Naar aanleiding van mijn recensie zijn nieuwste cd (“Live” van de Michael de Jong Band) ben ik met Michael in contact gekomen. Ik had een leuk telefoongesprek met hem en heb hem toen meteen weten te strikken voor een interview. Een datum was snel afgesproken en toen Michael hoorde dat ik in Schiedam woon en hij er 22 jaar geleden ook een half jaar heeft gewoond vond hij het leuk om naar Schiedam te komen.
Zo gezegd, zo gedaan en op de afgesproken tijd haal ik hem van het station op en lopen wij de stad in. Verbaasd staat hij stil bij het gebouw dat nu gemeentehuis, theater en bibliotheek huisvest. “Hier was vroeger toch een groot parkeerterrein? Wat hebben ze met die grote boom gedaan?” De eerste vraag kan in bevestigend beantwoorden, maar op de tweede moet ik het antwoord schuldig blijven. Wij steken de straat over en komen op het Land van Belofte. “Hier was toch de HEMA?” Ook dat klopt.
Wij lopen verder en zoeken een plekje om iets te gaan eten. Michael loopt moeilijk en is kortademig. Af en toe heeft hij een puffertje nodig. Ik vraag hem of hij door deze kortademigheid geen last heeft met zingen. Dat is niet het geval, zegt hij. Bij een optreden gaat hij zitten, pakt zijn gitaar en is dan totaal ontspannen en kan probleemloos een concert geven. Maar na afloop, als hij weer in de kleedkamer is, is hij bekaf. Hij vertelt dat hij een hele serie aandoeningen heeft. Hij is al vele jaren seropositief, heeft last van zijn prostaat, van zijn longen en nog een paar dingen. Wij lopen verder en bij een lunchroom op de Dam gaan we zitten om iets te eten en verder te praten.
Ik vraag hem hoe hij destijds eigenlijk in Schiedam terecht is gekomen.
Michael vertelt dat hij toen hij uit de VS kwam veel omzwervingen door Europa heeft gemaakt en daarbij Frankrijk, Duitsland, Denemarken en Engeland heeft aangedaan voordat hij uiteindelijk in Nederland belandde. Bij toeval kwam hij terecht in De Rijp, waar hij een tijdje woonde tegenover het huis waar hij als kind met zijn ouders heeft gewoond. Door drank en drugs kwam hij in de problemen, heeft rondgezworven en is via Amsterdam per toeval in Schiedam terechtgekomen, waar hij in totaal zes maanden heeft gewoond. Een tijdje verbleef hij in een kamertje in de kelder van een café in de Passage. Omdat hij daar de drankvoorraad had opgemaakt moest hij weg en kwam hij in een woning in de Maasstraat. Daar werd hij in een dronken bui door de politie weggehaald en naar een kliniek in Overschie gebracht. Van daar uit is hij doorgestuurd naar Friesland, waar hij met een afkickprogramma is begonnen. Later kwam hij in Rotterdam terecht en met hulp van een dame uit Leeuwarden, die hem steeds heeft bijgestaan – hij noemt haar zijn ‘muze’ – heeft hij kunnen doorzetten en is hij sindsdien clean gebleven.
Op mijn vraag waarom hij destijds uit de VS is weggegaan met alle connecties die hij daar had, zoals Jimmy Reed, Albert King, Charlie Musselwhite en Jerry Garcia, antwoordt hij dat hij in de tachtiger jaren ook al was afgekickt en verandering van omgeving nodig had. Hij wilde Europa verkennen en hier zijn muzikale vleugels uitslaan. In die tijd had hij voldoende geld om dat zelf te doen. Zijn gitaren en apparatuur werden met Kühne & Nagel verscheept naar Brussel en zelf nam hij het vliegtuig. Op het vliegveld stond al een huurauto voor hem klaar. Omdat het transport van zijn spullen enkele weken in beslag zou nemen besloot hij de familie van zijn Franse moeder te bezoeken. Michael sprak destijds alleen Engels – hij is zelfs eens op de snelweg gestopt om te kijken waar toch dat plaatsje “Ausfahrt” lag – en zijn Franse familie sprak alleen maar Frans. En met “No wine please, this is not good for me” probeerde Michael van de drank af te blijven. Maar hij werd niet begrepen en met “this IS good wine” wilden ze toch bij hem inschenken. Michael kon hen niet duidelijk maken dat de wijn op zich goed zou zijn, maar niet voor hem! Uiteindelijk is hij gezwicht en liet zich een glas inschenken. Aan het einde van de avond had hij de fles leeggedronken en was hij weer aan de drank.
Wij hebben inmiddels ons broodje en de koffie op en na afgerekend te hebben lopen we verder over de Lange Haven naar het pand waar vroeger de bibliotheek was gevestigd. Michael kwam er toen regelmatig vanwege het uitgebreide aanbod aan Engelstalige boeken. De wandeling gaat verder en we passeren het Podiumcafé, waar hij toen ook regelmatig was geweest. Toen heette het nog Quibus maar is jaren terug omgedoopt naar De Graauwe Hengst. Hij wijst mij café De Unie aan de overkant van het water aan en vertelt dat hij daar een levenslang huisverbod heeft omdat hij er in een door drugs veroorzaakte verstandsverbijstering de boel kort en klein heeft geslagen. Een gebeurtenis die hij zich overigens niet herinnert.
We gaan zitten bij café ’t Vierkantje op de Koemarkt en ik vraag hem verder over zijn nieuwste cd “Michael de Jong Band Live”.
Ik was benieuwd of deze opnamen uit 1983 al eerder waren uitgebracht, maar Michael antwoordt dat dit niet het geval is. Het zijn opnamen van een drie uur durend optreden op 19 november 1983 in The Stone in San Francisco met zijn eigen band. Volgens Michael was dat de beste band waarmee hij ooit heeft gespeeld. In 1981 was een album uitgebracht “All Night Long”, dat was geproduceerd door Nick Gravenites en waarop Michael werd begeleid door Norton Buffalo en Greg Douglas, beiden van de Steve Miller Band. Toen liet Michael zich nog vertellen wat hij moest doen. Dat gebeurt al jaren niet meer, iets waar velen inmiddels mee geconfronteerd zijn en wat hem de reputatie als lastig mannetje heeft opgeleverd. Met zijn nieuwste cd wil Michael laten horen hoe de Michael de Jong Band destijds klonk en hoe goed zij waren. Hij heeft nog steeds contact met de tweede gitarist, Bobby Flurie, met wie hij graag weer eens iets zou willen doen. Ik vertel hem dat Flurrie’s gitaarwerk in bijvoorbeeld diens “Harlem Nocturne” mij erg doet denken aan dat van Roy Buchanan. Michael bevestigt dat en zegt dat Bobby goed bevriend is geweest met Buchanan.
Op “Live” staan drie eigen composities van Michael en ik vraag of dit de eerste eigen werken zijn die hij heeft uitgebracht. Dat ontkent hij. Hij schrijft al songs vanaf zijn jeugd, maar het is vooral Mary Reed, de vrouw van Jimmy Reed die hem heeft gestimuleerd tot het uitbrengen van zijn eigen werk. Jimmy en Mary waren goed bevriend met Michael en zij hebben veel samengewerkt. De nacht voor Jimmy’s dood hebben zij nog bij Michael gelogeerd. Jimmy was alcoholist en eigenlijk altijd dronken.
Op mijn vraag wat zijn plannen voor de toekomst zijn antwoordt Michael dat hij in ieder geval nog tot zijn zeventigste door wil gaan. Hij is nu 68 en hij weet al precies wat hij wil gaan doen. De opnamen voor een nieuwe cd, die dan in 2015 zal worden uitgebracht, zijn klaar. Er volgt een afscheidstournee en dan is het mooi geweest.
Voor 2014 zijn er plannen om iets te gaan doen met Bennie en Gerrit Veldman. Een tijd geleden traden zij gedrieën op in het programma Bluezy van Nico Bravenboer op Radio Ridderkerk. Dit was zo goed bevallen dat er nu plannen te zijn om dit volgend jaar voort te zetten. Michaels bedoeling om vijf of zes exclusieve optredens door het land te doen in kleinere theaters. Al deze optredens wil hij opnemen en eventueel het beste ervan uitbrengen op cd. Hij heeft ook al een naam voor deze tournee: “De Jong & Veldman & Veldman – Reality Check”.
Michael is nu bezig met het zoeken van passende locaties. Het moet intiem blijven, dus geen grote theaters, maar ook geen kroegen. Het belooft wat te gaan worden.
We lopen nog even naar de Nieuwe Passage. Alles is veranderd sinds Michael er verbleef in een kamertje in een kelder van een café. Hij wil verder niet meer zien wat er van geworden is en draait zich om. Ik breng hem naar de tram en neem afscheid na een paar heel prettige uren met verhalenverteller Michael de Jong.