Op Pinkstermaandag om 13 uur opent de Amsterdamse band Giant Tiger Hooch de laatste dag van het Ribs en Blues festival in Raalte met een optreden op het buitenpodium. Het publiek, nog verdeeld in eilandjes, is aan het opstarten. Een enkele waaghals durft weer een biertje te proberen maar het gros doet het nog rustig aan na anderhalve dag festivalgeweld.
Giant Tiger Hooch, met Jorrit Makkinga op gitaar, Jeroen Ligter als zanger/gitarist, Simon Zijlstra op bas en AJ Zijp op drums, is een ietwat vreemde eend in de bijt. Het uitstekend ontvangen album 76 brengt 10 nummers authentieke sound, waarbij de voorspelbaarheid van genres ontbreekt. Breng een bezoekje aan de website en je trekt al gauw de conclusie dat Giant Tiger Hooch wars is van de vele conventies van het wereldje.
Zo’n vier jaar geleden, aan de Marnixstraat in Amsterdam, begon de band vorm te krijgen, met als idee simpele liedjes te maken, niet te moeilijk te doen en akoestische setjes weg te geven in Amsterdamse kroegen. Het liep echter anders: de ‘minuut’ van DWDD staat op de site, de cd release resulteerde in een volgepakt Paradiso en het ontbreekt de band niet aan festival gigs de komende tijd, waaronder één op de naderende Zwarte Cross. Toch is de houding van de band nog steeds hetzelfde. ‘Ik zou er m’n baan nooit voor opzeggen’.
‘Dit is gewoon lachen, we hadden serieus niet gedacht dat dit allemaal zou lukken. Het gaat inderdaad best goed, we krijgen steeds grotere dingen aangeboden, maar het is dom te hopen dat we veel meer gaan bereiken, dan kan het alleen maar tegenvallen. We willen gewoon liedjes blijven spelen en als band ook echt wel verder komen, maar we hebben niet een pretentieus doel om dingen te bereiken. Wat moeten we doen dan, een stylist nemen? Als je niks verwacht is alles wat je krijgt mooi.’
‘Geef die man met die topsnor een plaatje mee!’, schalt halverwege het concert door de speakers. Zoiets zorgt dan ook nog weleens voor een reactie uit het publiek. ‘Ach ja, we horen het niet eens. Nou ja, we horen het wel, maar het interesseert ons niet zoveel. Bij de Zwarte Cross had ik het een keer over Ajax, kwamen ze het podium op. Ging niet goed. Als het slecht is, is het slecht en als het goed is, is het goed. Weet je wat het is: als je een bandje begint dan speel je nooit voor publiek.’
En zo is de Giant Tiger Hooch. Een stiekem best succesvolle groep vrienden gebonden door hun rauwe stijl, die de spot met zichzelf en de wereld wil blijven drijven zonder teveel na te denken over de toekomst. Het geeft ze een vrijbrief voor optredens met goede muziek waarbij iedereen op z’n gemak is en waarbij ze zichzelf en hun omgeving niet al te serieus hoeven te nemen. Een band die van de Amsterdamse kroegen zo’n eind is gekomen, ergens iets heel erg goed doet en die houding toch weet vast te houden is eigenlijk best verfrissend.
Die tweede plaat komt er sowieso trouwens. En daarna zien ze het wel.
Fotografie: Leander Vasse