Het komt niet vaak voor, maar in het geval van Roosbeef ben ik fan van het eerste uur. Ik leerde haar teksten kennen dankzij de hoogleraar Taalkunde die er erg van onder de indruk was. Roos Rebergen is in mijn ogen de beste songtekstschrijver van het Nederlandse taalgebied en ze heeft ook nog eens een heerlijk eigen geluid. De eerste keer dat ik Roosbeef zag was, hoe mooi, in Doornroosje. Ze had nog knalrood kort haar en was heel verlegen.
Zondagavond in de Effenaar was duidelijk een meer volwassen Roos op het podium. Een zeer charmante verschijning met een eigen stijl en nog steeds best wel verlegen. Haar muziek is ook volwassener geworden. Hoewel ik de woordgrapjes in haar teksten nu wel een beetje mis, zit er veek meer opbouw in de muziek. Dat was ook duidelijk te horen in het concert.
Het mooiste is dat de band van Roosbeef zichtbaar een leuke avond heeft tijdens een concert. Roos gooit er af en toe een bizarre anekdote tussen over haar familie of iets dat ze meemaakte. Ik blijk niet de enige te zijn die dol is op Roos; ze krijgt het publiek goed mee. Een aantal concertgangers zingt alle nummers helemaal mee, anderen gaan helemaal los met hun dansmoves. De sfeer is goed en Roos bloeit op. Maar altijd met een vleugje verlegenheid. Ooit keek ze een fragment van haarzelf terug in De Wereld Draait Door, waarbij ze zei te balen dat ze soms scheelkijkt. Ik vind haar hele verschijning met verlegenheid en af en toe scheelkijken juist heel charmant en eigen. Ze betovert haar publiek zonder dat ze het door heeft.
Ik moet wel heel eerlijk zeggen dat ik bij het luisteren van haar nieuwe CD ‘KALF’ niet meteen enthousiast was. De uithalen in het nummer ‘Raak mij aan’ deden me in de verte denken aan Ramses Shaffy’s ‘Laat me’. Dat is dan weer Nederlandstalige muziek waar ik minder van hou. Het onderwerp van dat nummer is eigenlijk heel mooi: een meisje in de oorlog dat niet wil sterven zonder aangeraakt te zijn door een man. Over het nummer zegt Roos: “Ik heb vooronderzoek gedaan en mijn beide oma’s gevraagd. Ze zeiden allebei dat de oorlog heel erg was. Dus daar had ik niet zo veel aan, maar ik heb beloofd het erbij te zeggen.”
Roos en ik hebben gewoon dezelfde humor. Om de tekst van het nummer ‘Modemeisjes’ heb ik ook gelachen. “Waar zijn de modemeisjes heen? Zijn ze verkleed als jij en ik? Of zijn ze inmiddels al te dik?”. En dat alles gebracht met een mooie pianobegeleiding. De nummers werden heerlijk opgebouwd van rustige kippenvelnummers naar nummers die meer neigen naar rock. Persoonlijke favorieten zijn ‘Controleer mij’ en ‘Ik wil je dragen’.
Het enige minpuntje vond ik dat de eerste CD niet aan bod kwam. Ik blijf de plaat ‘Ze willen wel je hond aaien maar niet met je praten’ (die titel alleen al…) fantastisch vinden. Desalniettemin was dit het beste concert dat ik tot dusverre van haar heb gezien. Goede samenwerking tussen de bandleden, volwassen muziek met een goede opbouw en Roos die haar eigenheid gelukkig niet verloren is. De intieme setting van de kleine zaal doet haar goed, omdat de connectie met het publiek goed is. Ze geeft gehoor aan het gejuich en geeft twee toegiften. En nog hadden we geen genoeg van haar. Tot de volgende keer Roosbeef!
Foto’s: ©Hans Kreutzer – Maxazine