In Tegelen vond afgelopen weekend alweer de 31e editie van het befaamde Bluesrock Festival plaats. Door de uitgekiende programmering en de ligging is het festival niet alleen een begrip in Nederland maar ook bij de Zuider en Oosterburen. Ongewild is ‘Tegelen’ zelfs uitgegroeid tot een tweedaags evenement. Het door de Tegelse kasteleins opgezette “The night before” lokt al veel bluesliefhebbers een dag eerder naar Limburg, waar zij in campers of tentjes op de grasvelden rondom openluchttheater ‘De Doolhof’ bivakkeren. Dit jaar trok Tegelen ruim 1300 bezoekers.
Om 1300 uur stipt mogen The Dead Revils de eerste bezoekers begroeten met een soort greatest hits show van de Red Devils en Lester Butler. De band uit Nederweert vormt voor een nog niet al te talrijk publiek een prima warming up voor hetgeen er nog staat te komen. Mooi om te zien en te horen is hierbij het harmonica duel tussen Don Vito en Maikel van Boggel.
Als hierna de Ruben Hoeke Band aan hun set van 40 minuten begint loopt ‘De Doolhof’ toch gestaag vol en kan men genieten van stevige Neder-bluesrock. In de bloedmooie slow-blues ‘Midnight Prayer’ laat Ruben er geen twijfel over bestaan waarom hij dit jaar door een gitaristen vakblad werd verkozen tot “Beste blues en rockgitarist van de Benelux”. Machiel Boon is de nieuwe zanger in zijn band en met zijn rauwe strot tilt hij de afsluiter ‘Lord I Feel Tired’ naar een ander hoogte punt in deze veel te korte show. Eigenlijk werd hiermee het bluesrock gedeelte van het festival afgesloten want alle bands die volgden leunden een beetje tegen blues aan en hadden een, soms twee bluesgerelateerde nummers op hun setlist staan.
Bluesrock Tegelen onderscheidt zich van andere festivals om zijn verrassende en vernieuwende aanpak met plaats voor moderne stromingen. Hamilton Loomis behoort tot de lichting moderne bluesmuzikanten en verpakt zijn blues in een funky, soul jasje. Hij heeft een lekker in het gehoor liggende frisse stem en opent met ‘Partner In Crime’. De blues-ballad ‘A Woman Like You’ vormt voor velen het hoogtepunt van zijn show. Vast onderdeel hiervan is een rondje publiek en de jonge Texaan (Houston) sluit zijn gelikte show af met ‘Roadrunner’, een ode aan zijn leermeester Bo Diddley.
Thorbjørn Risager & The Black Tornado verkeren in topvorm. Dat was op Bospop al merkbaar waar zij in een mum van tijd de tent op z’ n kop zetten. Ook Tegelen moet er aan geloven en voor het overgrote deel van het publiek waren zij de verrassing en het hoogtepunt van het festival. De Deense invasie (7 man) heeft een bijzonder vette sound en draait de hand niet om voor heerlijke, rustige kippenvel-ballads, opwindende Delta blues, donkere soul, rock n’ roll en swingende Boogie-Woogie. De band swingt als een trein maar Risager zelf – wat heeft die man een geweldige doorleefde stem- blijft er kalm onder en geeft ieder bandlid gelegenheid om te soleren en een nummer aan te kondigen. Met ‘Let The Goodtime’s Roll’ beëindigen ze onder luid applaus hun set, een toegift zit er helaas niet in.
Beans & Fatback is de band die als extraatje aan de line up, die normaal uit 7 bands bestaat, is toegevoegd en vormde een prettige meerwaarde aan het geheel. De blues kwam dit jaar uit Nederland want ook hun set is doorspekt met Delta invloeden. Naast eigen werk als ‘Steppin’ Stone’ ook een prachtige vertolking van de Animals cover ‘It’s My Live’. Leuke band waar we zeker nog meer van gaan horen.
De vreemde eend in de bijt is Slobberbone met onvervalste alt country die zij hier en daar met rock n’ roll en punk mengen. Okay, ook een beetje blues in ‘I’ll Be Damned’, dat met harmonica ingeleid wordt. De weelderig bebaarde zanger zorgt hierbij ongewild voor enige hilariteit tijdens het verwijderen van de harmonicabeugel. Maar the show must go on en hij zet de show met een uitgedunde baard voort. Die show bestaat vooral uit up tempo nummers als ‘Gimmy Back My Dog’, ‘Barrel Chested’ en ‘Placemat Blues’ (punk-rock). Met ‘I Can’t Stay Sober’ komt er een einde aan een wervelende show die niet door iedereen gewaardeerd werd maar voor hen die open staan voor andere stromingen een topper was.
De band die van te voren de meeste vraagtekens opriep was The Royal Southern Brotherhood. Met klinkende namen als Devon Allman, Mike Zito en Cyril Neville in de gelederen zijn de verwachtingen hoog gespannen, al bieden eerder behaalde solo successen geen garantie voor kippenvel. De band zet een stevige show neer waarbij ook ruimte is voor drum (Yonrico Scott) en bas (Charly Wooton) solo’s. De Southern rock liefhebbers komen hierbij ruim aan hun trekken, al is deze muziek niet te vergelijken met het werk van bv The Allman Brothers. Van de eerder genoemde grootheden beschikt Cyril Neville veruit over de beste stem. Enig minpuntje in deze vette show, is dat de verlichting op de microfoons is afgesteld, waardoor slechts silhouetten zichtbaar zijn wanneer Devon en Mike naar voren treden om te soleren.
Dana Fuchs begon haar Europese zegetocht in 2008 op Bospop, waar zij in een snikhete tent menigeen koude rillingen bezorgde met haar niet te evenaren uithalen. Daarna ging het snel met haar en staat ze nu voor de 2e maal op ‘Tegelen’. De boomlange zangeres weet ook nu weer vele (mannen) harten te stelen. Een onderhoudende show met ingrediënten als Gospel, soul Blues en zelfs Country (‘Nothing On My Mind’, waarbij zij zichzelf op gitaar begeleid) trekt aan het publiek voorbij. Veel nummers van “Bliss Avenue” waarmee ze opent staan op de setlist zoals de prachtige ballad ‘So Hard To Move’. Daarnaast, gelukkig, ook herkenbaar werk als ‘God’s Song’ en op verzoek ‘I’ ll Rather Go Blind’. Zelfs ‘The Wall’ word ‘ge-Fuchst’ en bevat een drum solo van Piero Perlli en bas solo van Walter Latupeirissa. Jon Diamond schud de ene na de andere solo uit zijn mouwen en lijkt af en toe in trance te verkeren. Kort om, een waardige headliner. Zonder toegift komen ze niet weg en met ‘Misery’ beëindigen zij hun show en komt er ook een eind aan de 31e editie van Bluesrock Tegelen.
De 32 editie staat gepland voor 5 september 2015!