypnotiserende rifjes, onverstaanbare lyrics en zweterig gedans stelde Nzonza de band aan ons voor, waarbij alle leden een minisolootje weggaven, en bedankte ons voor onze aanwezigheid en enthousiasme. Tenminste, dat is wat er met middelbare school-Frans uit opgemaakt kon worden. De band verliet het podium onder een welverdiende golf van applaus en enthousiast geroep dat aanhield toen de band al enige tijd achter de zwarte stoffen scheidslijn tussen podium en backstage was verdwenen.