De straten van Den Haag flitsen aan me voorbij, de gierende wind overstemt de muziek die mijn iPod naar mijn oren stuurt en sneeuwvlokjes smelten in mijn hijgende, open mond. Op mijn geleende fietsje cross ik vanuit Scheveningen dwars door Den Haag omdat ik onderweg ben naar het Paard van Troje. Howe Gelb speelt! Tegenwind. Ik háát tegenwind. Alleen wilskracht laat me nog harder trappen en op dat moment rijdt een taxi me bijna van m’n sokken. Eindelijk aangekomen bij de brouwersgracht, waar het poppodium huist, sta ik nog te kloten met het fietsslot maar na een paar binnensmondse vloeken en een hoop gesjor staat het metalen ros aan een paaltje geketend. Nog uithijgend kom ik bij de gesloten deuren van het Paard aan. Wacht….. de gesloten deuren? Nou heb ik zo mijn best gedaan om op tijd te zijn en dan ben ik te vroeg! Nou ja, beter dan te laat zullen we maar denken. Gelukkig is het aangrenzende Paardcafé wel open dus kan ik daar even op adem komen en alvast een biertje drinken.
25cl en een bescheiden schuimkraag later is de deur van de concertzaal wel open en ik wandel naar binnen. Ongeveer twintig minuten later tel ik elf concertgangers en een bardame. Dit treurige aangezicht doet me een beetje denken aan het concert van Richard Buckner, afgelopen mei. Een handjevol mensen en een ondergewaardeerde artiest. Maar dan krijg ik een whatsapp berichtje binnen. Het is mijn oplettende zusje die via het alwetende facebook vernomen heeft dat Carice van Houten en gitarist / producer JB Meijers een paar liedjes met Howe Gelb meespelen. Vanaf dat moment lijken de dammen gebroken, want de mensen blijven binnenlopen. Er is zelfs een extra barman bijgekomen. Wanneer het voorprogramma begint is mijn telling van elf opgelopen naar een stuk of honderd mensen. Dát is nog eens PR!
De Haagse gitarist Dyzack mag het concert openen en dat doet hij door te zeggen: “Even voor de duidelijkheid, ik ben niet Howe Gelb. We hebben wel dezelfde hoed maar dat was het wel.” Hij grijpt een zelfgefabriceerde strijkstok en start zijn openingsnummer. In het derde nummer laat Dyzack zijn gitaar eventjes veelzeggend zwijgen. Precies op dat moment laat iemand achter de bar een stapel bekers vallen wat natuurlijk niet in dank wordt afgenomen. De volgende track introduceert hij als een rifje wat iedere beginnende gitarist wilt leren spelen en “na dertig jaar is het eindelijk gelukt”. ‘Sunshine of your Love’ van Cream weerklinkt door het zaaltje en ik zie de ouwe rockers in de zaal goedkeurend knikken. ‘Weeply Soul’ van Dyzacks eerste album uit 1999 komt nog voorbij. Met een kleine grijns om zijn mond zegt hij: “Wie kent ‘m nog?” Het publiek kijkt hem glazig aan.. “Mooi, zing maar mee.”
Na Dyzack mogen we een half uurtje wachten op Gelb. Hij draagt versleten schoenen, jeans, een krijtstreep jasje op een denim overhemd en natuurlijk de karakteristieke hoed die nét niet over zijn ogen hangt. Hij heeft het mysterieuze van Tom Waits, de baard van Ruben Block en met de stem van Mark Lanegan wenst hij ons een “Good evening.” Het klinkt alsof hij zucht en tegelijkertijd iets zegt. De set start met ‘Undiscovered Country’ wat op een land, maar ook op zijn muziek zou kunnen slaan. Want hoewel hij al een stuk of dertien albums op zijn naam heeft staan is zijn alternative country muziek nog niet door veel mensen ontdekt. Dit wordt gevolgd door ‘In love with a beautiful woman’ en wéér valt er iets om bij de bar. Frisdrankkratjes zo te horen. Het publiek kijkt geïrriteerd en slaakt een collectieve zucht maar Gelb zegt op droge toon: “Percussion.” en gaat vrolijk verder. Het gitaarspel en Gelb’s zuchtende manier van zingen zorgen dat er een sluier van rust over de zaal daalt. Niemand praat, iedereen luistert.
Na ongeveer drie kwartier vertelt Gelb: “There was this Dutch film called Jackie. I wrote this song for it.” ‘Lost Love’ wordt ingezet en ik verwacht dat Carice van Houten ieder moment uit de coulissen stapt om mee te zingen, maar niets is minder waar. Carice speelt, samen met haar zus Jelka en Amerikaanse actrice Holly Hunter, namelijk de hoofdrol in die film en Howe Gelb heeft er ook een kleine rol in. ‘Welcome to Paradise’ volgt nog maar daarna vraagt Gelb, schijnbaar uit het niets, of Carice een liedje wilt proberen. Met een verlegen glimlach verschijnt Carice op het podium en JB Meijers volgt. Howe legt aan het publiek uit hoe Carice en hij elkaar ontmoetten: In 2010 bracht hij een album uit met “a band of gypsies” (genaamd Alegrías, deze is ten zeerste aan te raden) en toen Carice deze CD hoorde schreef ze hem een brief. Of hij naar Utrecht wilde komen om op een singer/songwriter festival op te treden. Na dit verhaaltje zingen Howe en Carice samen ‘Blood Orange’, de chemie tussen die twee is bijna tastbaar. ‘Recovery mission’ en ‘Particle of light’, geschreven door Gelb en van Carice’ debuutalbum ‘See you on the ice’(geproduceerd door JB Meijers) sluiten het concert af.