Op 20 juni was ik getuige van een briljante muzikale avond, de album release van Lobi Da Basi. Dit tweede album van Typhoon werd op grootste wijze tentoongesteld door Glenn de Randamie en zijn vrienden/familie. Om een neutrale recensie te kunnen schrijven was het nodig pas na twee weken het album te beoordelen.
‘We Zijn Er’ is een logische openingstrack, niet alleen door de titel maar vooral door de opbouw van het nummer. Beginnend als een gospel, dan het gitaartje van Dries Bijlsma en de vette beat nemen je meteen op sleeptouw. De ijzersterke teksten worden aan elkaar gevlochten door het blazersensemble op de achtergrond. Suriname en het hele Caribische gebied komt tot leven door ‘Hemel Valt’ met wederom een hoofdrol voor de koperblazers. Het nummer gaat over de vraag wie de hemel moet dragen als de goden het niet houden. “Als de hemel valt zullen we ‘m samen moeten dragen” is een zin die je aan het denken zet.
De ouderwetse hiphop sound van ‘Surfen’ doet je even denken aan het vorige album van Typhoon en dan natuurlijk ook de sound van Fakkelteit, het kunstenaars-ensemble met hiphop bloed. Met ‘IJswater’ lijken we al zijn aangekomen bij de beste track van het album. De gitaar riff is als het geluid van ‘Misirlou’ (van Dick Dale), dat bekend werd als het intro van Pulp Fiction. Daarnaast pakt het achtergrondkoor je op om je vervolgens weer voor de voeten van Typhoon te gooien die je dan dist met een mondharmonica. Het nummer staat vol tempo-en sfeerwisselingen en eindigt groots, zeker in de live uitvoering. ‘Glenn 1984’ heeft een intro van een kinderstem wat aandoenlijk is maar het vervolg is weer typische hip hop sound, heerlijk terug naar de basis.
Ook met ‘Zandloper’ krijg je weer een compleet andere sound om je oren. De reggae doet je zelfs denken aan Doe Maar uit de beginjaren. Het samenspel tussen Typhoon en Rico is uitstekend in balans maar ook zeker de gesproken zinnen van André Manuel die het opeens weer een “Harry Slinger” tintje geven. Eigenlijk ongelofelijk dat zoveel verschillende geluiden toch als geheel kunnen klinken. ‘Sta Me Toe’ is halverwege een liefdesliedje wat eigenlijk een fijne afwisseling biedt.
‘Ochtend Weer’ is een samenwerking met Sticks en de Benjamin Herman, bandleider van New Cool Collective. Meteen het herkenbare geluid van de oldskool Nederlandse hiphop. Jaren 90 beats met een heerlijk jazzgeluid op de achtergrond, maar misschien is het juist de jazz die de sfeer bepaalt.
Ook in de volgende track eist een blaasinstrument de hoofdrol op. Jan Wessels op de trompet laat je zweven als een ‘Vogel’ en wat een heerlijk dromerig gevoel geeft dat. Het gevoel van ‘Vogel’ gaat perfect over in ‘Niets Verwacht’. Het “duet” met broer Blaxtar is zonder meer het hoogtepunt van het album wat mij betreft. Fragiel beginnen als kleinkunst met de vibe van Ramses Shaffy, orkaan van blazers als antwoord en een moddervette beat maken dit het perfecte festivalnummer.
Van De Regen Naar De Zon was het eerste geluid wat we hoorden van de “nieuwe” Typhoon. Klein en gevoelig zoals we het niet eerder hoorde. Een tekstueel briljante kijk op 200 jaar koninkrijk. Hoewel niet overal positief over de geschiedenis van Koninkrijk Der Nederlanden mocht Typhoon toch dit nummer voordragen tijdens de officiële viering in de Ridderzaal. Net zoals ‘Wij Zijn Er’ de perfecte openingstrack is, lijkt er zelfs serieus te zijn nagedacht over de indeling van het album. Van de 12 tracks is ‘Liefste’ de ideale afsluiting, lief beginnen en de het orkest geeft aan het einde een muzikale salut.
In mijn recensie van het concert uitte ik mijn ongenoegen dat Typhoon niet was geboekt door North Sea Jazz en Lowlands. Inmiddels staat hij gepland op beide festivals. ‘Lobi Da Basi’ betekent “Liefde Is De Baas”. Misschien is deze titel van toepassing op velen, maar na het beluisteren van het album is er eigenlijk maar één conclusie mogelijk: Typhoon is DE baas. (9/10)(TopNotch)