Het 5e album van The Strokes ligt vanaf 26 maart officieel in de winkels. Met ‘Comedown Machine’ sluit de rockband het contract bij label RCA af. Dit roept de vraag op of ze er maar van af wilden zijn of dat de mannen er een nieuw meesterwerk á la ‘Is This It?’ van hebben gebrouwen. Het zou best kunnen dat het nieuws van een nieuw Strokes album je voorbij is gegaan want veel buzz is er niet om het album gecreëerd. Wel is ‘All the Time’ op 14 februari als eerste single gereleased en deze track voorspelt veel goeds. Het nummer grijpt terug op de oude sound inclusief de zeurderige, korrelige vocals van Casablancas.
Maar laten we bij het begin beginnen. De openingstrack begint met een wat rommelig gitaargeluid maar dan doet de cleane sound zijn intrede. ‘Tap Out’ is een mooie voorbode van de rest van het album want het nummer is vrij divers. Hier een beetje rustig terwijl daar de gitaren een solootje wagen. Hier een coupletje zonder, en daar een refreintje met falsetto. In drie minuten en tweeënveertig seconden worden we meegenomen in een kleine vortex van tegenstrijdigheden.
Nadat je weer een beetje tot rust bent gekomen met het vertouwde Strokes-geluid in ‘All the Time’ sleuren de vijf mannen je mee in ‘One Way Trigger’ waar synths met ADHD de leidende rol hebben. Ook hier graaft Casablancas diep om de hoogste tonen zuiver te laten klinken. ‘Welcome to Japan’ heeft een lekker hoog dansgehalte terwijl het daaropvolgende ‘80’s Comedown Machine’ juist meer iets wegheeft van een slaapliedje. ‘50/50’ is de zesde track op de plaat en daarmee zijn we nét over de helft. Een rockend nummer wat je meteen uit je soezen doet ontwaken. Er wordt geopend met een Wolfmother-achtige gitaarrif en het refrein wordt uitgeschreeuwd alsof Casablancas een lesje grauwen bij Tim Armstrong (van de punkband Rancid) heeft gevolgd. ‘Slow Animals’ is hierna eigenlijk een beetje de loser van het stel. Een aardig nummer dat een beetje in de middenmoot valt en het album lekker voort doet kabbelen. ‘Partners in Crime’ trekt je weer de dansvloer op met een heerlijk catchy refrein op z’n Strokes’ en iets wat klinkt als een theremin (electronisch instrument, veelgebruikt in films en tv-series. Google het maar eens). Na het “gewone” ‘chances’ en ‘Happy ending’ volgt de perfecte afsluiter ‘Call it Fate, Call it Karma’. Een ingetogen liedje met zwoele, bossa nova-achtige invloeden. Hoogstwaarschijnlijk heeft drummer Fabrizio Moretti hier een hand in gehad, aangezien zijn Braziliaanse zijproject ‘Little Joy’ die zelfde bossa nova stijl gebruikte.
‘Comedown Machine’ is een bizar veelzijdig album dat verschillende kanten van het muzikale spectrum raakt. Dit maakt het niet per se hun beste plaat maar het is goed om te horen dat de doorgewinterde rockers zich nog steeds muzikaal willen en durven ontwikkelen (8,5/10) (Sony Music)