Mumford & Sons bracht eerder dit jaar het verrassende derde album ‘Wilder Mind‘ uit waarop Marcus Mumford zijn banjo heeft verwisseld voor een elektrische gitaar. Die muzikale verandering heeft geen effect gehad op het immense succes van de Britten want de plaat belandde wereldwijd bovenaan de hitlijst. ‘Wilder Mind’ kwam er niet zonder slag of stoot. De band was moe: “Je ligt ’s nachts wakker en realiseert je dat mensen een nieuw album van je verwachten.”
Mumford & Sons uit Londen brak in 2009 door met debuutalbum ‘Sigh No More‘ en de hitsingle ‘Little Lion Man’. Ook opvolger ‘Babel‘ (2102) deed het wereldwijd goed maar na vijf jaar onafgebroken toeren laste de band een pauze in. In mei 2015 verscheen ‘Wilder Mind‘ waarop de karakteristieke folkrock is verruild voor elektrische rock. Het was wederom een doorslaand succes. Mumford & Sons speelde begin juli in het Nijmeegse Goffertpark hun grootste show buiten Engeland van dat moment.
Taboe op het a-woord bij Mumford & Sons
Na ‘Babel’ en een lange tournee was de pijp even leeg, bevestigt bassist Ted Dwane: “We moesten weer tot onszelf komen en wilden alleen muziek maken voor de lol. We schreven songs en hadden samen plezier maar waren uitdrukkelijk geen album aan het maken. Het a-woord noemen was verboden! We dachten niet aan de buitenwereld en daardoor voelde muziek maken weer als in de begindagen van de band.”
Verwachtingen
Als de band ruim dertig demo’s heeft gemaakt, wordt er pas aan een nieuw album gedacht, zegt toetsenist Ben Lovett: “Op dat moment zeiden we: nú gaan we een album maken! We wisten natuurlijk constant dat mensen een nieuw album van ons wilden en dat er verwachtingen waren. Maar dat probeerden we te negeren tot het moment dat wij er zelf klaar voor waren.” Ted Dwane vult aan: “Ons doel was simpelweg om na jaren van hard werken weer puur muziek voor onszelf te maken en ervan te genieten.”
Muzikale koerswijziging
Over de muzikale koerswijziging van Mumford & Sons op ‘Wilder Mind’ zijn de meningen verdeeld. “Onze aspiraties zijn altijd meer creatief dan commercieel geweest”, zegt Ted Dwane daarover. “Natuurlijk hopen we dat mensen onze muziek mooi vinden. Maar voor ons is het belangrijkste dat we de studio uitkomen met een plaat waar we zelf van houden. Dat zal altijd zo zijn. Een volgend album klinkt waarschijnlijk weer heel anders.”