Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt ervoor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we vandaag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.
Daniel Herskedal – Movements of Air
Denk aan jazz en het eerste blaasinstrument dat bij u opkomt. Saxofoon. Trompet. Trombone, wellicht. En de tuba? Jazeker, de tuba. Dat is het instrument dat de Noorse componist Daniel Herskedal aan de lippen zet op ‘Movements of Air’, hierbij slechts ondersteund door piano en slagwerk. Veel minimalistischer dan dit gaat het niet worden. Dat ‘air’ slaat dan ook niet op de hoeveelheid lucht die nodig is om geluid uit een tuba te krijgen, maar op de composities zelf. Herskedal put daarbij inspiratie uit de natuur, iets dat zijn geboorteland in overweldigende mate heeft. ‘Movements of Air’ telt tien filmische composities waarop Herskedal laat horen hoe verfijnd een tuba kan klinken, en bovenal veelzijdig. Alsof je met een blokkwast aan fijnschilderen gaat. De variatie in de tien composities als het gaat om tempi en sfeer, is niet alleen indrukwekkend, maar ook erg prettig. Van de rustige opening ‘The Olive Branch’ tot de groove in meer up tempo-stukken als ‘Change’ waarin drummer Helge Norbakken letterlijk de drijvende kracht is. Herskedal tovert met de tuba. Het is een ware kunst om het instrument echt licht te laten klinken, alsof het kan drijven op lucht, om een paar maten later juist de kracht van het instrument te openbaren. Maar het geluid blijft altijd genuanceerd. De Noor benut de volle reikwijdte van het instrument en daardoor blijft het spannend. Ondanks de minimale instrumentele bezetting blijf je geboeid luisteren hoe de tuba en de piano van Eyolf Dale elkaar opzoeken, uitdagen, versterken en soms in elkaar verstrengeld raken in rijke harmonieën zoals in ‘Elements of Harmony’. Mystiek minimalisme, prachtig uitgevoerd op een machtig instrument dat ook heel klein kan klinken. (Jeroen Mulder) (9/10) (Edition Records)
Chick Corea, Christian McBride, Brian Blade -Trilogy 3 (Live)
‘Trilogy 3′, het nieuwe dubbele livealbum van jazzlegende Chick Corea met Christian McBride en Brian Blade, vormt een waardige afsluiting van een imposante carrière. Opgenomen tijdens Corea’s laatste tournee in 2020, vlak voor het uitbreken van de pandemie, biedt deze plaat een meesterlijke demonstratie van wat mogelijk is wanneer drie virtuozen met een diepgaande muzikale connectie samenkomen. Het trio bouwt voort op het succes van de met Grammy’s bekroonde voorgangers ‘Trilogy’ (2013) en ‘Trilogy 2’ (2018), maar voegt live enkele nieuwe dimensies toe aan hun samenspel. De acht tracks, waaronder zowel Corea-composities als herinterpretaties van jazzstandards van onder andere Thelonious Monk and Bud Powell, tonen een perfecte balans tussen technische briljantie en emotionele expressie. Hoogtepunten zijn de speelse uitvoering van opener ‘Humpty Dumpty’, waarin Corea’s vindingrijke pianospel schittert, en de verrassende bewerking van Scarlatti’s ‘Sonata in D Minor’, wat een meer dan perfecte mix is tussen jazz en klassiek. Maar ook het meer dan een kwartier durende ‘You’d Be So Easy To Love’ mag een vermelding krijgen. McBride’s warme, resonerende bas en Blade’s subtiele maar krachtige drumwerk vormen een onweerstaanbaar fundament waarop Corea kan excelleren. Wat dit album zo bijzonder maakt, is de spontane interactie en de vanzelfsprekende manier waarop deze drie meesters elkaars muzikale ideeën aanvoelen en aanvullen. ‘Trilogy 3’ is als een intiem gesprek tussen drie virtuozen die elkaar perfect verstaan. Als sluitstuk van de indrukwekkende carrière van de 28-voudig Grammy-winnaar (die in 2021 overleed), biedt ‘Trilogy 3’ zowel een terugblik als een blik vooruit op wat jazz kan zijn: tijdloos, grensverleggend en diep ontroerend. (Norman van den Wildenberg) (9/10) (Candid Records)
Self Esteem – A Complicated Woman
Op haar derde album ‘A Complicated Woman’ omarmt Rebecca Lucy Taylor, beter bekend als Self Esteem, de grijze gebieden van het leven met verfrissende eerlijkheid. Na haar succesvolle doorbraak met ‘Prioritise Pleasure’ en een theatrale wending als Sally Bowles in ‘Cabaret’, keert ze terug met een album dat even complex als bevrijdend is. Taylor’s paradoxale denken komt schitterend tot uiting in nummers als ‘Cheers to Me’ en ‘The Curse’, waarin ze openhartig zingt over haar worstelingen. De tegenstelling tussen haar kwetsbare teksten en de opzwepende, feestelijke instrumentatie creëert een fascinerende spanning die verrassend goed werkt. Muzikaal vernieuwt Self Esteem zichzelf met hyperpop-elementen op ‘Lies’ (met Nadine Shah) en het early 2010’s geïnspireerde ‘Mother’. Gastbijdragen van Sue Tompkins, Julie Hesmondhalgh en Moonchild Sanelly voegen diepgang toe aan deze caleidoscopische plaat. Het album sluit af met de jubelsong ‘The Deep Blue Okay’, waarin Taylor’s hoopvolle conclusie ‘You’ll always work it out’ weerklinkt. Met ‘A Complicated Woman’ bewijst ze dat het omarmen van tegenstellingen en complexiteit niet alleen menselijk is, maar ook spectaculair mooi kan zijn. (8/10) (Elodie Renard) (Universal Music Operations)
Yonglee and the DOLTANG – Invisible Worker
Het is altijd opletten als een artiest van zichzelf roept dat het de grenzen heeft verlegd en met improvisatie en ‘elektronische experimenten’ een uniek geluid toevoegt aan een genre. In de eerste plaats: zijn er na Davis, Corea en Hancock nog grenzen die niet verlegd zijn binnen de jazz en fusion? Hele volksstammen aan ambitieuze jonge musici die het toch proberen, maar doorgaans is het laten trekken van een volledig gebit minder pijnlijk dan het luisteren naar de experimenten die voortvloeien uit een dergelijke ambitie. Met enige aarzeling zetten we dus deze plaat op; de Koreaanse pianist Yonglee ging de samenwerking aan met the DOLTANG, een eveneens Koreaanse fusiongroep. Op het debuut ‘Invisible Worker’ mengen ze jazz met progrock, pop, electronica en zelfs moderne klassieke muziek. Lef kun je deze groep uit Seoul in ieder geval niet ontzeggen. Met afwijkende maatsoorten, hier en daar scheurende gitaren en complexe melodieën neigt ‘Invisible Worker’ meer naar de prog, dan naar jazz. Na een minuut aan inleidende synthgeluiden is ‘Pay Day’ het eerste volwaardige stuk, met werkelijk onnavolgbare ritmes als bed voor de improvisaties op piano, keyboards en gitaar. ‘Fluorescent Light’ begint zowaar in een vierkwarts, maar tegen die tijd weet de luisteraar dat er vrijwel permanent een onverwachte hook in de composities zit. Overigens, de verrassing hier is de fraaie zangpartij van Blue Note-coryfee Song Yi Jeon. Op ‘March of the Invisibles’ horen we haar nog eens. Onbedoeld wellicht, maar hoewel de improvisaties op de voorgrond staan, is het toch echt de ritmesectie dat als ‘invisible worker’ het grootste compliment dient te krijgen. Qua drums zou zelfs een Danny Carey het op zijn heupen krijgen van dit materiaal. Het piece de resistance is – met intrigerende titel – ‘Do Plastic Bags Dream About Sunset’ met een mooie opbouw en een werkelijk weergaloze baspartij. Bovendien ligt dat stuk gewoon lekker in gehoor. Zo kent deze plaat twee gezichten: eentje met een band die zich volledig uitstrekt in technische hoogstandjes en dezelfde groep die gewoon lekker klinkende jazzmuziek ten gehore kan brengen. Yonglee and the DOLTANG maken de pretenties zeker waar, dat moet gezegd. De grens is verlegd. Een beetje. (Jeroen Mulder) (8/10) (Unit Records)
Jazzanova – In Between Revisited: Jazzanova Live
Jazzanova viert het twintigjarig jubileum van hun baanbrekende debuutalbum ‘In Between’ op bijzondere wijze. Met ‘In Between Revisited: Jazzanova Live’ presenteert de groep een frisse, live herinterpretatie van hun klassieke materiaal, opgenomen in de gerenommeerde Little Big Beat Studios in Liechtenstein. Wat ooit begon als een studioconcept dat nooit bedoeld was voor live uitvoeringen, krijgt nu een tweede leven dankzij de Jazzanova Live Band, die al vijftien jaar wereldwijd toert. Opener ‘L.O.V.E. and You & I’ start al heerlijk met duidelijke reflectie naar de disco van de jaren 70, en ‘No Use’ gaat daar vol op verder, in samenwerking met zangeres Clara Hill. Jazzanova trekt duidelijk buiten de Acid-jazz, maar behoudt haar vaste sound. Op ‘The One-Tet’ trekt het collectief richting de old school hiphop van oude opnames van Sugarhill Records, zonder echt rap te worden; Denk aan een offbeat versie van Guru. De band slaagt erin om de originele, op samples gebaseerde essentie van ‘In Between’ naadloos te combineren met de energie van live instrumenten. Hoogtepunten zijn de clubklassieker ‘That Night’ met vocale bijdragen van Wayne Snow, en het meer ingetogen maar prachtige ‘Place In Between / Cyclic’ met zijn trompetpartijen. De dansbare ‘Days to Come’ en de organische versie van ‘Dance the Dance’ laten zien dat deze nummers ook in een live-setting perfect tot hun recht komen.Met deze opname bewijst Jazzanova niet alleen dat de muziek van de band tijdloos is, maar ook dat ze blijft evolueren met elke beluistering. Een must-have voor liefhebbers van jazz, soul en elektronische fusion. Dit album luisteren heeft maar één mogelijk eindresultaat: Weer eens heel snel zoeken waar Jazzanova binnenkort optreedt! (Norman van den Wildenberg) (8/10) (Sonar Kollektiv)