Donderdag 25 april 2013 staat Rotterdams cabarettalent Stefan Pop met zijn tweede avondvullende show Mijn Blauwe Periode in de kleine zaal van Theater Zuidplein. Stefan Pop heeft tot dusver schandalig onbekend weten te blijven bij het grote publiek, maar verdient een riant gevulde zaal in zijn thuisstad.
Dat Stefan Pop in 2009 – volgens velen ten onrechte – de finale van het Leids Cabaret Festival verloor, lijkt al lang niet belangrijk meer. Als lid van de Comedytrain, redactielid van Dit Was Het Nieuws, radiomaker bij Nog Steeds Wakker Nederland en Giel Beelen, maakte de cabaretier kilometers die zich uiteindelijk vertaalden in zijn goed ontvangen debuutvoorstelling Popaganda. Daarnaast schreef hij geschiedenis als de eerste Nederlandse cabaretier die een volledige show geheel gratis op internet aanbood. “Een reclameactie voor mijn toekomstige carrière”, noemde hij dat. In zijn tweede solovoorstelling Mijn blauwe periode laat Pop zien dat die carrière steeds indrukwekkender wordt.
“Ik weet niet wat ík er van vind, en ik weet niet wat jíj er van vindt, maar ik weet zeker dat wij er hetzelfde over denken.” In deze cryptische, in het Spaans uitgesproken zin ergens aan het begin van Mijn blauwe periode schuilt zowel het ontstaansverhaal als de thematiek van Stefan Pops tweede, avondvullende voorstelling. “Ik ben gefascineerd door het schilderij Black Square van Malevich”, legt Pop uit. “Het feit dat je dat werk alleen maar of héél mooi of hélemaal niks kunt vinden – een middenweg is er niet – is voor een theatermaker natuurlijk erg interessant. Verder laat zo’n zwart vlak natuurlijk alle ruimte aan de menselijke fantasie. En daar gaat deze voorstelling voornamelijk over. Ik presenteer mezelf als een ninjakiller, een gegeven dat zowel letterlijk als figuurlijk genomen kan worden. Ik hoop op het laatste.”
Als voorproefje van Mijn blauwe periode mocht Stefan Pop een dubbelprogramma spelen met Wim Helsen, waarin beide cabaretiers, bij wijze van try-out een gedeelte uit hun nieuwe voorstelling presenteerden. “Dat was toch wel heel erg fijn”, bekent hij, nog zichtbaar nagenietend van die periode, “Kijk, ik kom uit de Comedy Train en stand-up is toch een beetje paaltjesvoetbal vergeleken met de stijl van Wim. Wat Wim doet is theatraliteit. Voor mij was het kijken naar hem toch een introductie tot een vorm van cabaret die ik zelf eigenlijk ook wilde gaan maken. Stand-up comedians hebben de neiging om alles heel erg letterlijk te zeggen. Wat ze voelen, wat ze vinden: alles is één op één. Dat is een stijl die weinig ruimte laat aan de fantasie van het publiek. Maar wanneer je een verhaal vertelt, dan prikkel je de fantasie van je publiek. Dat is een groot voordeel. Het nadeel is dat de toeschouwers ook te veel aan de haal kunnen gaan met wat ik vertel en dat ze er mee kunnen doen wat ze willen. Ik heb er vervolgens geen controle meer over. Ik kan tussendoor niet even gaan uitleggen dat ik dat verhaal om die en die reden vertel. Daardoor blijft de inhoud voor hen vaak toch een beetje vaag, kunnen ze het totaal anders gaan interpreteren dan je had bedoeld – en dat is best wel een beetje eng.”
Toch was Stefan Pop ervan overtuigd dat hij de overstap van stand-up naar een wat meer verhalende, theatrale vorm van cabaret moest maken. Pop: “Ik vond dat ik het moest hebben over het verdwijnen van de fantasie. Zelfs de montagehandleidingen van IKEA zijn YouTube-filmpjes geworden zodat je precies kunt zien hoe het moet. Door alle foto’s en filmpjes is alles vandaag de dag letterlijk geworden. Wanneer ik aan een vriend vertel dat ik een meisje heb ontmoet, dan wil hij haar volledige naam weten zodat hij op internet kan kijken hoe zij eruitziet. Hij had ook gewoon naar mij kunnen luisteren en zichzelf een voorstelling van haar kunnen maken naar aanleiding van de beschrijving van mijn gevoelens of van haar uiterlijk. Maar daar doen we dus totaal geen moeite meer voor. Nou kijk: als dit mijn eerste voorstelling was geweest, dan zou ik deze voorbeelden létterlijk hebben opgevoerd. En dat wil ik dus niet meer. Er is meer dan de visuele werkelijkheid. Je kunt overal een foto van nemen, maar niet van wie je bent.”
Door Ruud Meijer