Dat Italië niet alleen maar muziek voortbrengt die Marco Borsato met alle plezier van een Nederlandse tekst laat voorzien, bewijst de Jimi Barbiani Band maar weer eens met hun tweede album ‘Blue Slide’. Stak hun eerste album ‘Back On The Tracks’ nog in een vuurrood fluwelen hoesje, dit keer is het allemaal blauw wat de klok slaat. (Vandaag is blauw?)
Dat is niet het enige wat opvalt aan de hoes want uit de actiefoto’s blijkt dat de band tot een trio is gereduceerd en tegenwoordig bestaat uit: Jimi Barbiani-gitaar, Daniele Vicario-bas en Gianluca Zavan op de drums/percussie. Het gemis van een zanger heeft men opgevangen door een blik(je) gastvocalisten open te trekken waarvan Johnny Neel (Allman Brothers, Gove’t Mule) de bekendste is. Dat pakt goed uit, want de songs lijken de vertolkers op het lijf geschreven.
Zoals een stoomtrein langzaam op gang komt, zo komt Jimi Barbiani op stoom op de ‘Ten O’clock Train’. Het instrumentale nummer zet meteen de toon en doet zowel de titel van de cd als van de song alle eer aan want het slide spel is fenomenaal.
Dat gaat nog even door op ‘Sixty Nine’, een nummer dat hij samen met Johnny Neel schreef. Johnny verzorgt naast het Hammond spel ook met zijn rauwe stem de vocalen op dit nummer en krijgt hulp van Gianni Massarutto op de mondharmonica.
Bij ‘Angel of Mercy’ maken we voor het eerst kennis met Piero Pattay, die niet alleen een groot aandeel in de songwriting had, maar ook nog te horen is op ‘Don’t Lie To Me’ en ‘Can’t Ask For More’.
Met ‘Don’t Lie To Me’, dient zich voor Jimi een rustmomentje aan, maar niet voor Piero Pattay, want de zanger dient het onderste uit zijn stembanden te halen om de ballad vol inlevingsgevoel tot een emotioneel diamantje te slijpen.
Het alom bekende ‘Going Down’, dit keer met Alessio Velliscic achter de microfoon, is de eerste van de 3 covers die op dit album staan. ‘La Grange’ is de tweede en hierbij dient bassist Daniele Vicario zijn aandacht te verdelen tussen het snarenplukken en de vocals. Dat doet hij met zijn diepe, rauwe stem bijzonder goed. Het gegrom blijft slechts tot 1 couplet beperkt, want hierna gaan Jimi en Gianni Massarutto een vlammend duel met elkaar aan, prachtig!
Na ‘Going Down’ volgt er met ‘Sad Soul’ weer een instrumentaaltje. Hoewel het een eigen nummer betreft, krijg ik toch de indruk dat Jimi zo links en rechts wel een plaat van Carlos Santana in de platenkast heeft staan.
‘Can’t Ask For More’, met weer een bijzonder fraaie slide solo, is de laatste bijdrage die Piero Pattay aan dit geweldige album levert, want voor ‘Ain’t But One Of Two Days’ draagt hij de microfoon over aan Cameron Williams, die samen met Jimi ook dit nummer schreef. Zoals gezegd lijkt ieder nummer op het lijf van de vocalist geschreven en dat is met dit nummer, dat met een gierende slide solo eindigt, ook het geval.
Looking Good’, een cover van Magic Sam, ….sounds good! en is de afsluiter van ‘Blue Slide’. Deze opzwepende, instrumentale boogie waarop Jimi nogmaals overtuigend excelleert op de slide eindigt abrupt en daar mee komt er een einde aan 48.06 minuten luistergenot voor diegenen die van rockerige bluesrock houden.
‘Blue Slide’, het album dat Jimi Barbiani zelf produceerde en waar voor Grooveyard Records in Europa de distributie doet, zou wel eens voor de doorbraak van deze kleine, maar gedreven snarenatleet kunnen zorgen. Het mooiste is dat de Jimi Barbiani Band live net zo goed klinkt, waarbij je als extraatje ook nog eens de visuele beelden en sfeer er bij krijgt.
Daarvan kan je op 27 april getuige zijn in De Weegbrug (Roermond) of op 2 mei in Muziekcafé Helmond.
(Grooveyard records) (8.5/10)