Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt ervoor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we vandaag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.
Dawn Brothers – Cry Alone
De Rotterdamse band The Dawn Brothers hebben met ‘Cry Alone’ onlangs hun zesde album uitgebracht, en daarop doen ze geen concessies. Ze blijven trouw aan hun eigen identiteit van bluesrock, folkrock, Americana en soul. Wel is ‘Cry Alone’ wat donkerder. Hoewel dat nog meevalt in de soulvolle opener ‘Do Me Wrong’ en het aanstekelijke ‘Can’t Let You In, Can’t Let You Out’. Maar ‘I Will Never Hold Your Heart Again’ is alsof Otis Redding weer even terug is om zijn hart uit te storten. Het cynische ‘I Cry Alone’ grijpt dan weer richting de countryrock van The Band of CCR. Evenals ‘Seven Year Itch’ met een o zo pakkende roots riff. Het kleurt misschien allemaal wel veilig binnen te lijntjes met recht-toe-recht-aan liedjes, maar het zal hun vaste luisteraars of bezoekers van hun concerten geen kwaad doen. ‘Cry Alone’ is opnieuw een sterk album waarbij liefhebbers van roots rock, blues en soul hun hart kunnen ophalen. Het bevat het allemaal, en toch weten ze er een geruisloos geheel van te maken. (Peter van Cappelle) (9/10) (Excelsior)
Sean Haefely – Flying Broken Form
Hip-hop en jazz: het is een combinatie die al jaren erg succesvol is. Menig jazz-muzikant maakt tegenwoordig gebruik van samples en vooral rap, zo ook Sean Heavely. De man zingt, de man rapt, de man proclameert, in complexe composities waarvan ‘Drop’, na de korte soundscape ‘Awakening’ als opener, een uitstekend visitekaartje is voor dit ‘Flying Broken Form’, een album waarin de luisteraar deelgenoot wordt gemaakt van een zoektocht. Want dat is deze plaat: een queeste naar zingeving in een wereld waarin alles gebroken lijkt. De vergelijking met ‘Pieces of a Man’, het juweel van Gil Scott-Heron dringt zich al snel op: de combinatie van jazz, funk, R&B en rap als fundament onder teksten waarin Scott-Heron maatschappelijke problemen adresseert door ze te projecteren op de omgeving waarin hij zelf is opgegroeid. Haefely heeft naar Scott-Heron geluisterd, dat is evident. In ‘Battle Cry’ klinkt hij bijna wanhopig: ‘Fighting, praying, swearing, debating. Can you tell me we are going to find a way?’ De muziek reflecteert de worsteling die Heavely moet hebben doorstaan in het schrijven en de arme luisteraar moet die worsteling ook meevoelen. Van lichtvoetig en bijna zorgeloos tot duistere regionen waarin Heavely zich getroebleerd wentelt in overpeinzingen over het eindpunt van de zoektocht. Gedachten buitelen dan over elkaar heen, zoals de lagen in de muziek. ‘My mind won’t stop racing’, stelt Heavely vast in ‘The Hustle’ – met overigens een fijne solo van de Oekraïense trompettist Dima Bondarev. Maar ‘Flying Broken Form’ ontbeert wat ‘Pieces of a Man’ wel heeft: spanning. Het wordt gewoon nergens echt spannend. Nergens voel je de pijn van de worsteling echt waardoor het gewoon liedjes blijven. Leuke liedjes, maar de ambities van Heavely reiken duidelijk verder en dat maakt dit album niet waar. (Jeroen Mulder) (6/10) (Sonic Density)
Garou – Un Meilleur Lendemain
Voor het eerst in zijn indrukwekkende carrière heeft de Québécoise zanger Garou zowel tekst als muziek van een volledig album voor zijn rekening genomen. ‘Un Meilleur Lendemain’ voelt daarom als een debuut, ondanks dat de 52-jarige artiest al decennia meedraait in de muziekwereld. De man die wereldberoemd werd als Quasimodo in de musical ‘Notre-Dame de Paris’ en het prachtige duet ‘ Sous le Vent’ samen met Celine Dion, brengt met zijn kenmerkende rauwe stemgeluid een verzameling nummers die zowel persoonlijk als toegankelijk zijn. Van zijn passie voor muziek in ‘Des choses à dire’ tot de milieuproblematiek in de titeltrack ‘Un Meilleur Lendemain’, Garou gunt ons een blik in zijn ziel. Bijzonder indrukwekkend is ‘Nobody Else’, een liefdesverklaring aan zijn huidige partner die na zestien arrangementen eindelijk de perfectie bereikte die hij zocht. Ook ‘Pour elle’, met knipogen naar Beethoven’s ‘Für Elise’, toont zijn pianotalent dat nu eindelijk prominenter aanwezig is in zijn werk. Het is jammer dat Garou in Nederland nooit echt is doorgebroken. De taalbarrière speelt ongetwijfeld een rol, maar goede muziek voel je met je hart. En dat klopt volop bij deze prachtige, intieme verzameling liedjes die zowel terugblikt als vooruitkijkt. (Jan Vranken) (8/10) (Wolfgang Entertainment Inc)
Emil Brandqvist Trio – Poems for Travellers
Het is een haat-liefde-verhouding, de relatie tussen Zweden en Finnen, sterk vergelijkbaar met hoe wij Nederlanders onszelf verhouden tot onze oosterburen. De grappen die Zweden over de oliedomme Finnen maken, zijn talrijk. Tegelijkertijd weten de Finnen dat uitgerekend zij de buffer zijn tussen de Russische beer en de softies in ABBA-land. Ze kunnen niet met en niet zonder elkaar en dat geldt zeker voor het trio rond de Zweedse drummer Emil Brandqvist, dat al jaren aan de weg timmert met de Zweedse bassist Max Thornberg en Finse pianist Tuomas Turunen. Op dit ‘Poems for Travelers’ krijgen we twaalf nieuwe composities voorgeschoteld, allen van de hand van Brandqvist. En de drummer levert, zonder mankeren. Het is een vertrouwd en vooral lichtvoetig geluid. Het vegende ritme van Brandqvist en Thornberg is een vederzacht bedje voor de sierlijke, bijna luchtige klanken die de Fin uit het klavier tovert. Verwacht geen vuurwerk met heftige breaks, tempi-wisselingen of onverwachte wendingen in toonsoorten. Dit is smooth jazz waarmee je niemand schrik zal aanjagen. ‘Run Away’ is een van de meer spannende tracks, maar van wegrennen is geen sprake. Als dit muziek is voor reizigers, dan wel voor de meer gefortuneerde die business class kunnen vliegen. We doen het slaapmasker op dat de purser ons heeft aangereikt, laten de stoel achterover zakken en de voetensteun omhoog. Onze oortjes op noise cancelling en dan deze jazz. ‘Destination Unknown’. Nee hoor. De plaat heeft precies de lengte van de vlucht tussen Amsterdam en Stockholm Arlanda. Da’s lang genoeg. (Jeroen Mulder) (7/10) (SKIP Records)
Popa Chubby and Friends – I Love Freddie King
Op zijn nieuwe eerbetoon aan blueslegende Freddie King bewijst Popa Chubby opnieuw zijn diepe verbondenheid met de wortels van de blues. Met een indrukwekkende verzameling gastmuzikanten weet hij de geest van de ‘Texas Cannonball’ te vangen zonder zijn eigen identiteit te verliezen. De productie is subliem: rauw waar nodig, gepolijst waar het moet. Opgenomen tijdens een driedaagse sessie in G. Bluey’s Juke Joint, ademt elke noot authenticiteit. Openingstrack ‘I’m Going Down’ met Joe Bonamassa zet meteen de toon – twee gitaartitanen die elkaar perfect aanvullen in hun eerbetoon aan King. Hoogtepunten zijn er volop: ‘Hideaway’ met Arthur Neilson behoudt alle swagger van het origineel, terwijl ‘She’s A Burglar’ met Mike Zito en een vurige blazerssectie naar nieuwe hoogten stijgt. Vooral Christone ‘Kingfish’ Ingram’s bijdrage toont de brug tussen verleden en toekomst van de blues. De energie blijft hoog van begin tot eind. Blues mag dan in de mainstream gemarginaliseerd zijn, maar zolang toegewijde vakmensen als Chubby er hun ziel in leggen, zal deze oervorm blijven resoneren. Dit album is meer dan nostalgie – het is een viering van een tijdloze kunstvorm door muzikanten die begrijpen wat de blues betekent. (Jan Vranken) (8/10) (Gulf Coast Records)