Vrijdagavond stond De Bosuil in Weert in het teken van een muzikale reis door de jaren van Manfred Mann’s Earth Band. De legendarische toetsenist en zijn band bewezen opnieuw waarom ze na meer dan vijftig jaar nog steeds een groot publiek weten te trekken.
Met een setlist vol herkenbare covers en eigen klassiekers openden ze met ‘Captain Bobby Stout’, meteen vol overgave. Manfred Mann gooide er zelf halverwege al direct een geweldige toetsensolo doorheen, waardoor er geen twijfel was; dit zou een legendarische avond worden. ‘Don’t Kill It Carol’ en ‘Martha’s Madman’ volgden, waarbij Manfreds kenmerkende toetsenspel en de energieke performance van de band het publiek meenamen op een muzikale reis naar het verleden. 84 Jaar is hij inmiddels, maar muziek kent geen tijd en de muziek van Manfred Mann is ook nu nog steeds populair.
Halverwege het optreden zorgden ‘You Angel You’, en na een gitaarsolo van Mick Rogers, ‘Father of Day, Father of Night’, gezongen met de doorleefde stem van mede-oprichter Rogers, voor de eerste echte hoogtepunten, waarbij het publiek zichtbaar genoot. De band was uitstekend op dreef, met een strak ritme van drummer John Lingwood en de meeslepende gitaarpartijen door Mick Rogers en Robert Hart. Maar ook bassist Steve Kinch en keytarist James Stuart lieten zich met regelmaat gelden. Progrock zoals Progrock bedoeld is, met een hele grote hoofdletter P.
Naarmate de avond vorderde, werden de grote hits ingezet. Mann kreeg de juiste tonen even niet uit zijn synthesizer, maar toen dat lukte klonken de eerste tonen van Bruce Springsteen-covers ‘For You’ en natuurlijk ‘Blinded by the Light’. Ze werden luidkeels met zanger Mick Rogers meegezongen, maar ook met de meester zelf, die van achter zijn toetsen stapte en met zijn toch wel inmiddels fragiele stem hun hit meezong. Natuurlijk, de grote hit ‘Davy’s on the Road Again’ werd als laatste nummer gebracht, wat de zaal volledig tot een hoogtepunt bracht.
De toegift begon met een door Alleen Rogers en Lingwood klein uitgevoerde versie van ‘Pretty Flamingo’, waarna ‘Do Wah Diddy Diddy’ voor een nostalgisch meezingmoment zorgde, alvorens drummer Lingwood zijn kunsten toonde met een oorverdovende drumsolo. Afsluiter ‘Quinn the Eskimo (The Mighty Quinn)’, oorspronkelijk van Bob Dylan, bracht de gehele band weer on stage na een lekkere jam. De hit, onderbroken door een heerlijk muzikaal intermezzo, bracht de band het concert het nummer naar een feestelijke climax, met een enthousiast publiek dat het refrein vol overgave meezong. Manfred Mann mag dan al vele decennia met zijn band op het podium staan, aan spelplezier en muzikale klasse is niets veranderd.