Eric Burdon & The Animals stralen in Heerlen.
Zelden heb ik zó naar een concert toegeleefd als naar dat van Eric Burdon & The Animals op donderdagavond 21-11-2013 in het Parkstad Limburg Theater te Heerlen. Zo vaak krijg je niet meer de gelegenheid om je jeugdhelden van dichtbij te bewonderen, want het groepje wordt ieder jaar kleiner. Elpees en singles werden uit de platenkast gerukt, cd’s mee in de auto en ik dompelde me een week lang onder in een nostalgische sfeer. Heerlijk genieten van liedjes die zich in lang vervlogen tijden als tandplaque ergens in je geheugen hebben vastgehecht. De elpees klonken trouwens beter als de geremasterde cd’s.
Liedjes uit de tijd dat bijna alle bands nog ‘The’ voor hun naam hadden staan en dat Beatles en Stones fans lijnrecht tegenover elkaar op het schoolplein stonden. Ook minder fijne herinneringen borrelen op, want het was ook die tijd dat je nog van school af werd gestuurd om naar de kapper te gaan als je haar de wenkbrauwen bereikte, zoals mij ook 2 x is overkomen. In die kappersstoel werd de band die ik met The Animals had alleen maar sterker want toen de kapper met een arrogante grijns op zijn gezicht de schaar in mijn haren zette klonk uit zijn transistorradio “The House Of The Rising Sun. Na de operatie probeerde hij me nog een pot Brylcream aan te smeren, maar ik bedankte daarvoor met een zelfde grijns en dacht: ,, It’s my live and I’ll do what I want! “
Erg benieuwd naar hoe Eic Burdon & The Animals live zullen klinken, rij ik naar Heerlen waar het in het Parkstad Limburg Theater al een drukte van belang is. Het publiek bestaat die avond natuurlijk voornamelijk uit ‘oudere jongeren’, maar die hebben ook weer enkele jongere jongeren meegenomen.
Al voor dat Eric een voet op het podium gezet heeft kan de band al op een applaus rekenen als zij inzetten met “When I Was Young”
Eric heeft een fantastische band om zich heen verzameld en The Animals bestaan voor deze tour uit: Red Young- Hammond B3, Teresa James- keyboard en dwarsfluit, Eric McFadden en Billy Watts- gitaren, Terry Wilson- bas, Tony Braunagel- drums en Wally Ingram op percussie.
“When I Was Young” wordt meteen gevolgd door “Inside Looking Out”, dat net als ieder bekende song met applaus verwelkomd wordt. Het lijkt er op dat we een greatest hits show voorgeschoteld krijgen, maar dat is natuurlijk niet zo want hun nieuwe cd ‘’Til Your River Runs Dry” moet tenslotte ook gepromoot worden. “Water” is de openings track hier van en verder in de setlist staat “Wait”, een mooie balade dat een beetje Spaans aandoet en over Eric’s vrouw gaat. Ook de meestamper ‘Before You Accuse Me”staat op het album en is het ruigste nummer van de set waarbij Eric, geheel in stijl, de microfoonstandaard omver trapt.
De songs zijn met de tijd meegegaan, net zoals het publiek. Ze zijn echter zo sterk en worden zó goed gebracht, dat het niet stoort. De grootste metamorfose heeft “Don’t Let Me Be Misunderstood” ondergaan, dat in een reggae jasje is gestoken en maar liefst 13 minuten duurt.
Eric heeft een beetje keelproblemen en excuseert zich hiervoor bij het publiek, waardoor wat meer ruimte voor zijn band ontstaat om te soleren.
De ‘ijzervreter’ laat zich er echter niet onder krijgen, drinkt veel hete citroen thee en geeft zich voor meer dan 100%. Dat verdient respect, zeer zeker als je het drukke tourschema van deze 72 jarige legende bekijkt. Bij iedere volgende song lijkt zijn stem beter te worden en het is verbazingwekkend hoeveel energie en vitaliteit hij uit straalt.
Het is moeilijk om een hoogtepunt te noemen, want de 1,5 uur durende, van het begin tot einde boeiende show is in feite een aaneenschakeling van hoogtepunten. Toch zijn er een paar nummers die er uitspringen.
Heel mooi is bijvoorbeeld “Spill The Wine” (opvallend dat dit op de setlist staat, want dit was uit zijn WAR periode). Hierbij is een glansrol weggelegd voor Teresa James, zelf een fameuze bluesrock zangeres (8 cd’s, type Bonnie Rait), maar deze tour op keyboard en dwarsfluit. In een scène die veel weg heeft van “Paradise By The Dashboardlight”, geeft zij Eric goed partij met haar dwarsfluit en ook heel mooi daarbij is het mimespel dat Eric hierbij gebruikt als hij haar denkbeeldig een glas wijn in schenkt.
Op “We Gotta Get Out Of This Place”, waar in een stukje “River Is Rising” is verwerkt, ontstaat een schitterend gitaar duel tussen Billy Watts en Eric McFadden. De gitaren worden daarbij letterlijk en figuurlijk gekruist. De ‘ruzie’ tussen deze 2 geweldige gitaristen wordt uiteindelijk gesust met een fantastische orgel solo van Red Young.
Als de rust is wedergekeerd verlaat de band het podium en blijven alleen Eric en Billy Watts over om zich aan de blues over te geven. ”Crawling Kingsnake” gaat over op “Baby Please Don’t Go” waarbij Wally Ingram zich ook bij het duo voegt. Een heerlijke uitvoering van blues zoals blues bedoeld is.
Hierna volgen “Before You Accuse Me” en “ It’s My Live”. De heerlijke diepe bas intro alleen al vraagt erom om op te springen en te dansen, want het is eigenlijk een vreemde gewaarwording dat je de hele avond lekker comfortabel uitgezakt in het rode pluche zit mee te zingen.
Dat meezingen gebeurt vrijwel bij iedere song, maar vooral bij “The House Of The Rising Sun”, hun allergrootste hit, waarvan iedereen de tekst kent en waarmee de officiële set wordt afgesloten.
Met een minuten lange staande ovatie worden ze terug geroepen en volgt als enige toegift “River Deep, Mountain High”.
Dit fantastische concert van 1,5 uur was natuurlijk veel te kort maar ik had er vrede mee. Het geen geboden werd oversteeg ruimschoots mijn verwachtingen en zoals dat wel eens vaker gebeurd bij goede concerten heb ik het hele concert in mijn dromen nog eens herbeleefd
Mocht iemand zich nog afvragen waarom deze levende legende in 1994 werd opgenomen in de Rock and Hall of Fame, dan heeft hij/zij hier vanavond antwoord op gekregen.